GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 243

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 243

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

troosteloos verschiet opener). Zijn er zelfs wel medici en natuurptiilosophen van wetenscliappeliji<.e gehalte, die zich daartoe zouden laten vinden?' Maar de VU-leiding weet de zaak een binnenbrandje te iiouden. Ds. J. J. Buskes (Geeikerkiaan) concludeert tenslotte 'Er is niets veranderd, maar men schijnt voor de consequenties van 'Assen' terug te schrikken. De leiders doen al hun best - hadden zij het slechts eerder gedaan - om bijeen te houden wat nog bijeen gehouden kan worden.'

Colyns 'wonderkind' Het slagen van zijn nabiuswerk blijkt niet-theoloog Colijn wat overmoedig te hebben gemaakt. De Vries verwondert zich in zijn vorig jaar verschenen boek over de onbekommerdheid waarmee de a.r. politicus Geelkerkianen wil betrekken bij een internationale organisatie van Calvinisten. 'De debatten die t.a.v. de VU gedoofd zijn, zuilen in hevige mate weer opvlammen, wanneer biijlct dat in de calvinistenbond in Nederland ook aanhangers van Geelkerken mee gaan werken. De problematiek die hier aan de orde is, blijkt dan met hernieuwde kracht terug te keren. We zijn in dit onderdeel overigens dezelfde schrijvers tegengekomen als bij de weergave van de debatten rondom de calvinistenbond. Het is wel duidelijk hoe nauw de materie van de VU problematiek èn die van de calvinistenbond met elkaar verbonden zijn. Na wat er aan de VU gepasseerd is wordt ook beter verstaanbaar, waarom bijna heel de gereformeerde pers weer in het geweer kwam, toen ook de calvinistenbond - nog wel vrijwillig - aanhangers van Geelkerken bleek toe te laten.' Inderdaad barst prompt de discussie los, wanneer december 1929 tenslotte de Bond van Gereformeerden (Calvinisten) zich met een perscommuniqué aandient. Iedereen kan waarnemen welk 'wonderkind' Colijn heeft verwekt (beeldspraak van ds. H. C. van den Brink in 'Woord en Geest'). Geelkerkianen zitten broederlijk in het bestuur naast mannen, die hen in 1926 uit de kerk hebben verwijderd als 'aanranders van het Schriftgezag'. Hoe kan dat nu? De latere Kamper hoogleraar K. Schilder slaat toe in 'De Reformatie'. Het misbruik van den Calvinistischen naam kan nauwelijks te sterk worden bestreden', citeert hij mede-redacteur Hepp, niet zozeer om z'n collega te plezieren als wel om hem met eigen uitspraken om de oren te slaan. Het wordt een fel conflict tussen beide theologen, eindigend met het vertrek van Hepp uit de redactie van De Reformatie. Er zijn ook Geelkerkianen, die zich ergeren aan de politiek van Colijn c.s. 'In de bond elkander erkennen als gereformeerde belijders van verschillende nuanceringen, buiten de bond elkander bestrijden en aan het eenvoudige volk voorstellen als aanranders en ondermijners van de Gereformeerde belijdenis, het één sluit het andere uit.' klinkt het vanuit Texel. Daar staat ds. J. J. Buskes, even strijdbaar als Schilder, even afkerig van theologisch-politieke compromissen, niet minder begaafd schrijver. Hij wantrouwt Colijns internationale zeer. 'I-let is o.i. waarlijk niet toevallig, dat het initiatief niet genomen is door de domine's, maar door de politici, dat niet een theoloog, maar een jurist praeses is geworden', oordeelt hij over de pas gestarte bond.

En alle slapende honden ter rechterzijde van het gereformeerde erf schrikken klaarwakker bij zijn voorspelling: 'In de Calvinistenbond graven de mannen van Assen voor Assen een graf'. (Woord en Geest, 14febr. '30).' Dit is precies wat Schilder c.s. vrezen. Hoewel theologisch eikaars tegenvoeters, verschillen Buskes en Schilder niet van mening in hun analyse van de zaak. Buskes: 'Ds. Schilder wijst in zijn beschouwingen in de grond der zaak op het onzuivere en onwaarachtige van de samenwerking in de Calvinistenbond. Wij zijn het van harte met hem eens.' Overigens verwacht Buskes geen lang leven voor de calvinistische bond. 'Het is zeer waarschijnlijk dat de hooggeleerde leiders het ditmaal zullen moeten afleggen. De Bond zal dan een zwak bleekneusje blijven, dat met kunst en vliegwerk (Colijn's kindermeel uit het Kuyperhuis) in het leven wordt gehouden. Een heel kleine kans, dat het erdoor heenkomt. Een heel grote kans, dat het zijn natuurlijke dood sterft, al heel spoedig.' Buskes blijkt een kenner van het gereformeerde leven. Door al het rumoer komt er niets van Hepp's plan om in 1930 - samenvallend met het VU-jubileum een eerste Calvinistische Internationale in Amsterdam te houden. De Nederlandse Bond sterft een spoedige dood. Britse calvinisten (de Sovereign Grace Union) nemen het initiatief over en beleggen in 1932 het eerste Calvinistische congres in Londen. VU-hoogleraar dr. F. W. Grosheide schrijft in dat jaar 'Daf congres, ongetwijfeld een zeer belangrijke gebeurtenis, had in Nederland gehouden kunnen worden en de Nederlandse Gereformeerde theologie, dit te nemen in de ruime zin des woords, had daarbij zoal niet de leiding dan toch een zeer voorname plaats kunnen hebben, indien niet de kritiek, die de consequenties van haar optreden niet zag, in Nederland de Calvinistenbond had doodgedrukt. Zo gaat deze zeer belangrijke zaak ons voorbij. . . Maar de schuld, dat nu anderen doen, wat wij hadden kunnen en misschien mag ik wel zeggen hadden moeten doen, ligt bij onszelf. Nu zal niet het Nederlandse Calvinisme een rol van betekenis spelen in de internationale beweging.'

Amsterdam Een brede deputatie Nederlandse calvinisten trekt in 1932 naar Londen, de thuisblijvers blijven waakzaam, maar toch betrekkelijk rustig, totdat Schilder (inmiddels gepromoveerd en hoogleraar in Kampen geworden) er najaar 1933 lucht van krijgt dat het de bedoeling is om het Tweede Internationale Calvinisten Congres het jaar daarop in Amsterdam te houden. Hij begint in De Reformatie zijn wapens reeds te wetten; het ijzingwekkende geluid doet alvast enkele Geelkerkianen verdwijnen uit de initiatiefnemende kring; pogingen om Schilder in De Reformatie tot zwijgen te bewegen (V. H. Rutgers) mislukken. Oorverdovend is het protest dat hij aanheft, wanheer hij in de loop van 1934 in het organiserend comité de naam aantreft van prof. dr. Th. L. Haitjema in Groningen. Want Haitjema is een Barthiaan. 'Gelooft iemand dat Haitjema gereformeerd is?' zo roept Schilder uit. Hij eist van zijn mede-redacteur van De Reformatie 2

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 243

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's