GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 8

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 8

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

zijn op de maatschappelijke ladder nog het besef, dat het de Heer is, die de talenten heeft toevertrouwd en dat dit licht een schaduw werpt over het enkel maar streven naar maatschappelijk succes en zorgen dat je een goede portie van de gestegen welvaart te pakken krijgt? En hoe staat het met de horizon van diegenen onder ons. die in wat mindere mate van de welvaart profiteren? Meer dan voorheen zijn er financierings-mogelijkheden voor allen, uit welk milieu ook afkomstig, die over voldoende studie-aanleg blijken te beschikken. Maar durft men het aan om er gebruik van te maken, ook al moeten daarbij zekere risico's genomen worden en al zullen ouders zichzelf dan bovendien nog wel iets moeten ontzeggen? Is het begrip hoop op zegen nog bekend of is het verdrongen door de gedachte aan door mensen gegarandeerde zekerheid van wieg tot graf? Financiële steun. We leven niet geheel in onzekerheid ten aanzien van deze vragen. Jaarlijks komen tegenwoordig een paar honderd jongelui aan de V.U. studeren met hulp van een rijksstudietoelage. Het bedrag dat zij krijgen, hangt af van de vraag in welke mate een aanvulling op de middelen, die hun ouders ter beschikking hebben, redelijkerwijs noodzakelijk geacht wordt. Zo kon de bijdrage van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen tot dusver maximaal ƒ 2.400,— per studiejaar bedragen; in een nabije toekomst zal in uitzonderlijke gevallen vermoedelijk wel ƒ 2.600,— of

ƒ 2.800,— verstrekt kunnen worden. De meeste rijksstudietoelagen zijn in beginsel een renteloze lening; wat boven de ƒ 1.200,— per studiejaar moest worden verstrekt, wordt echter bij voorbaat kwijtgescholden, indien dat studiejaar een normaal verloopt heeft. Als gift wordt het gehele bedrag in de regel slechts ter beschikking gesteld aan enigermate gevorderde studenten, indien hun studieprestaties daartoe aanleiding geven. Die zien dan meestal hun studieschuld niet verder oplopen. Wie een rijksstudietoelage krijgt, is van de betaling van collegegeld vrijgesteld. Ook selectie. Niet ieder die een h.b.s.- of gymnasiumdiploma weet te behalen komt enkel op grond van onvoldoende draagkracht van de ouders voor een toelage in aanmerking. Men moet op school doorgaans wel ruim voldoende cijfers hebben behaald om voor een eerste studiejaar een toelage te kunnen krijgen. Gelukt dat niet en weet men desondanks de weg naar de universiteit of hogeschool te vinden, dan kan een bevredigende prestatie in een eerste studiejaar een volkomen nieuwe beoordelingsgrond scheppen t.a.v. de aanvraag voor een tweede jaar. Een derde vereiste is het tijdig indienen van een aanvraag. Wie najaar 1962 de studie wil aanvangen, moet voor het eind van januari 1962 stappen hebben ondernomen. Voor eindexaminandi betekent dit, dat zij zich tot de rector of directeur van hun school moeten wenden. Voorlichting. In de praktijk blijkt, dat velen van deze schoolleiders zich in dit opzicht van hun voorlichtende taak bewust zijn. Waar het op activeren van talenten aankomt, nemen zij een sleutelpositie in. Helaas komt het ook voor, zelfs bij christelijke scholen voor V.H.M.O., dat zij alles laten afhangen van de oplettendheid van de leerling of van diens ouders. Als de inhoud van een dagbladpublicatie of van een affiche dan niet voldoende tot dezen doordringt, wordt niet tijdig van een aanvraag werk gemaakt en komt men niet zelden enkele maanden later voor een grote teleurstelling te staan. En als een jongen of meisje er nu eens niet zo vast op durft te rekenen, dat hij of zij wel voor het eindexamen zal slagen? Ook dan kan er toch wel voldoende grond zijn om een aanvraag in te dienen; een bericht van intrekking in de maand juli kost tenslotte ook weinig meer dan een postzegel van twaalf cent. Datzelfde geldt eigenlijk als men t.a.v. de studiekeus nogal in het onzekere verkeert. Dan kan worden aangevraagd voor die studie waarover men het sterkst denkt. Komt iemand dan vóór het najaar nog tot een beslissing in andere richting, dan valt daarover heus wel met de Afdeling Rijksstudietoelagen te corresponderen. Met dit naar voren halen van de praktische kant wil ik niet besluiten. Ouders, kinderen en raadgevers mogen niet uit het oog verliezen, dat het in de eerste plaats gaat om een zaak van geloof en gebed. Mr. A. van der Sluis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

VU-Blad | 193 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 8

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

VU-Blad | 193 Pagina's