GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 536

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 536

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

M A S K MAKELAARS

IN ASSURANTIËN

als U verzekerd wilt zijn

G R O N I N G E N LAAN VAN DE VREDE 1 TELEFOON 050-255866

R O T T E R D A M W E S T E R S I N G E L 93 TELEFOON 010-362022

Een ideaal geschenkboek

m^

In december gaat de grote TVserie van BARTJE draaien. Verras uzelf of uw vrienden met dit cadeau. Uw boekhandelaar heeft het in voorraad. Luxe uitvoering, vele tekeningen enTV-foto's f 17,90

Cailenbach - Nijkerk

16

uitsluitend op het heil van de mens beluste theologie en verkondiging zouden doen vermoeden, heeft de God van de bijbel het in zijn bevredigend handelen evenzeer op de dieren als op de mensen gemunt. Tot viermaal toe laat God in Genesis 9 Noach merken, dat Hij óók de bondgenoot der dieren is. Blijkens Psalm 84 zijn ook de mus en de zwaluw welkom in het huis van God. Alles wat adem heeft mag zich nestelen in de warmte van Gods aandacht. Onder de indruk van de nietsontziende reikwijdte van het heil belijdt David in Psalm 36: 'Mens en dier verlost Gij, Here.' Wanneer de profeten dromen over de grote toekomst, zien zij steeds weer een aarde vóór zich, waar ook de dieren tot hun recht zullen komen. Als een echte Zoon van zijn Vader beperkt ook Jezus zich niet tot alleen maar mensen. Jesaja 11 tekent Hem als de Heiland der ganse schepping. Toen Hij in de woestijn werd verzocht, was Hij, aldus Marcus, 'bij wilde dieren'. Niet het minste terwille van de dieren voert Jezus zijn verbeten discussie met de Boze. De offercultus van Israël, waarbij zoveel dierenbloed vloeit, schijnt in dit verband uit de toon te vallen. Vormt hij zelfs geen krachtig argument voor het experimenteren met dieren? In ieder geval bewijst de offerpraktijk van Israël hoe aanzienlijk de waarde is die het dier heeft voor God: in ruil voor het leven van een dier schenkt God een doodlopend mensenbestaan nieuwe kansen. Het dier, dat in alle onschuld en volkomen offervaardig bij het altaar verschijnt, stemt God gunstig jegens de mens, die alle onschuld heeft verloren en in offervaardigheid zo jammerlijk faalde. Het lam, dat zich als een goede herder, want ter wille van de mens, ter slachting laat leiden, brengt de mens tot de even pijnlijke als heilzame ontdekking, dat hij de goede herder moest zijn, die zich desnoods als een lam ter slachting laat voeren. De kreet van God 'waar ben je adam' is de radeloze, zo herderloze dieren uit het hart gegrepen. Het zich opofferende dier maakt het de mens weer mogelijk echt 'adam'te zijn: een goede herder, die zijn leven inzet voor de hem toevertrouwde kudde. Tenslotte is het Jezus, die de plaatsvervangende rol van het dier in de offercultus genadig overneemt. Hij wordt het lam, dat definitief verzoening bewerkt. Zijn komst betekent de redding van het dier. Voortaan mag het zijn gang gaan. Johannes de Doper noemt deze Jezus 'het lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt'.

Met welk recht? Wanneer wij deze bijbelse noties op ons in laten werken, kunnen wij de vraag niet onderdrukken, of de mens als beeld van God, als potentiële 'goede herder', na alles wat er gebeurd is, nog steeds onbekommerd een beroep kan doen op de offerbereidheid van

het dier. Moet het dier, dat eeuwenlang als zondebok, als zwart schaap er onderdoor ging, niet koste wat het kost ontzien worden? Zou het geen erekwestie voor ons moeten zijn om ons zelf te bedruipen? Zou het er zélfs niet van moeten komen, dat wij als offervaardige herders, behalve voor elkanders leven en welzijn, instaan voor het leven en welzijn der dieren? Wordt het geen tijd eens iets terug te doen? Waarom kan 'er natuurlijk geen sprake van zijn' (prof Oort), dat mensen zich opofferen voor mensen? Zou zoiets in de navolging van Jezus, de herder die als een lam de dood inging, niet mogelijk moeten zijn? Is het eerlijk, democratisch, om steeds weer van het dier, dat bijbels gezien even waardevol en uniek is als de mens, het uiterste te vergen? Met welk récht investeren wij het in onze experimenten? En niet minder: met welk récht investeren wij het In onze voedselvoorziening? Het recht van de sterkste? Misschien heeft het dier geen ziel te verliezen. Maar het heeft toch wel iets anders te verliezen, iets waar God zich mateloos in verheugt: een stuk aardsheid, creatuurlijkheid, waar de mens gewoon niet aan kan tippen. Het dier heeft geen stem; het is weerloos. Moeten wij het juist daarom niet in bescherming nemen? Erf hebben wij dan met name tegenover onze huisdieren niet de grootste verplichtingen? Hebben wij hun niet het meeste beloofd? Verwachten zij niet alles van ons? Met deze vragen veroordeel ik niet de hoogst zinvolle arbeid van prof Lever, prof Oort en dr. Brouwer. Ik heb er alleen op willen wijzen, dat onze aanvaarding van het verbruiksdier wel eens minder vanzelfsprekend zou kunnen zijn dan het lijkt. Ik pleit er zeker niet voor dierexperimenten abrupt te stoppen. Maar we zullen er geen vrede mee mogen hebben. Vooral bij proeven op hogere dieren zal ons geweten rusteloos moeten spreken. Met Paulus zullen wij tot het smartelijke besef moeten komen, dat de schepping 'met reikhalzend verlangen wacht op het openbaar worden der zonen Gods': de mensen, die weer echt 'adam' zullen zijn, goede herders, offervaardige priesters. Met mijn vragen veroordeel ik wél onze veelal overmatige vleesconsumptie. Eventjes een halve kip uit de automatiek moet voor een christen taboe zijn. Gezellig barbecuen is ronduit barbaars. Waarschijnlijk leeft een vegetariër gezonder dan een vleeseter. In ieder geval kunnen wij met veel minder vlees toe dan we denken. Volgens prof dr. R. Somermeyer zouden de rijke landen door vegetarisch te worden de arme landen een eind op weg te helpen. Een kwartier geleden nam ik twee Saridonnetjes in om een tergende hoofdpijn te onderdrukken. Tot mijn schaamte realiseer ik mij, dat de verkwikkende werking van dit middel (die ik overigens nog niet ervaar) wel weer te danken zal zijn aan dierproeven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 536

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's