GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 159

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 159

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Het motief van dr. Kastein Directe aanleiding tot de moordaanslag op Seyffardt is een nieuw bericht in de kranten van 4 februari '41, dat de indruk versterkt als zou er 'n soort NSBregering in de maak zijn. In ruil voor z'n eed op Hitler, mocht Mussert zich sinds december 'Leider van het Nederlandse Voll<' noemen. De vorming van een kabinet-Mussert was hem niet toegestaan, wel mocht hij een 'Secretarie van Staat' inrichten, dat door Seyss Inquart voortaan diende te worden geraadpleegd. Op dezelfde dag (4 februari '41) als waarop de Duitsers de val van Stalingrad toegeven (er wordt een rouw afgekondigd) worden de namen gepubliceerd van Musserts 'Gemachtigden' voor de diverse departementen. Een van hen is generaal Seyffardt 'Gemachtigde voor het Nederlands legioen'.

verzamelde militaire inlichtingen, trachtte treinen tot ontsporing te brengen toen de Jodendeportaties begonnen en stichtte brand in de Hollandse Schouwburg. De Jong: 'Er werd, vonden zij, in Nederland niet genoeg daadwerkelijk verzet geboden; op de communisten onder hen ging van de prestaties van het Rode Leger en van de Russische guerrillatroepen die de Wehrmacht achter het Oostelijk front bestreden, een machtig inspirerende werking uit.' Kastein was aanvankelijk met Gerben Wagenaar en andere communistische leiders van mening dat liquidatie van de met de Duitsers medewerkende hoofden van departementen belangrijker was, dan aanslagen op top-NSB-ers, die toch weinig of niets te vertellen hadden. Vermoedelijk omstreeks half januari 1943 smokkelden Kastein en Wagenaar een tijdbom binnen in het vergadervertrek van het college van secretarissen-generaal. 'Het schijnt dat de wekker, die aan de lading bevestigd was, iets te luid tikte, waardoor het complot mislukte'. (De Jong). Nog geen uitvoering was gegeven aan 'n nieuw plan: elke week de liquidatie van een vooraanstaand helper van de vijand, toen Mussert z'n lijst 'Gemachtigden' publiceerde. Kastein en Jan Verleun komen snel in actie. Vrijdagavond 5 februari '41 bellen ze aan bij Seyffardt en schieten hem neer. Dinsdag 9 februari wordt het bericht van de moordaanslag gepubliceerd. De volgende dag wordt in Den Haag een indrukwekkende rouwplechtigheid georganiseerd, waarbij alle Nederlandse en Duitse topnazi's aanwezig zijn. Voor de ingang van de RidderNazl-bonzen achter de kist van Seyffardt. Midden Seyss-lnquart, naast hem Mussert en geheel rechts Rauter, die 50 gijzelaars wilde laten executeren. Hij let scherp op het publiek langs de weg. Dezelfde dag telegrafeert hij Himmler dat de overgrote meerderheid van de bevolking 'ijskoud afwijzend' jegens de NSB is geworden.

Jan Verleun

Dr. Kastein

'Zou hij in een kabinet-Mussert de minister van defensie worden, belast met het oproepen van dienstplichtigen voor het Oostelijk front? Dan leek het nuttig, hem als eerst uit te schakelen,' zo geeft De Jong in het zojuist verschenen deel 6 van zijn 'Geschiedenis' de gedachtengang weer van de Haagse zenuwarts en communist dr. G. Kastein (34). Al voor de oorlog was deze actief bij het uit Duitsland smokkelen van vervolgde communisten; als chef van een Nederlandse ambulance had hij deelgenomen aan de Spaanse burgeroorlog. Kastein stond in nauw contact met een Amsterdamse verzetsgroep CS-6, die weliswaar bindingen had met de illegale CPN, maar toch geen deel uitmaakte van de sabotageorganisatie van de communisten. De oorsprong van deze groep, moet volgens De Jong gezocht worden bij 'n aantal jeugdige Amsterdamse studenten, Jans Katan, Leo Frijda (wiens vader de hoogleraar H. Frijda als enige principieel geweigerd had lid van de Joodse Raad te worden) en de gebroeders Gideon Willem en Jan Karel Boissevain. De Boissevains woonden thuis bij hun ouders op het adres Corellistraat 6, waaraan de verzetsgroep haar naam ontleende CS-6. Ook anderen werden er nadien bij betrokken, o.w. een rooms-katholieke jongeman Jan Verleun. Van deze jongeren ging een grote dadendrang uit; men

Door een dichte haag van politieagenten trekt de stoet achter de kist van Seyffardt door Den Haag.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 159

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's