Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 116

BUITENDIENST Het persoonlijke 'contact tussen het bureau enerzijds en de medewerk(st)ers in de Landelijke Organisatie en de organisatie Vrouwen V.U.-HuIp anderzijds wordt regelmatig onderhouden door drie in vaste dienst zijnde buitendienstfunctionarissen, in de wandeling „vertegenwoordigers-propagandist". Het zijn de heren K. J. Dijkstra te Hardegarijp, B. Hartman te Benthuizen en G. A. van Solinge die in Ede woont. De heer Dijkstra hoopt begin volgend jaar met pensioen te gaan. In verband met zijn ziekte is thans reeds in de komende vacature voorzien. Met ingang van 16 november a.s. is tot zijn opvolger benoemd de heer J. Edel te Veendam. De heer B, Hartman

De heer ]. Edel

We heten de heer Edel van harte welkom in ons midden en wensen hem een goede tijd toe bij Vereniging en universiteit. Te gelegener tijd hopen wij terug te komen op het vertrek van de heer Dijkstra, die vanaf deze plaats van harte beterschap wordt toegewenst. Wij willen deze gelegenheid graag benutten u — voor zover nodig — ook de overige twee vertegenwoordigers-propagandist voor te stellen.

De heer G. A. t'an

Solinge

De heer Van Solinge is reeds 23 jaar als zodanig werkzaam; de heer Hartman is in 1962 in dienst getreden van de Vereniging. In 1965 heeft hij zijn bureaustoel verwisseld voor deze buitendienst-functie. De heer Edel zal zijn werkzaamheden verrichten in de drie noordelijke provincies: Groningen, Friesland en Drenthe. Het rayon van de heer Van Solinge wordt m.i.v. 16 november enigszins gewijzigd. U kunt hem vanaf die datum tegenkomen in Overijssel, Gelderland, Utrecht en Noord Holland. Het ressort van de heer Hartman omvat vanaf 16 november: Zuid Holland, Zeeland, Noord Brabant en Limburg. H. R.

10

op weg Rede (1) In zijn rede bij de aanvang van het studiejaar heeft de rector magnificus prof. mr. W. F. de Gaay Fortman ook aandacht besteed aan het actuele vraagstuk van de bestuursorganisafie der universiteit. Nu deze zaak elders in dit V.U.-blad een en andermaal aan de orde komt, volstaan we met te citeren wat prof. De Gaay Fortman tenslotte in dit verban'd opmerkte, nl. dat de geestesrichting van de universiteit ook een rol speelt bij het ontwerpen van een nieuwe bestuursvorm. Prof. De Gaay Fortman: ,,Niet in technische zin. De grondslag, die de geestesrichting der universiteit, zij het ook onvolkomen, uitdrukt, verzet zich niet tegen democratisering, integendeel. Welke bestuursvorm men echter ook kiest, het religieus karakter der universiteit moet onverlet blijven. De vormgeving daarvan in de grondslag kan verbeterd worden — de besprekingen over een nieuwe formulering van de grondslag naderen haar afsluiting —, maar de zaak zelf is niet voor verandering vatbaar, tenzij niemand meer aan deze universiteit zou willen komen werken of studeren. Alleen van de docenten wordt instemming met de grondslag gevraagd. Alle overigen, die aan de universiteit verbonden zijn, zijn zonder meer van oudsher welkom. Van allen echter moet en mag loyaliteit ten opzichte van het karakter der universiteit gevraagd worden. Wie de grondslag zo onverdragelijk vindt, dat hij deze loyaliteit niet kan opbrengen, behoort de universiteit uit respect voor haar en voor zichzelf voor een andere te verwisselen. Dat de zaak, die de grondslag probeert te vertolken, de verhouding van openbaring en wetenschap, in discussie moet blijven, wil de universiteit niet beneden de maat blijven, is onbetwist."

Rede (2) We willen voorts uit de rede van de rector magnificus graag nog iets door-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen