GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 342

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 342

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

m SC

m <

X C5

3 LU Q

m

een slaaf aan de Afrikaanse kust van ongeveer f 3 0 , - in 1650 tot f 8 0 , - omstreeks 1670. In 1689 verscheen op het eiland Barbados een pamflet 'Groans from the plantations'. Dat sloeg niet op de ellende van de slaven, maar op de slavenprijs, die - naar de planters zich beklaagden - de laatste kwarteeuw meer dan driemaal zo hoog was geworden. Omstreeks 1700 was de aankoopprijs in Afrika opgelopen tot f 100 en aan het eind van de 18e eeuw betaalde men ongeveer f 250 per stuk. Steeds hogere prijzen werden door de Afrikaanse handelaren aan de kust bedongen. Aan de overzijde van de oceaan werden de slaven ongeveer voor 2 a 3 keer de aankoopprijs verhandeld. Gerekend was daarbij op een sterfte onderweg van ongeveer 15% van de lading (vaak lag het hoger), zoals blijkt uit de verzekeringspolissen. Risico liep men ook doordat er nogal eens slavenopstanden uitbraken aan boord, omdat de neiging tot zelfmoord groot bleek bij de weggevoerden en omdat in de volgepropte ruimen nogal eens ziekten uitbraken. Tegenslag was ook de windstilte op de oceaan omdat het dan moeite kostte bij gebrek aan voedsel de lading in leven te houden.

Suriname Nadat Brazilië verloren was gegaan voor de Nederlanders werd Suriname vooral het gebied waarheen men slaven transporteerde. Naar schatting 350.000 slaven zijn naar dat land getransporteerd. Hun lot was gruwelijk. Bij de afschaffing van de slavernij in 1863 waren er nog ongeveer 38.000 in leven. Ze moesten er werken op plantages, die thans weer voor een groot deel door het oerwoud zijn overwoekerd. Toen de Zeeuwse admiraal Crijnssen Suriname in 1667 op de Engelsen veroverde waren er omstreeks 700 slaven in dat land. Ook toen al vluchtten er verscheidenen het oerwoud in om aan de slavernij te ontsnappen. Bij de afschaffing van de slavernij in 1863 schatte men het aantal zgn 'bosnegers' op ongeveer 7.000, die zich tot enkele stammen hadden samengevoegd. Veel jacht is in de loop der tijden op hen gemaakt. De laatste poging viel slechts enkele maanden voor de afschaffing van de slavernij, najaar 1862, omdat de plantagebezitters een vergoeding van f 3 0 0 , - zouden krijgen voor elke slaaf die zij bezaten bij de officiële afschaffing. De opwekking aan alle weggelopen slaven om terug te keren tot de plantages hunner vroegere meesters (ze zouden niet worden gestraft) bleek niet te helpen en zo zond het koloniaal bestuur kapitein Steenberghe uit in de laatste jacht op bosnegers. Het kwam tot een vuurgevecht, waarbij verscheidene doden vielen, maar 26

geen bosneger werd gegrepen.

Ghana Enkele jaren geleden (eind 1970) vervulde de Surinaamse regering de wens van vier 'granmans', opperhoofden van bosnegerstammen, om een bezoek te brengen aan West-Afrika, waar hun voorvaderen vandaan kwamen. Ghana was het eerste land, dat zij aandeden. Met name het bezoek aan de nog steeds bestaande voormalige Nederlandse forten, maakte diepe indruk op hen, vertelde reisbegeleidster dr. Sylvia de Groot in het blad Avenue: 'Die forten en kastelen maakten gevoelens bij de granmans los, hoewel zij zich ingetogen uitten. De vele kogels, netjes in piramiden opgestapeld, werkten als monumenten: resten van indrukwekkende blanke machtspositie. Wat wezenlijk schokkend was, bleek bij de rondleiding: onderin die trotse monumenten waren in de rotsen uitgehouwen kelders. Grote ruimten met een enkele nauwe lichtspleet. De grond was aangestampte klei. De ruimten waarin de voorouders van de granmans als vee waren bijeen gedreven, de mannen in de ene, de vrouwen in de andere kerker. De in de grond aan de muren verankerde ringen, waaraan opstandige gevangenen werden vastgeklonken. En aan het eind van de kerkers de nauwe deuren die direct op zee uitkomen, waar de zware branding tegenaan slaat, en waar de sloepen werden gemeerd die de geboeide gevangenen buitengaats voerden. De granmans zeiden weinig, maar een soort kreunend gegrom kwam diep uit hun borst. Een van hen zei: 'Zo zou je dolle honden niet behandelen.' Op de plaats van het fort Elmina wees de gids de plek aan waar nu jaarlijks geofferd wordt voor de zielen van de weggevoerde slaven, bij een stuk van de rots waarop het fort is gebouwd.

Het fort Cromantin (van 1668 tot 1872 Fort Amsterdam geheten) stak grijs en somber af tegen de donker wordende lucht. De tocht ernaartoe zou te voet moeten. Bovendien is het hele fort in verval. De granmans vonden het nu wel genoeg. 'We wisten dat de slavernij een groot kwaad was,' zei granman Gazon die avond, 'maar dit hadden wij ons niet voorgesteld. Hoe konden de mensen dit anderen aandoen; en zoveel honderden jaren lang? Hoe konden de mensen van dit land hieraan meewerken ?'

Discussie De opvatting, dat slavenhandel al die eeuwen 'heel gewoon' werd geacht door de Europeanen, is niet juist. Dat de betrokkenen zelf zich nooit hebben neergelegd bij de slavernij bewijzen de vele slavenopstanden en -vluchten, maar ook in de Nederlanden was het aanvankelijk allerminst een vanzelfsprekend verschijnsel. Zo keurde een van de initiatiefnemers tot de Westindische Compagnie Willem Usselincx slavernij ten zeerste af als zijnde 'typisch paepsch'. Een zekere verlegenheid toonde men dan ook aanvankelijk wanneer hen slaven in handen vielen bij de kaapvaart op Spaanse en Portugese schepen. Wat daarmee te beginnen? Later zou Middelburg in de geschiedenis van de slavenhandel een zeer belangrijke plaats gaan innnemen, maar in 1596 stak burgemeester Ten Haeff nog een stokje voor een poging om op de markt een 100tal buitgemaakte 'Mooren ende Moorinnen' te verhandelen. De Staten van Zeeland waren het daarmee eens en zo werd november 1596 in de kerken verkondigd dat de slaven 'in hun natuerlicke lyberteyt' zouden worden gesteld. Maar naderhand begon men, onder de indruk van de winsten die met slavenhandel en slavernij wa-

November 1971 reisden vier opperlioofden van Surinaamse bosnegerstammen naar de West-lcust van Afriica, vanwaar Nederlandse ondernemingen liun voorvaderen hebben gehaald. Ze deden eerst eniceie dagen Nederland aan, waar ze op Schiphol een persconferentie gaven. Op de achtergrond minister Balcicer en minister Poianen. Het eerste Afriicaanse land dat zij bezochten was Ghana, dat in veel opzichten met dezelfde economische problemen Icampt als Suriname.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 342

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's