GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 393

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 393

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ier. Er is een grote toeloop van studenten, maar lange studie, geringe opleidingsvoorzieningen en toenemende behoefte aan gezondheidszorg, zorgen ervoor, dat er niet een 'teveel' aan artsen l^an ontstaan.' De hoogte van het tarief heeft te maken met de tegenspelers van de artsenorganisaties bij de onderhandelingen. Concurrenten zijn er niet, dus veel hangt daar van af. De ziekenfondsen staan redelijk sterk vergeleken bij de particuliere ziekenkostenverzekeraars. De fondsen vormen één front en vertegenwoordigen daardoor een groot aantal verzekerden. De particuliere verzekeraars, die tegenover dezelfde groep artsen staan, werken nauwelijks samen. Dat komt onherroepelijk tot uiting in de hoogte van de uit te keren honoraria en de stijging daarvan, aldus het verslag.

Verschiliende klassen Het geeft ter illustratie wat tarieven die worden berekend voor één en dezelfde behandeling, voor fondspatiënten en voor particulier verzekerde patiënten in de verschillende klassen. Behandeling van een dubbelzijdige liesbreuk kost een fondspatiënt ƒ 126,—; een particulier 3e klas betaalt ƒ 429,—; een particulier 2e klas B ƒ 614,— en 2e klas A ƒ 785,—. Het wegnemen van de helft van de lever: fondspatiënt: ƒ 332,—; 3e klas particulier: ƒ 1.220,—; 2e klas B: ƒ 1.757,—; en 2e klas A: ƒ 2.254,—. Bij het wegnemen van de baarmoeder varieert de prijs van ƒ 221,— (fonds) tot ƒ 2.000,— particulier 2e klas A). 'Hiermee is duidelijk geworden,' zegt het verslag, 'dat bij het tot stand komen van artsentarieven niet zozeer rationele argumenten, of de 'keiharde wetten van vraag en aanbod' gelden, als wel de machtspositie die de medici in onze maatschappij innemen.' H. C. van der Hoeven doet in zijn brochure 'Een vriendelijk rookgordijn' een gooi naar de herkomst van het inkomen van de specialist (ook hier geen

cijfers): 'Als vuistregel wordt aangenomen, dat de specialist tweederde van zijn inkomen verkrijgt uit zijn particuliere praktijk en eenderde uit de ziekenfondspraktijk. Het aantal door hem te behandelen ziekenfondsverzekerden is echter tweemaal zo groot als het aantal particulierepatiënten.'

Verandering De pleidooien, de geschriften, de congressen en soms zelfs uit acties uitgedragen mening dat er iets moet veranderen in de gezondheidszorg zijn de laatste jaren niet van de lucht. Vakbonden leverden een schets voor een algemene volksverzekering; gestudeerd werd (en wordt) op betere planning in de ziekenhuisbouw; vrij algemeen wordt aangedrongen op terugkeer naar de huisarts, die zich dan samen met andere werkers in de gezondheidszorg zouden moeten vestigen in groepspraktijken, gezondheidscentra of andere benamingen voor hetzelfde grondidee; de drang naar vereenvoudiging van de 'kakelbonte lappendeken', dat wil zeggen: van de Nederlandse gezondheidszorg is algemeen; het verlangen naar iets anders, gaat zo ver dat men (voornamelijk de medische kring en directe omgeving, dat mag niet worden vergeten) zich herbezint op vragen als wat is gezond? Wat is ziek? Zoekers en speurders naar een alternatief komen echter vaak niet verder dan een diagnose. Over de kwaal bestaan kasten vol lectuur; de hoeveelheid voorgestelde therapieën mag er eveneens zijn. Tevens is echter waar, dat situaties 'historisch zijn gegroeid', zoals dat heet en belangen zijn gevestigd. Het verslag van de VUprojectgroep citeerde een voorzitter van de Landelijke Specialisten Vereniging: 'In de honorering moet de doelstelling: een optimale gezondheidszorg van het LSV tot uitdrukking komen.' Het verslag citeerde gelukkig in één adem de opinie van J. Wemelsfelder die in 1967 schreef, dat het recht op een passende beloning en de best mogelijke gezondheidszorg geen doelen zijn die in eikaars verlengde liggen.

25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 393

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's