GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 480

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 480

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

vu magadne 38

andere culturen modellen te vinden — ook in onze eigen cultuur, trouwens — waarin men duidelijk probeert de macht gelijk te maken. Het streven naar een ombudsman bij voorbeeld kan worden opgevat als een poging de macht van de minder machts-bedeelden te versterken tegenover die van de oppermachtige bureaucratie. Prof. De Ruiter: Je kunt de feitelijke macht in de maatschappij negatief definiëren met; het doen van dingen waar anderen onder te lijden hebben. Daarin zit vaak een groot brok onrecht. Om dat te corrigeren en om meer recht te verschaffen, heb je zo iets nodig als een staat, toegerust met poHtie, justitie etc. Het hele strafrecht is een afgeleide van je kijk op de maatschappij. Juist als je geen overdreven machtsconcentraties wilt, dan heb je een geobjectiveerde macht nodig om die tegen te kunnen gaan. Ik opponeer vooral ook tegen een privaatrechtelijke vorm van strafrecht omdat het slachtoffer van een delict behoorlijk in de mist verdwijnt. Prof. Bianchi: Ik dacht dat dat nu juist in het huidige systeem het geval was en dat dat de frustratie van veel mensen is. Prof. De Ruiter: Ik denk dan nog steeds aan de zware criminaliteit. Ter zijde wilde ik nog even zeggen, dat bij de kleinere criminaliteit al veel van het schappelijke, om zo te zeggen: privaatrechtelijke handelen, is verwezenlijkt. Het aantal zaken dat door het openbaar ministerie wordt geseponeerd (= ter zijde leggen), bij voorbeeld omdat de schade is betaald, of omdat de buurvrouw zegt: laat u maar zitten; ik ben wel geslagen, maar we hebben ook al weer een borrel gedronken, is zeer groot. Maar wie er in onze maatschappij geen rekening mee wil houden dat er zware, georganiseerde criminaliteit is; dat er onderwereld is, die laat zich een beetje voor het lapje houden en die maakt slachtoffers. Niet iedereen is zo aardig, dat hij in zo'n privaatrechtelijk model past. Er zijn heel wat zaken waarvan je tot je spijt moet zeggen: hier kan alleen met macht en gezag nog iets worden gedaan. Prof. Bianchi: Ik heb helemaal geen bezwaar tegen beschermingsmacht. Wel vind ik, dat die macht dan op èèn plaats zou moeten worden geconcentreerd: bij de politie en die zou dan direct bij voorbeeld door een bijzondere Kamercommissie, moeten worden gecontroleerd. De politie spoort op; kan gedurende een zeer beperkte tijd vasthouden. Voor wat het strafrecht zelf betreft, denk ik veel eerder in termen van dêprofessionalisering. Er kan veel meer worden overgelaten aan de mensen zelf; de professionele jurist verdwijnt veel meer naar de achtergrond. Hij treedt niet op tegen; hij doet niet iets met; hij stelt niet ter beschikking van. Wanneer een benadeelde, bij voorbeeld in een agressie delict, te emotioneel is, kun je niet van hem vragen zelf op te treden. Hij kan dan steun krijgen van een vertegenwoordiger van de samenleving...

Prof. De Ruiter: Een officier van justitie? Prof.Bianchi: Nee, ik denk meer aan een term als,,openbaar dagvaarder". Je hebt dan een ,.bijzonder dagvaarder" dat is de benadeelde partij, die dagvaardt de ander om met hem in geding te treden, de ander is de ,,verweer der" (het woord ,,verdachte" zou ik willen laten vallen). De bijzonder dagvaarder en verweerder kunnen zich beiden voorzien van een raadsman. Wanneer de benadeelde partij niet zelf kan optreden omdat hij te emotioneel is, of wanneer er geen benadeelde partij is (bij een orde-delict bij voorbeeld) is er een openbaar dagvaarder. De discussie was in werkelijkheid uitvoeriger, dan hier kan worden weergegeven. Ze droeg soms ook een wat meer technisch karakter. Prof. Bianchi behield zijn geloof, prof. De Ruiter zijn ongeloof voor wat betreft de mogelijkheid van een op privaatrechtelijk leest geschoeid strafrecht. Ongeveer halverwege de discussie maakte prof. De Ruiter een paar opmerkingen, die achteraf goed bruikbaar bleken als slotwoord. Prof. De Ruiter: Ik geloof, dat we in een bepaalde grondgedachte aardig in èèn lijn zitten. We zoeken beiden naar een conceptie, waarin duidelijk is, dat het recht er niet is om zichzelf; dat het niet een zelfstandige eenheid is, maar datje moet doordenken in de richting van de mens, of van de mens in de samenleving. We willen het autonome van het rechtsdenken op een of andere manier doorbreken. Mijn kennis en voorgeschiedenis zijn anders dan die van collega Bianchi, vandaar misschien, dat ik in een andere richting zoek dan hij. Maar net als hij wil ik iets doen vanuit het bijbelse rechtsdenken, want ik voel me erg onbevredigd, wanneer mensen bij voorbaat zeggen; aan de Bijbel heb je niets, die is zo oud. Aan de andere kantzulje in de Bijbel moeten zoeken naar zaken, die werkelijk fundamenteel zijn; naar de meest algemene en daardoor bruikbare noties, want die werken door in alle culturele omstandigheden. Zo ben ik terecht gekomen bij: het recht dat betrokken moet zijn op, een functie moet zijn van het welzijn van de mensen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 480

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's