GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 173

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 173

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

gogiek. Het feit, dat het Paedologisch Instituut — dat een zelfstandige stichting is — nauwe relaties onderhoudt met de Vrije Universiteit geeft hieraan zelfs een extra accent. Een vrij omvangrijke wetenschappelijke staf is aan het instituut verbonden. Met name de kinderpsychologen spelen in dit geheel een belangrijke rol. Zij begeleiden het kind nauwlettend en zullen via hun onderzoeks- en behandelingsmethodieken pogen te bewerken, dat de ontwikkeling van het kind weer in goede banen komt. Maar ook de hulp van medische consulenten (o.a. zenuwarts, kinderarts) is nodig om niet te vergeten, dat psychische moeilijkheden verband kunnen houden met lichamelijke storingen. Voorts wordt met de ouders geregeld contact onderhouden. Zij blijven immers verantwoordelijk voor hun kind. E n daarvoor is de hulp van sociale werksters nodig. Naast de meer specifieke behandelingsmethoden van psycholoog en medicus is de practisch-paedagogische situatie van het grootste belang. Het is de kurk, waarop het geheel drijft. Wanneer er paedagogisch geen basis aanwezig is, kunnen de meer specifieke behandelingswijzen vaak weinig uitrichten. De kinderen gaan in het Instituut naar school. Ze volgen daar individueel onderwijs, zodat ieder krijgt wat hij nodig heeft. Buiten de schooltijden zijn de kinderen in groepjes van ongeveer acht bij elkaar, samen met een leidster, die de taak heeft de kinderen in deze meer vrije situatie leiding te geven. Dat is een verantwoordelijk werk, want het zijn juist de kleine dagelijkse zorgen, verdrietelijkheden en botsingen, die voor een kind zo enorm veel betekenen. Het milieu waarin het kind iedere dag verkeert is belangrijk. Het geestelijk klimaat wel in de eerste plaats. Maar ook het meer concrete leefmilieu. Daarom is het een bijzonder gelukkige omstandigheid, dat kortgeleden het gebouw een grondige interne restauratie heeft ondergaan. De Vrije Universiteit, die eigenares van het gebouw is, heeft in samenwerking met het Paedologisch Instituut via deze verbouwing het interieur zoveel mogelijk aangepast aan de moderne inzichten, die er op het gebied van de paedologie bestaan. De kinderen moeten zich echt thuis kunnen voelen, óók wat de meer materiële leefsituatie betreft. Iedere groep kinderen beschikt over een gezellig dagverblijf, waarin fleur en sfeer is gebracht. Een aparte eethoek, zithoek en knutselhoek zijn meestal aanwezig. En in de slaapvertrekken hebben de kinderen zoveel mogelijk „privacy". Ze kunnen zich in hun eigen hoekje terugtrekken, terwijl een bedlampje de sfeer nog verhoogt. Het is slechts een vluchtige indruk die ik van het werk op ons instituut kan geven. Wel zal, naar ik hoop, duidelijk geworden zijn, dat veel mensen ieder vanuit hun eigen vak en wetenschappelijk zo verantwoord mogelijk, gezamenlijk trachten het probleemkind de beste ontwikkelingskansen te geven. Tenslotte wil ik nog even terugkomen op de relatie die er is tussen de Vrije Universiteit en het Paedologisch Insti-

Aan het „werk" in het Paedologisch Instituut.

tuut. Deze komt ook tot uiting in het feit, dat de studenten in de kinderpsychologie een verplichte stage van drie maanden in het instituut doorbrengen. Hier leren zij de psychologische methoden in de practijk toepassen. Hier maken zij ook intensief kennis met de problemen die zich bij observatie en behandeling van het moeilijke en nerveuze kind kunnen voordoen. Zij zien de kinderen niet alleen van achter een schrijftafel, maar leren ze in hun dagelijks leefmilieu kennen. E n zo zullen ze, wanneer ze straks in de maatschappij komen, ook uit eigen ervaring weten, welke problemen ouders kunnen hebben bij de opvoeding van hun kinderen, J. de Wit. 5

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

VU-Blad | 184 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 173

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

VU-Blad | 184 Pagina's