GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1964 - pagina 52

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1964 - pagina 52

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

willen te kennen geven, dat hei gebed dat

W a t hiervan te zeggen? Het is niet moge-

dan nog wel wordt gebruikt, in feite niet

lijk

meer betekent dan een formaliteit en een

onderwerp een uitvoerige verhandeling te

dode vorm? Een dergelijke

beschuldiging

over

het

zo

aan

de

orde

gestelde

geven. O o k wil ik niet volstaan met een

zou heel ver gaan. Zeker, zij zal ook aan-

verwijzing naar geschriften, die over

leiding moeten geven t o i ernstig zelfonder-

onderwerp

zoek voor degenen, die betrokken zijn bij

haar voorstanders zijn gepubliceerd. In dit

de arbeid van de universiteit. Maar ik voeg

verband zou ik op twee aspecten

er meteen aan toe, dat wie een zodanige

wijzen.

beschuldiging

uitspreekt,

wel

een

vanwege

onze

dat

universiteit

en

willen

grote

verantwoordelijkheid op zich neemt. Men

Het is een feil, dat de geschetste

mag dan verwachten, dal hij voor het voet-

bij iemand, die met het onderwijs van de

indruk

licht zal treden om duidelijk aan te geven,

V . U . in aanraking is geweest, zich

welke gronden hem hebben geleid bij het

gevormd en thans als een bepaalde over-

doen van dat diep-insnijdende verwijt.

tuiging leeft. Hebben wij tot het ontstaan

heeft

daarvan misschien door onze gedragingen Thans kom ik tot de kern van heel

de

kwestie, die hier is opgeworpen. Er zou

of door nalatigheid in een of ander opzicht aanleiding gegeven?

niets van te bemerken zijn, dat de V . U . een gereformeerde universiteit is, laat staan dat zij christelijk Is. Het doel wat vreemd aan, dal op deze manier en in deze vorm de begrippen

gereformeerd

en

christelijk

naast elkander worden gesteld. V e e l minder

nog dan gereformeerd zou de V . U .

christelijk zijn te noemen. Het is misschien evenwel verstandig over deze

merkwaar-

dige nevenstelling nu niel uit te wijden. W a n t daardoor zou gemakkelijk

de aan-

dacht van de hoofdzaak worden afgeleid. Bij een andere gelegenheid kunnen wij wel eens

ter

sprake

brengen

hel

specifiek-

gereformeerd karakter van onze universiteit alsmede de vraag, of en in hoeverre lussen gereformeerd en christelijk een wezenlijk onderscheid behoort te worden karakter, dat hier ten

in geding wordt de

orde

te

gebracht. Door

stellen

volgen

een

andere

en

tegengestelde

Indruk te wekken? W a n t het is natuurlijk heel

erg

dat zo'n

indruk

bij

Iemand

is

gevestigd kunnen worden. Niemand van de werkers aan onze universiteit mag verzuimen met de overlegging van die gedachte tot zichzelf In te keren, leder mag zichzelf wel

ernstig

afvragen, waarin

bedoelde punt kan zijn tekort

hij

op

het

gescholen

en nog tekort schiet. En eveneens hoe hij eventueel in zijn werkmethode een herziening moet aanbrengen om voor wat hem betreft het ontstaan van een indruk als de geschetste In zijn omgeving te helpen voorkomen.

gemaakt.

Hoofdzaak is hier iets anders. H e l is het christelijke

Hoe komt h e l dat het ons niet is mogen gelukken

wij

diepste

Het Is ons toch ernst met de gedachte, dat al het werk aan onze universiteit een

dit

aan

christelijk

ook

hel

overtuiging bezielt en drijft ons. Daarom

karakter

moet

dragen.

Deze

eigenlijke redebeleid van de briefschrijver.

juist zit het ons dwars, dal bij iemand een

Hij

tegengestelde Indruk wordt gevestigd.

heeft

volgens

zijn

zeggen

van

dat

christelijk karakter niets kunnen bemerken. Geheel zonder voorbehoud moet deze uilspraak

blijkbaar

niel

worden

genomen.

W a n t in de brief volgt daarna nog deze opmerking:

„De

colleges

onderscheiden

zich van die aan andere universiteiten en zo ook de omgang met elkaar, dat er aan de V . U . niel gevloekt

wordt".

Maar

dit

voorbehoud schijnt toch niel van die aard te zijn, dal daardoor in het algemene oordeel

een

wijziging

zou

worden

aange-

bracht. Dit houdt in de stellige verzekering, dat er van christelijkheid niets te bemerken valt.

Thans wend ik mij tot het tweede aspect van de opgeworpen kwestie. Het is zeker mogelijk, dat de universiteit schuld draagt aan het ontstaan van de bedoelde indruk. Maar men moet ook de vraag stellen, of deze indruk zich terecht heeft gevestigd. Het zou kunnen zijn, dat er bij het beoordelen van het vereiste christelijk karakter een verkeerde

maatstaf werd

aange-

legd. Het komt mij voor, dat dit hier in werkelijkheid hel geval Is. Mijn argument is dan niet een verwijzing naar het uitwendig christelijk milieu, waarin men aan onze

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

VU-Blad | 197 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1964 - pagina 52

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

VU-Blad | 197 Pagina's