VU Magazine 1975 - pagina 19

14 Nee, maar ben wel over alles beter gaan nadenken en meer informatie over alles gezocht. 15 Niet sinds de studie, maar al eerder vooral sinds Ik uit huis ben. 16 Je gaat meer genuanceerd denken en je komt met geheel andere meningen en opvattingen in aanraking, bv op het gebied van geloof, politiek. Ik werd gedwongen over dit soort zaken zelf na te gaan denken, waardoor je met andere ogen tegen dergelijke zaken gaan aankijken. Vooral als je zoals ik tot de middelbare school praktisch alleen met 'gelijkdenkenden' in aanraking kwam. Nu leer ik de dingen ook eens vanuit een ander standpunt bekijken, hoewel mijn opvattingen over geloof, politiek, sex, drugs, milieubeheer enz. niet wezenlijk zijn veranderd. 17 Nee 18 Ja, over alles eigenlijk. Ik heb een veel bredere visie gekregen over allerlei zaken, ik ben geestelijk gegroeid. Een belangrijk andere. 20 Eigenlijk niet. Mijn opvattingen zijn alleen wat bewuster en genuanceerder geworden.

Vraag 3. Schrijft u eventuele veranderiny^en toe aan de universiteit (het onderwijs) of meer aan de vriendenkrinp, van uw zoon/dochter? 51 Niet van toepassing.

62 Normale

ontwikkeling.

52 Zowel aan het zelfstandig bepalen om colleges te volgen of niet, als het ontmoeten van nieuwe vrienden, zowel binnen als buiten de studierichting.

63 Gedeeltelijk ook wel aan de VU. Er moet vooral gedurende het eerste jaar méér opvang, méér persoonlijke begeleiding, contact zijn. Derhalve de studenten niet aan hun lot overlaten!!

53 Zowel universiteit als ontstane contacten op wooneenheid van VU-flat hebben in belangrijke mate tot verheugende ontwikkeling bijgedragen.

64 Door universiteit en vriendenkring en ook een zekere mate van zelfstandigheid en sport roeien bv.

54 Niet van toepassing.

65 Meer aan de vriendenkring.

55 Misschien komt het dat ik weinig van verandering merk, door het feit dat hij zich 's avonds nog beweegt in de kring van vrienden die hij op het atheneum ook al had.

66 Veranderingen hangen zowel samen met de omgeving ~ verdieping van kennis en ervaringen met dispuutgenoten - als met het rijper worden als mens. 67 Voornamelijk aan de vriendenkring.

56 Wij dachten dat mede de universiteit hier invloed heeft. De zeer vreemde opvattingen van veel studenten over godsdienst, geloof en politiek oefenen zeer zeker op 1 e-jaarsstudenten, een verkeerde invloed uit.

68 Ten dele ja. Ik had van de VU een positievere Christelijke stellingname verwacht t.o.v. de levens- en maatschappijproblemen. 69 Aan beide en kamerleven.

21 Nee (waarbij ik wel moet aantekenen dat ik pas relatief kort, nl. anderhalf jaar studeer).

57 Beide. 58 Gedeeltelijk aan de universiteit, omgang met andere personen en zijn vrienden en vriendinnen welke reeds op de middelbare school tezamen met hem studeerden.

22 Ja.

59 Niet van toepassing.

71 De directe oorzaak is vriendenkring; toch gaat de universiteit niet vrij uit. Ze schept de mogelijkheden; geeft onvoldoende voorlichting en begeleiding.

23 Bijbei serieuzer gaan lezen.

60 Voornamelijk door de universiteit.

72 Aan beiden.

Samengevat:

61 Neen. Volgens mij de leeftijd en de spanning van het examenjaar van de H.B.S.

73 Waarschijnlijk heeft de vriendenkring meer invloed.

Veel ouders constateren veranderingen bij zoon of dochter sinds het begin van de studie, maar verreweg de meeste uiten zich daarover positief. Slechts één reactie windt er geen doekjes om dat men 'zeer ongelukkig' is met de opgetreden verandering, nl. waar 'n zoon of dochter 'geheel de fundamentalistische kant' is opgegaan. 'Niet zo gelukkig' is een ander ouderpaar over de opvattingen van de zoon over godsdienst, het geloof en politiek, al acht men het 'n winstpunt dat hij zelfstandiger is geworden. Overwegend in het beeld van de ouderantwoorden is voldoening over opgetreden veranderingen. In studentenentwoorden komt veel vaker dan in die van de ouders ontkenning voor van verénderingen. En waar sprake is van verandering wordt het studeren vaak niet als oorzaak gezien.)

Vraag 3,

S c h r i j f t u e v e n t u e l e v e r a n d e r i n g e n toe aan de u n i v e r s i t e i t ( h e t o n d e r w i i s ) of meer aan uw v r i e n d e n kring?

1 Allebei. 2 Aan m'n vriendenkring, maar in zeer brede kring; vnl. vrienden buiten Amsterdam, ook aan m'n eigen ontwikkeling, sinds ik uit huis ben, ben ik meer zelf gaan nadenken. 3 Beiden, maar ook aan de psychologische ontwikkeling (ik ben op m'n 17e gaan studeren) dus voor: 'groei naar volwassenheid'. 4 Aan de universiteit en aan het feit dat ik ouder ben geworden. 5 Beide.

70 Niet van toepassing.

6 De invloed uitgaande van de universiteit is bij mij vrijwel te verwaarlozen, voorzover ik dat zelf kan nagaan. Van de vriendenkring is veel significanter, deze kring is nogal heterogeen van samenstelling slechts een deel ook-studenten en dan nog niet eens van dezelde studierichting. 7 In zeer kleine mate aan universiteit (geloof misschien). Iets meer aan vriendenkring. 8 Het uitbouwen van bepaalde opvattingen bijv. politieke gezindheid, daar heeft de universiteit weinig invloed op en je kiest je vrienden naar gelang je opvattingen. Ik zie het als een rijpingsproces. 17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen