GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 376

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 376

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

]^ magazine 22

derzoek juist in het „middenregister", daar waar de complexiteit der systemen der verschijnselen een essentiële karaktertrek van de gehele problematiek vormt. We hebben overigens reeds opgemerkt dat ook daar nog een hele scala van afmetingen te onderscheiden valt. Vandaar dat men binnen de meteorologie van micro-meteorologie en macro-meteorologie kan spreken (de laatste term is mindergangbaar), en eventueel nog van een meso-meteorologie daartussen in. Demeteorologiedieaande VU dooreen kleine groep van het Instituut voor Aardwetenschappen bedreven wordt — het eigen onderzoekwel te verstaan — beperkt zich tot de micrometeorologie. De praktijk ervan speelt zich in hoofdzaak af op het eiland Schiermonnikoog, waar onder meer gewerkt wordt aan problemen van verdamping (van belang voor de waterhuishouding) en van micro-klimaatverschillen binnen een duinlandschap (van belang voor biologisch onderzoek, in het bijzonder betreffende ecologische problemen), om maar enkele te noemen.

Verwachting Ook op 't KNMI wordt natuurlijk aan kleinschalige problemen gewerkt, zeer in 't bijzonder aan problemen van de alleronderste luchtlagen. Het is echter duidelijk dat de weerdienst-meteorologen het vooral moeten hebben van watwedemacro-meteorologiehebbengenoemden voor verwachtingen op langere termijn moet meteorologieop-wereldschaal bedreven worden. De Nederlandse meteorologen spreken, bescheiden als ze zijn, niet van „voorspellingen" maar van verwachtingen. Zij weten veel te goed dat men betrouwbaarder een zonsverduistering voor over drie eeuwen kan berekenen dan het weer voor over drie dagen. De oorzaak hiervan ligt natuurlijk in die enorme complexiteit van het atmosferisch gebeuren, een complexiteit die vooral te danken is aan al die grillige grotere en kleinere details van het aardoppervlak waarmee de atmosfeer in onlosmakelijke wisselwerking staat. Het eenvoudigst zijn de patronen van het atmosferisch gebeuren in de bovenlucht. Het is dan ook vooral daar dat de electronische computer grote vooruitgang in de berekenbaarheid heeft verschaft. Men vergist zich echter wanneer men denkt dat met steeds machtiger computers ook een onbeperkte verbetering der weersverwachtingen bereikt zal kunnen worden. Dat verhinderen al die niet te verdisconteren details in de onderste luchtlagen, die te danken zijn aan zulke kleinigheden als de vorm van een kustlijn,

de temperatuur van (bij voorbeeld) het Noordzeewater voor de Schotse kust, of de „toevallige" aanwezigheid van een wolkendek dat is komen aandrijven over een bepaald gebied, om van kleinere details (die in principe eveneens van invloed kunnen zijn) maar te zwijgen. De beste formules en het beste rekentuig kunnen nooit betere berekeningen maken dan de gegevens, die men „erin stopt", toelaten. De gegevens nu, moeten van de waarnemingen komen, maar die waarnemingen kunnen alleen steekproefsgewijze gedaan worden op een beperkt aantal plaatsen die samen slechts een wjjdmazig net vormen. Nu zou dit allemaal niet zo erg zijn — want men zou zich immers tot de grote lijnen van het atmosferisch gebeuren kunnen beperken (en men doet dat in de praktijk ook inderdaad) en daartoe ook de gegevens waarvan men uitgaat vereenvoudigen, de „patronen" daarin a.h.w. gladstrijken; men zou, met andere woorden, zich tot het macro-gebeuren kunnen beperken en daartoe dan voldoende hebben aan de grote lijnen van de gegevens waarvan menuitgaat — ware het niet dat wat zich op macro-schaal afspeelt niet geïsoleerd is van wat op microschaal gebeurt, maar daaraan gekoppeld is op een wijze die men in vaktaal aanduidt door te zeggen dat hier ontstabiliteiten ingebouwd zijn.

Kleine oorzaken Dit wil zeggen dat hier kleine oorzaken grote gevolgen kunnen hebben, of preciezer gezegd: dat heel kleine verschillen in de beginsituatie van een systeem (in casu: de atmosfeer) willekeurig grote verschillen in de ontwikkeling van het verdere gebeuren tot gevolg AüA7/7e/7 hebben. Het is duidelijk dat dit een eind maakt aan alle speculatie overdemogelijkheid van een onbeperkt opvoeren van de nauwkeurigheid en (vooral)van de draagwijdte (in de tijd) van weersverwachtingen. Daartoe zou immers in principe het waarnemingsnet willekeurig dicht gemaakt moeten kunnen worden, om elk detail te kunnen vangen, wat natuurlijk principieel onmogelijk is. Daarmee is dus een principiële grens aan de voorspelbaarheid van het atmosferisch gebeuren gesteld. Wat men hiervan ook vindt, in ieder geval noopt dit de mens tot bescheidenheid — een bescheidenheid die ook de eredoctor van de Vrije Universiteit, Herman Cornells Bijvoet, die zozeer zijn sporen op dit gebied verdiend heeft, altijd heeft gekenmerkt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 376

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's