GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 33

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 33

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

saties en gesprekskringen gehouden. Evenals nu avond aan avond. Maar de deelnemers zagen elkaar slechts dat éne uur in de week, tenzij ze ook nog uit anderen hoofde met elkaar te maken hadden. Zij zouden stellig vreemd hebben opgekeken, als ik hen had voorgesteld om als groep een weekend buiten de stad te houden. Nu wordt door practisch alle groepen om zo'n weekend gevraagd.

Kleine groepen studenten die in kleine groepen samenwerken, zoeken tegenwoordig in die kleine groepen ook hun gezelligheid. Dat geldt voor catechisaties en gesprekskringen. Maar evengoed voor werkgroepen binnen de faculteit en binnen organisaties als SRVU. Misschien is het nog beter om te zeggen: pas in de kleinere groepen, waarvoor die ook gevormd zijn, krijgen studenten nu de kans om naar voren te komen met wat hen het meest aangaat. Daar kunnen ze te maken krijgen en meedoen met wat hen raakt. Die gelegenheid is er niet of nauwelijks in de grotere, meer officiële en als zwaardere instituten opgezette organisaties. Zodra je met meer dan twintig samen bent, is er veel minder tijd en plaats om ieder het zijne te laten zeggen en doen. Pas in de overzichtelijke groep van beter met elkaar bekenden kan je een beetje jezelf proberen te zijn. En daar gaat het dan meteen ook gezelliger toe. Vandaar die huizen bovenaan op ons verlanglijstje. Een huis in de stad. Plaats voor kleinere groepen van allerlei komaf en voor heel uiteenlopende doelen bij elkaar gebracht. Plaats om elkaar tegen te komen, om samen wat te bedenken of te vieren. Plaats ook voor iemand, die ineens zonder kamer zit. En een huis buiten de stad, in een wat rustiger omgeving, om met een groep een weekend naar toe te gaan. Waar je de tijd hebt om wat langer door te praten, elkaar wat beter te leren kennen en voor vele gezelligheden.

Vriendelijker Als je de jongste studentengeneraties vergelijkt met hun voorgangers van een jaar of vijf terug, dan maken de studenten van nu een aardiger en vriendelijker indruk. In allerlei activiteiten voor de democratisering van universiteit en samenleving ging men er destijds feller tegenaan. Nu gaat

het over het algemeen minder opvallend en rustiger toe. Er wordt veel energie aan besteed om wat ik dan maar de 'kleine groepen' noem een gezelschap te vormen waarin ieder mee kan doen op zijn eigen manier. Ik geloof niet, dat men zich in zulke kleine groepen afsluit van wat er in de grote wereld gebeurt. De kans om zich daarmee nu gezamenlijk en wat grondiger bezig te houden wordt vaak heel degelijk benut. Hoogstens wordt er wat nadrukkelijker afstand genomen van de grote instituten van de school, de politiek en de kerk. Er zijn om maar iets te noemen, nog meer mensen dan vroeger, die met liefde in allerlei kerkewerk meedoen maar die er niet over piekeren om 'openbare belijdenis des geloofs' af te leggen. Men wenst op een veilige afstand te blijven van de 'officiële kerk'.

Huwelijk Hetzelfde kom je tegen in de praktische bejegening van het huwelijksinstituut. Het studentenhuwelijk heeft zijn langste tijd waarschijnlijk al weer gehad. Steeds meer studenten gaan nu in een trouw verbond van man en vrouw leven, zonder dat de burgerlijke stand er aan te pas komt. Daarbij zijn ze niet gebonden aan het geijkte rollenpatroon, dat het huwelijk voor getrouwden heeft klaar liggen. Van deze vrijheid wordt dikwijls vindingrijk gebruik gemaakt om samen te leven op een manier, waarbij én zij én hij meer als gelijken tot hun recht komen. 'Het huwelijk' zien zij voor zichzelf voorlopig niet zo zitten. Ondertussen is het beslag, dat de diverse faculteiten leggen op de studenten, de laatste jaren eer groter dan kleiner geworden. Er zijn vooropleidingen, waarvan de tekorten in de eerste studiejaren moeten worden ingehaald. Ook de avonden worden nu gebruikt voor bijeenkomsten van faculteitswerkgroepen. Er is een uiterst beperkte keus voor wie zelf de datum voor zijn tentamen wil kiezen. En dan praat ik nog helemaal niet over de spanningen die worden veroorzaakt door allerlei pogingen om de tijd beschikbaar voor bepaalde studieprogramma's te verkorten, zonder het programma echt te veranderen.

Verschil Er is een hemelbreed verschil tussen de

studie-vrijheid aan de universiteit zo omstreeks 1950 en nu. Maar ook de veranderingen in de laatste acht jaren zijn op dit punt aanzienlijk. En dan gaat het, volgens mensen die uit ervaring kunnen spreken, aan de VU allemaal nog weer menselijker aan toe dan een veel grotere universiteit als de Universiteit van Amsterdam. Daar moeten allerlei regelingen nog onverwrikbaarder zijn. Aan de heel wat minder grote VU is meer plaats voor uitzonderingen. Het kon wel eens zijn, dat er in de laatste jaren nergens zo veel onveranderd Is gebleven als in de verhouding tussen de studenten en hun ouders. Ik denk nu vooral aan de financiële afhankelijkheid van thuis, die voor veel studenten geldt. Er is deze week een nieuwe regeling van de studiefinanciering bekendgemaakt, die zal ingaan per september 1977. Het ziet er naar uit dat ook deze regeling geen verandering zal brengen in die afhankelijkheidssituatie. Studerende kinderen van wat meer welgestelde ouders blijven voor het grootste deel van hun levensonderhoud aangewezen op die ouders. Het feit dat die kinderen meestal meerderjarig zijn, soms getrouwd, vaak al jaren uit huis en ook zelf, everfals hun ouders, een flinke portie werk verzetten, heeft daar tot nu toe geen verandering in gebracht. Er zijn vast wel ouders, die het makkelijk kunnen doen, hun studerende kinderen een toelage geven. Toch voelen die kinderen zich ook dan maar al te vaak 'schuldig', dat ze nog steeds op de zak van hun ouders leven. Er zijn ook ouders, die het in werkelijkheid door allerlei oorzaken, minder breed hebben dan de voor hen geldende ministeriële regeling doet vermoeden. Het komt geregeld voor, dat de kinderen van deze ouders de broekriem strakker gaan aanhalen dan gezond kan zijn. Of ze nemen er bij hun dagelijks studiewerk nog een baantje, dat verdient, bij. En ook dat is dikwijls meer dan lijden kan.

Onafhankelijk Verschillende studentenorganisaties, waaronder vroeger de S.V.B, en nu het L.O.G., hebben al jarenlang gepleit voor een studiefinanciering, die aan alle studenten een van hun ouders onafhankelijke positie zou geven. Iets waar én de ouders én de studenten belang bij hebben. Tot nu toe is echter het meeste hier bij het oude gebleven. Er zit voorlopig niets anders op dan dat ouders samen met hun studerende kinderen de financiële zaken nu zelf maar zo regelen, dat beide groepen er zo goed mogelijk bij varen. Voor een goede onderlinge verhouding is financiële onafhankelijkheid van de studenten meestal echt wel nodig.

31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 33

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's