GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 429

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 429

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magadne 31

Ondanks de remmende invloed van de partij-ideologie is de laatste twintig jaar aanzienlijke vooruitgang geboekt

mogelijkerwijs de marxistisch-leninistische principes kunnen aantasten mogen niet al te veel aandacht krijgen. Een goed voorbeeld is het lot van de speltheorie, een wiskundige methode om de besluitvorming in conflictsituaties te bestuderen. In het midden van de jaren '60 zag het er even naar uit dat de speltheorie aanvaard zou worden als een legitieme methode van onderzoek op het terrein van de internationale betrekkingen. Sindsdien echter is het enthousiasme voor deze methode sterk bekoeld. Waarom? De reden moet waarschijnlijk gezocht worden in de mogelijke onverenigbaarheid van de speltheorie met de marxistische dialectiek. Het zou te ver voeren hier uitgebreid op in te gaan. Maar één reden moet hier zeker genoemd worden waarom de partij de speltheorie met achterdocht beschouwt. De speltheorie suggereert namelijk dat de eigen strategie en de eigen doelstellingen niet alleen bepaald worden door de keuzen die men zelf maakt, maartevens afhankelijk zijn van de strategie en doelstellingen van de tegenstander. Nu dienen marxisten altijd rekening te houden met de activiteiten en de doelstellingen van de tegenstander, maar zeker niet in die mate dat het eigen gedrag en de eigen doelstellingen op één lijn worden geplaatst met die van de tegenstander. Het is in strijd met het marxisme te suggereren dat de eigen doelen en handelingen een functie, zij het een partiële, zijn van die van de tegenstander. De speltheorie is een goed voorbeeld van de problemen waarmee de wetenschappers in de Sowjetunie geconfronteerd worden als gevolg van het introduceren van westerse methoden. Het zal interessant zijn te zien of de Sowjetunie in staat zal zijn de speltheorie en andere methoden ten eigen bate te benutten zonder er een ideologische prijs voor te betalen.

Gewijzigd perspectief Sinds 1956 hebben zich zeer belangrijke wijzigingen voorgedaan in het Sowjetperspectief opde internationale politiek. Deze wijzigingen blijken weliswaar niet uit de officiële Sowjetpropaganda, maar komen wel degelijk naar voren in de publicaties van specialisten. Bijzonder boeiend is bij voorbeeld de evolutie van het Sowjetdenken over het Ameri-

kaanse buitenlands-politieke gedrag. In Moskou gelooft men niet langer dat het Amerikaanse besluitvormingsproces beheerst wordt door de bankiers en financiers van Wall Street. Het zwaartepunt van de besluitvorming ligt naar hun mening in Washington en met name in het presidentschap. De staat is niet louter een instrument van de heersende klasse, maar oefent een autonome invloed uit. Het belangrijkste doel van de Amerikaanse heersende klasse is niet langer vernietiging van de socialistische Sowjetunie. maar het nastreven van veiligheid. Dit zijn opvattingen die in wezen geheel aansluiten bij die van Amerikaanse specialisten op het gebied van de internationale politiek. Sommige wetenschappers in de Sowjetunie gaan zelfs zover in feite te ontkennen, dat alle beleid, inclusief het buitenlandse beleid, gezien moet worden als onderdeel van de bovenbouw, waarvan de inhoud bepaald wordt door de economische basis. Zo verklaart de al eerder genoemde Arbatov bij voorbeeld dat het reduceren van politiek tot economie, het vergeten van de omgekeerde invloed van de politiek op de economie, van de rol die de ideologie en, tot op zekere hoogte, historische personen spelen, alsmede het negeren van de invloed van binnenlands-poiitieke processen, in feite neerkomt op een ,,vulgarisering" van het marxisme. Een andere auteur, 1. Lemin, zegt wat voorzichtiger hetzelfde: Hoewel economische en klassebelangen de belangrijkste krachten in de politiek zijn, spelen andere factoren een zekere, en soms een zeer belangrijke rol. Zulke factoren zijn: ideologie, historische tradities, nationale eigenschappen en bepaalde persoonlijkheden. Een analyse van het buitenlandse beleid mag de invloed van deze factoren niet negeren, met name niet die van de ideologie, die een kracht is die het beleid stimuleert en stuurt. Aldus Lemin. Niet alleen zijn de Sowjetopvattingen betreffende het Amerikaanse buitenlandse beleid, en de determinerende kracht(en) van het buitenlandse beleid in het algemeen grondig veranderd, oók ten aanzien van een groot aantal andere aspecten van de internationale politiek is dit het geval. Het zou echter te ver voeren hier verder over uit te weiden. Gesteld kan niettemin worden dat het Sowjetperspectief op de internationale politiek

gedurende de laatste twee decennia in steeds toenemende mate een realistisch karakter heeft gekregen. Dit positieve feit is in niet geringe mate te danken aan het werk van de Sowjetspecialisten op het terrein van de buitenlandse politiek.

Conclusie De leer der internationale betrekkingen in de Sowjetunie, die nog altijd niet officieel is erkend, is opgegroeid in de schaduw van het marxisme-leninisme en is dientengevolge niet tot volle bloei kunnen komen. Ze ontwikkelt zich onder strenge supervisie van de partij, die een beslissende rol speelt in de organisatie en de ondcrzoeksstructuur van de discipline. De leer der internationale betrekkingen zal haar sterke normatieve oriëntatie in de toekomst blijven behouden: Haar uiteindelijke raison d'etre bestaat in haar dienstbaarheid aan het regime. Dit feit belet haar fundamentele vragen te stellen ten aanzien van de buitenlandse politiek.van de Sowjetunie. Ondanks de remmende invloed van de partij-ideologie, is de laatste twintig jaar in theoretisch, methodologisch en praktisch opzicht aanzienlijke vooruitgang geboekt. Of ook gedurende de komende jaren van vooruitgang sprake zal zijn, staat echter te bezien. De leer der internationale betrekkingen in de Sowjetunie heeft thans een punt bereikt, waarop ze zich niet veel verder meer kan ontwikkelen zonder te gaan tornen aan de principes van het marxisme-leninisme. Dit zal de partij niet tolereren. Vandaar dat de vooruitzichten voor verdere ontplooiing in de nabije toekomst weinig gunstig zijn.

Geraadpleegde literatuur: 1. R. N. Berki, ,,0n Marxian Thought and the Problem of International Relations", World Politics, XXIV, 1 (Octoberl97I), pp. 80-105 2. L. G. Churchward, The Soviet Intelligentsia. Londen 1973 3. M. F'ainsod, „Through Soviet Eyes", Problems of Communism, XIX, 6 (November-December 1970), pp. 59-64 'I.J. Goormaghtigh, „International Relations as a Field of Study in the Soviet I'nion", The Year Book of World Affairs. 28,1974, pp. 250-261 5. R. H. W. Theen, „Political Science in the USSR: „To Be or Not to Be", World Politics, XXIII, 4 {.July 1971), pp.684-703 6. E. A. Weinberg, The Development of Sociology in the Soviet llnion. Londen 1974 7. W. Zimmerman, Soviet Perspectives on International Relations 1956-1967. Princeton 1969

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 429

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's