GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 3

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 3

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

MENSEN VAN DE BREDE BASIS Van juristen zegt men wel dat het mensen zijn die 't niet weten, maar die 't weten te vinden. Het is te hopen, dat dit gezegde juist is. Want niemand zou rechten willen studeren als hij alle uitgevaardigde wetten over luchvaartuigen en uitverkopen, over aanvaringen en trekkenden uit het hoofd zou moeten kennen, om van verordeningen nog te zwijgen. Het is wel een toeetje de trots der juridische opleiding dat zij haar kracht zoekt in de brede basis. Niet het kunnen weergeven van de concrete wetstekst is van belang, maar het kunnen vatten van de draagwijdte en de geest van een wet en het kunnen aanvoelen van de redelijke betekenis van een artikel in een concreet geval. Zo gaat de juridische opleiding weinig in d^ specialisatie. Dat heeft nadelen, vooral voor bepaalde moeilijke gebieden, waar dan maar enkelen zich op werpen. Het heeft het voordeel, dat de afgestudeerde juist veel kanten op kan en zich gemakkelijk aan nieuwe ontwikkelingen aanpast. Deze methode van opleiding heeft ook z'n weerslag op het werken der hoogleraren. Zij moeten de studenten aan de hand van bepaalde gevallen en concrete teksten de wijze van rechtsvinding bijbrengen en worden daarbij gedwongen steeds de algemene lijn in het oog te houden. En juist in die combinatie van detail en algemene lijn ligt de moeilijkheid van het werk van de juridische hoogleraar, tegelijk ook het mooie.

Bij dat alles gaat ieder natuurlijk op zijn eigen wijze te werk en de ene kant krijgt de ene keer meer accent dan de andere. De rechtshistoricus benadert normen en feiten van een andere kant dan de civilist; de criminoloog heeft sterk gevoel voor de psychologische en menselijke kant en zo loopt alles soms ver uiteen. De rechtshistoricus kan in een detailonderzoek naar een casus uit het oude recht opgaan; de docent in het notarieel recht duikt onder in de details van een huwelijksgoederenpuzzle; des rechtsfilosofen vlucht is hoger, soms erg hoog. De civilist verdiept zijn gehoor in een casus van burgerlijk of handelsrecht. Hij toetst de woordkeus der wet aan de bedoelingen bij haar ontstaan, zelfs aan wat kamerleden er over zeiden. Hij slaat de rechtspraak na op analoge gevallen, die natuurlijk nooit precies gelijk lopen, want elk geval is anders. Hij raadpleegt de schrijvers over het recht zoals het was, zoals het is of naar hun mening worden moet. Hij gaat na hoe het in het verleden was om zich te realiseren waarom het veranderd is. En hij tracht het detail in breder verband te stellen en speurt naar de algemene lijn die hem verder brengen kan. Maar door dit alles heen gaat het allen om recht te vinden. Om de juiste afweging van alle betrokken belangen in zulk een precisie te verrichten, dat de enkeling zich beschermd weet en dat de grote „men" weet waar men aan toe is: dat zijn de beide kanten van de rechtszekerheid die recht en orde heten en die zich vinden in het woord rechtsorde. Dat is een van de moeilijkste problemen: de individuele rechtsbescherming en de algemene rechtszekerheid strijden zo vaak met elkaar. De best bereikbare combinatie noemen wij recht tegelijk wetend, dat in onze wereld waar strijd heerst het Recht slechts benaderd, niet bereikt wordt. Alle dertien hoogleraren zal ik u niet uittekenen: je weet nooit wat de studenten lezen. Onze faculteit was de eerste met een vrouwelijk medelid; jammer dat de tijd van heengaan van mevrouw Van der Molen snellijk nadert. De faculteit neemt ook deel in de interfaculteit voor sociale en politieke wetenschappen en de docenten in de politicologische vakken zijn lid van de juridische faculteit. Maar de nieuwe wet spreekt van een zelfstandige faculteit voor die sociale wetenschappen en dat zal de juridische faculteit wel enige veren kosten. De opleiding voor het notariaat is nu universitair en loopt tot het kandidaatsexamen geheel parallel met de gewone opleiding om op een afzonderlijk doctoraal examen uit te lopen, dat ook de mr. titel geeft. Dan is er ook nog de zgn. vrije studierichting, die weinig benut wordt. Wie dat doctoraal heeft, is juist zonder mr. titel en mag zich drs. noemen. Voor een universitaire opleiding in de belastingvervolg op pag. 6

3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

VU-Blad | 193 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 3

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

VU-Blad | 193 Pagina's