GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 58

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 58

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magame 12

'Einde aan het eenrichtingsverkeer' Dr. Ger van Roon bespreekt „Inleiding in de nieuwere zendingswetenschap" door prof. dr. J. Verkuyl <S^^^^Kr^ia>'y*t*•;,;;.?;^.V•T^;.K^^93ii^i^•'3s^^

Het verschijnen van een boek als dit is een opmerkelijke prestatie en een gebeuren, dat om meer dan één reden bredere aandacht verdient. Het is immers nogal wat, wanneer iemand die niet meer tot de jongsten behoort en zich zowel binnen als buiten de universiteit op een wijd terrein beweegt, de rust en de konsentratie vindt om een boek van deze omvang en van deze inhoud te schrijven. Blijkt bij het lezen telkens hoe nog zeer recente ontwikkelingen en gebeurtenissen de auteur hebben gestimuleerd, !os hiervan vormen de vele jaren in allerlei functies in Indonesië en in Nederland al een bijna onuitputtelijke bron van ervaring voor de huidige hoogleraar in de zendingswetenschap. Geschoold door de praktijk, gescherpt door de katheder en kennelijk geboeid door veel van wat hij in de wereld ziet gebeuren, heeft Verkuyl een uiterst belangrijk boek geschreven, dat mede vanwege het brede terrem dat het bestrijkt, veler aan-

dacht vraagt. Door het aangeven van enkele hoofdlijnen hoop ik dat duidelijk te kunnen maken.

Bavinck en Kraemer Zonder anderen tekort te willen doen, mag worden gesteld dat wanneer in een Nederlands protestants milieu gesproken wordt over zending en zendingswetenschap, daar dan vrijwel steeds in de eerste plaats aan .1. H. Bavinck en H. Kraemer gedacht wordt, die overigens tot ver buiten onze grenzen bekend zijn geworden. Nu is het geen eenvoudige zaak om in de schaduw van deze beide te werken. Toch moet het kontakt met hen voor Verkuyl veel hebben betekend. Dat blijkt al uit de fijnzinnige wijze, waarop hij over hen schrijft. Uitgebreid gaat hij in een uitvoerige schets van hun leven en werk op hun betekenis voor de zending in. ,J. H. Bavinck was de eerste hoogleraar in de missiologie aan de Vrije Universiteit en Verkuyls voorganger. Van hem schrijft Verkuyl: ,,Overal waar Johan Bavinck werkte en leefde, ging een bijzondere invloed van hem uit. Wat was het geheim daarvan?... Het geheim van dat transparante in hem kwam voort uit de radicaliteit, de telkens herhaalde radicaliteit, van zijn overgave aan Christus. Daardoor was hij een concentrisch, harmonisch mens... De radicaliteit van zijn overgave aan

Jezus was ook de bron van zijn diepe medemenselijkheid. Hij had een diepe eerbied voor mensen en hij hield van mensen. Van elk ras en elke stand... Uit deze radicaliteit van de overgave aan Christus vloeide ook, als uit een diepe bron, zijn waarlijk oecumenische gezindheid voort. Oecumeniciteit was voor hem geen mode en geen geforceerde show-houding, maar een kinderlijk-dankbaar en blij herkennen van de Geest van .Jezus Christus overal waar die Ceest zich in mensen en kerkelijke gemeenschappen openbaart". De Hervormde zendingsreus Hendrik Kraemer had in zich iets van de kriti.sche profetenhouding, maar was tegelijk een mild en wijs mens. Met zijn vele gaven had hij zich in dienst van Zijn Heer gesteld, maar dat betekende voor hem niet een zich opsluiten in een piëtistisch of ander isolement. Kraemer had integendeel een open oog voor sociale en politieke problemen. Zelf hoorde hij tot de christen-socialisten. Zijn betekenis voor de zending was niet gering, maar daarbij bleeft het niet. Terecht schrijft Verkuyl van hem: ,,Kraemers aandacht was in geen enkel opzicht beperkt tot de kerk en de zelfstandigwording van de kerk. Maar hij was ten diepste geïnteresseerd in de worsteling om nationale zelfexpressie, waarin de volkeren van Azië betrokken waren. Kraemer stond op een zeer aparte wijze in deze spanningen tussen westers imperialisme en de drang tot nationale zelfexpressie in Azië... Met profetische eerlijkheid en moed ontmaskerde hij keer op keer de eigenlijke grondmotieven van het imperialisme, namelijk de drang om andere volkeren te gebruiken voor de belangen van de koloniserende mogendheid. En met profetisch inzicht zag hij de tijd komen, dat de volkeren van Azië de verantwoordelijkheid zouden terugnemen en hun eigen bestemming zouden volgen in de samenlevingder volkeren". Zeker mag worden gezegd, dat Verkuyl op eigen wijze de door Bavinck en Kraemer aangegeven lijnen heeft doorgetrokken en verder uitgewerkt.

Wereldwijd kader Na de tweede wereldoorlog is langzaam het inzicht gaan rijpen, dat de jonge kerken buiten Europa geen „dochter-kerken" zijn. maar dat deze, in een heel andere omgeving

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 58

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's