GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1965 - pagina 187

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1965 - pagina 187

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

kant gaf het me voldoening dat ik aldus in ander verband iets kon blijven doen voor de V.U. als geheel". Professor Sizoo gaat verder: „De Vrije Universiteit is de laatste Jaren enorm gegroeid en er valt ook in organisatorisch opzicht veel te doen voor de besturende colleges. Misschien kan de ervaring die ik heb opgedaan in de organisatie van de wetenschapsbeoefening, een rol spelen bij het vervullen van mijn directeurschap." Ik vraag: ,,U hebt in een bepaald verband, u sprak over de tijd na 't verschijnen van professor Levers studie over evolutie en schepping, opgemerkt dat reacties van verontruste V.U.-vrienden u meer deugd deden dan wanneer men niets van die kant vernomen had. Mag dat (wat huiselijk) vertaald worden met: de nieuwe V.U.directeur is blij met elke brief die er komt?" Professor Sizoo licht toe: ,,lk heb toen bedoeld te zeggen dat het uitblijven van reacties zou wijzen op een bedenkelijk gemis aan contact. Het ging immers om een zéér belangrijke kwestie: die van de confrontatie van het natuurwetenschappelijk denken en de natuurwetenschappelijke feiten met de opvatting omtrent de interpretatie van de bijbel. Dat is een bijzonder essentieel punt en op een dergelijk punt moet er een wisselwerking zijn tussen de V.U. en de kring van haar geestverwanten. Nu kan men zich op allerlei manieren uiten en er komen ook wel eens brieven die niet van volledig begrip getuigen, maar dan moeten we de bedoeling die er achter zit, weten te waarderen". Ik zeg: ,,Maar er zijn toch ook reacties, waarvoor uw woorden te vriendelijk zijn. Ik denk aan brieven, waarin iemand alle banden met de V.U. doorsnijdt om wel bijzonder gezochte reden en waaruit niet onvolledig begrip maar welbewust onbegrip getuigt. Ik denk aan mensen die een willekeurige uitlating van een willekeurige hoogleraar, met wie zij 't toevallig niet eens zijn, aangrijpen om te bedanken als lid...." ,,lk geef toe", zo antwoord professor Sizoo Ik geef toe dat er brieven zijn, waarin op een niet verantwoorde

wijze de houding tegenover de V.U. wordt bepaald, maar aan dergelijke uitlatingen moeten we niet te zwaar tillen. Ze zijn zo individueel. Begrijp me goed, je mag er niet aan voorbij gaan, we moeten proberen het contact te herstellen en de misverstanden weg te nemen, maar ze zijn niet bepalend voor de zaak van de wisselwerking tussen V.U. en vrienden van de V.U. De wérkelijke wisselwerking tussen de universiteit en haar geestverwanten vind ik zeer belangrijk, daar gaat het om, — en zij betreft de beleving en uitwerking van de grondslag van de V.U. (en niet allerlei incidentele gevallen, al of niet vermeend)". De komende subsidieverhoging komt ter sprake. Professor Sizoo vindt: ,,Het zal zaak zijn, die werkelijke wisselwerking te handhaven als we gaan naar de honderd procent subsidie. Nu geldt dat als de Vrije Universiteit zich stelt op de grondslag van de beginselen der reformatie, zij contact moet houden met degenen die uit die beginselen leven: ongeacht de vraag naar de grootte van de subsidie I Natuurlijk zal dat moeilijk worden, het handhaven van dat contact, als de financiële band minder wordt. Maar dan moeten we zoeken naar speciale wegen om die wisselwerking te handhaven". Ik onderbreek: ,,U denkt aan de raad van bijstand?" (Ik weet nl. dat het denkbeeld van deze raad afkomstig is van professor Sizoo). Hij knikt: ,,De raad van bijstand is een kleine poging daartoe. Deze raad van een dertig a veertig mensen is bedoeld om een groter aantal mensen dan de leden van de bestuurscolleges te betrekken bij het werk en de ontwikkeling van de V.U. Het gaat er, anders gezegd, om, in onze situatie een weg te vinden naar de versteviging van het contact met de vrienden van de V.U. Wat dit betreft, er wordt naar mijn oordeel nog veel te veel in vaderlijke zin gepraat over het volkachter-de-V.U. Dat volk is nu toch eindelijk weleens volwassen geworden 1 We moeten oppassen dat er niet de situatie komt dat men de V.U. bekijkt net als elke andere universiteit, meer of minder goed in deze of die faculteit en daarmee uit. Dan is van enige wisselwerking geen sprake meer, — en ik heb al gezegd dat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965

VU-Blad | 200 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1965 - pagina 187

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965

VU-Blad | 200 Pagina's