GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 8

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 8

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

toelichting reeds is uiteengezet, dat ook de nieuwe formulering van de grondslag ,,gereformeerd" kan worden genoemd en het bestuur meende dat een wijziging van de naam zou worden opgevat als een aanwijzing dat een wijziging van het karakter van de Vereniging en van de Vrije Universiteit bedoeld zou zijn. Het bestuur heeft de indruk gekregen dat gaandeweg in steeds breder kring ook een wijziging van de naam juist zou worden geacht. Mocht deze indruk tot zekerheid worden dan zal het bestuur niet aarzelen alsnog een voorstel te doen om ook de naam te wijzigen. Het zal dan vermoedelijk aanbeveling verdienen geen poging te ondernemen in de naam het karakter van de grondslag tot uitdrukking te brengen (bijv. door woorden als reformatorisch of evangelisch of christelijk, die alle reeds vanuit de Vereniging naar voren zijn gebracht). Eerder valt dan te denken aan een eenvoudige en toch sprekende naam zoals b.v. ,,Vereniging de Vrije Universiteit", die in elk geval duidelijk het doel aangeeft, waartoe de Vereniging werd opgericht en waarop ook thans nog haar activiteit gericht blijft. Overigens kan deze vraag natuurlijk eerst aan de orde worden gesteld, nadat de Vereniging de nieuwe formulering van de grondslag zal hebben aanvaard. Wat zullen de gevolgen Vrije Universiteit?

zijn voor de verdere ontwikkeling

van de

De vraag naar de mogelijke gevolgen van de voorgestelde statutenwijziging wordt bij herhaling toegespitst op de vraag of nu voortaan ook een rooms-katholiek tot hoogleraar zal kunnen worden benoemd. Daarbij heeft het bestuur de indruk verkregen, dat dit door sommigen wel zou worden betreurd maar door anderen van harte zou worden toegejuicht. Op de vraag valt te antwoorden, dat wanneer een rooms-katholiek bereid zou blijken de grondslag van de Vrije Universiteit volledig voor zijn verantwoording te nemen, in zijn lidmaatschap van de rooms-katholieke kerk geen reden ligt hem van een benoeming uit te sluiten. Om voor benoeming in aanmerking te komen, zal hij echter wel hebben te erkennen en te aanvaarden, dat de Vrije Universiteit vanaf haar oprichting een reformatorisch karakter draagt en dat zij dit karakter ook wenst te behouden. Het behoeft voorts geen betoog, dat een universiteit, die gehouden is in haar benoemingsbeleid, een religieuze positiekeuze te doen functioneren, zich voor een zeer verantwoordelijke taak en soms voor zeer moeilijke beslissingen gesteld ziet. Eveneens zal het duidelijk zijn, dat dit zeer in het bijzonder geldt in een periode van zeer snelle uitbreiding als waarin de Vrije Universiteit zich thans, ten dele zelfs haars ondanks, bevindt. Het bestuur is er van overtuigd, dat ook voor wat betreft het benoemingsbeleid, de voorgestelde formulering een duidelijker uitgangspunt en richtsnoer biedt dan met de tegenwoordige formulering het geval is. Het lijkt zelfs denkbaar, dat er personen zullen zijn, die gaarne de Vrije Universiteit zouden willen dienen, en daarbij ook de collectieve uitdaging die van haar grondslag uitgaat zouden willen aanvaarden, maar die niettemin deze grondslag en de daarin besloten religieuze positiekeuze niet of nog niet als hun persoonlijke overtuiging durven te erkennen. Wanneer er dan overigens aan de zijde van de Vrije Universiteit zeer dringende redenen aanwezig zijn om de betrokkene te benoemen, zal het misschien nodig zijn, bij wijze van uitzondering op de regel, een vorm te vinden, die enerzijds aan de eerlijkheid en duidelijkheid geen afbreuk doet en anderzijds de persoonlijke gesteldheid van de betrokkene respecteert. Het bestuur is er zich van bewust dat de Vrije Universiteit zich in het benoemingsbeleid ook bij de voorgestelde formulering van de grondslag, voor moeilijke, en in de menselijke verhouding tere, beslissingen geplaatst zal zien. Het is echter reeds eerder gezegd en het moge hier worden herhaald dat de ervaringen welke bij het benoemingsbeleid met de huidige formulering zijn opgedaan, mede oorzaak zijn van de dringende behoefte tot een ondubbelzinnige en meer direct aansprekende formulering, ten einde ook in het benoemingsbeleid het streven tot handhaving van het eigen karakter der Vrije Universiteit op verantwoorde wijze tot zijn recht te doen komen. VU-BLAD

ARTIKEL 4 VAN DE STATUTEN Huidige formulering ,,De Vereniging staat voor alle onderwijs, dat in haar scholen wordt gegeven, geheel en uitsluitend op de grondslag der gereformeerde beginselen en erkent mitsdien als grondslag voor het onderwijs in de godgeleerdheid de drie Formulieren van Enigheid, gelijk aan die in het jaar 1619 door de Nationale Synode van Dordrecht voor de Nederlandse Gereformeerde Kerken zijn vastgesteld; een zodanig gezag daaraan hechtende, als genoemde Synode, blijkens haar eigen handelwijze en haar acten, aan de belijdenisschriften der Nederlandse Gereformeerde Kerken heeft toegekend".

Voorgestelde formulering „De Vereniging staat voor alle arbeid die van haar uitgaat, met name voor het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek dat aan de Vrije Universiteit plaatsvindt, op de grondslag van het Evangelie van ]ezus Christus, dat naar de openbaring in de Heilige Schrift de mens in zijn gehele leven roept tot de dienst en verheerlijking van de ene God, Vader, Zoon en Heilige Geest, en daarin tot dienst aan de medemens." Tussen de tegenwoordige artikelen 5 en 6 in te lassen een artikel 6, luidende: ,,Het wetenschappelijk onderwijs in de faculteit der godgeleerdheid omvat mede de voorbereiding tot het bekleden van het ambt van dienaar des Woords. Te dezer zake kan de Vereniging overeenkomsten met kerken aangaan." De nummering van de tegenwoordige artikelen 6 t/m 25 aan de sub 2 omschreven wijziging aan te passen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Blad | 101 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 8

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Blad | 101 Pagina's