GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 35

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 35

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In memoriam

Prof. dr. A. KUYPERS

In de avond van de 22e februari nam God tot Zich in Zijn heerlijkheid prof. dr. Antoon Kuypers. Met hem verloor de Vrije Universiteit een begaafd, ijverig en toegewijd docent. Hoewel prof. Kuypers sinds 1958 formeel gepensioneerd was, zowel van zijn hoogleraarschap te Leiden als van dat aan de Vrije Universiteit, had hij te onzent met ingang van de datum van zijn pensionering een leeropdracht gekregen gelijk aan dezelfde opdracht, die hij had als hoogleraar, zodat er voor het bewustzijn van de studenten en van zijn collega's eigenijk niets was veranderd op die datum van pensionering. Hij verkeerde gewoon in de kring van de verenigde faculteiten van geneeskunde en letteren en wijsbegeerte en was geregeld betrokken bij de tentamens en examens, terwijl hij ook regelmatig zijn werk deed voor het pedagogisch seminarie, aan welke instelling hij reeds in 1931 colleges begon te geven. Kuypers stamde uit een eenvoudig godvrezend groot gezin in Rotterdam; een gezin met verscheidene begaafde kinderen ; hij werd geboren op 7 april 1892; hij studeerde eerst voor onderwijzer, behaalde verschillende acten, werd onderwijzer bij het 1. o. en toen bij het ulo. In 1920 werd hij inge-

schreven aan de gemeentelijke universiteit van Amsterdam als student in de Germaanse taal- en letterkunde. Inmiddels werd hij leraar aan de Chr. H.B.S.-A te Amsterdam. Bij zijn doctoraal-examen koos hij psychologie, speciaal pedagogische psychologie als bijvak. N a zijn doctoraalexamen aan de gemeentelijke universiteit promoveerde hij op 13 maart 1931 cum laude aan de Vrije Universiteit, op het onderwerp: ,,Het bewuste in de nieuwe paedagogische psychologie". Zijn dissertatie werd bijzonder goed ontvangen. In 1933 werd hij opgenomen in de redactie van het Paedagogisch Tijdschrift voor het Christelijk Onderwijs. O p 6 oktober 1950 trad Kuypers op als lector aan de Vrije Universiteit in de pedagogische psychologie. In 1951 werd hij buitengewoon hoogleraar in de pedagogiek te Leiden en op 19 december 1952 werd hij tevens buitengewoon hoogleraar aan de Vrije Universiteit. Beide hoogleraarschappen werden hem vooral in de cursus 1957/ 1958 te zwaar, en in verband met zijn langdurige staat van dienst bij het onderwijs kon hij toen reeds pensioenrechten laten gelden. Met ingang van 1 oktober 1958 werd hij op zijn verzoek gepensioneerd; maar gelijk het boven reeds werd gezegd, kreeg hij met ingang van dezelfde datum een leeropdracht voor dezelfde vakken, die hij tot dusver doceerde: pedagogische psychologie en de geschiedenis der nieuwe psychologie. Na zijn dissertatie pubhceerde Kuypers nog twee belangrijke werken; in de eerste plaats zijn bekende boek; ,,De ziel van het kind", dat inmiddels reeds verscheidene herdrukken beleefde en later bewerkte hij de tweede druk van J. H. Bavinck's ,,Inleiding in de zielkunde', terwijl de derde druk van dit boek een vrijwel geheel nieuwe gestalte kreeg door zijn arbeid. In het voorjaar van T959 werd Kuypers ziek. Zij die hem goed kenden begonnen voor de grote vakantie reeds te vrezen, dat een ernstige kwaal moest worden vermoed. Maar hij bleef werken zoveel hij kon. Voor de vakantie nam hij wel zijn tentamens nog af en zelfs tot aan de kerstvakantie heeft hij zijn tentamenplicht vervuld, ook toen hij eigenlijk niet meer verstaanbaar kon spreken en de vragen schriftelijk aan de kandidaten moest voorleggen. Reeds waren zijn gedachten bezig met het werk dat hij aan de kandidaten zou opgeven voor het tentamen dat hij zelf zou afnemen op 26 februari. Die dag is zijn begrafenisdag geworden ! De laatste maanden van zijn leven was hij bedlegerig. Hij heeft lang gehoopt op herstel, tenminste, die indruk gaf hij aan zijn zwakke vrouw. Maar toen op 17 februari de dokter hem zei, dat er op herstel niet meer moest worden gerekend, was het of er een grote vrede over hem kwam. Hij heeft toen afscheid genomen van allen die hem lief waren en hij is gaan liggen wachten ,,op het heerlijke leven dat hij tegemoet zou gaan". Zondagmorgen 21 februari heeft hij zijn vrouw en kinderen, die om zijn bed stonden, goedendag gezegd, met zijn hand wuivend ten afscheid, zoals iemand die op reis gaat dat doet. Toen heeft hij zich neergelegd op zijn bed en is ingeslapen om te ontwaken op maandagavond in heerlijkheid.

2979

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 35

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's