GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 200

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 200

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

InU magazine 22 worden bepaald door hun weten; of er dimensies bestaan die het kennen te boven gaan. „ / / : weet uit eigen ervaring, dat de gelegenheid om dergelijke vragen aan de orde te stellen, zich op natuurlijke wijze en in aansluiting op het vak dat wordt behandeld, voordoet". Het spreekt vanzelf dat ook de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de wetenschappers en in verband met de doelstelling te ondernemen projecten hun plaats zullen moeten krijgen, maar, zegt prof. Maurice, ,,het zal moeten beginnen met het doordenken van de vraag: hoe hoort een mens te zijn. Misschien blijft het daarmee allemaal een beetje tastenden ongrijpbaar, maar deze moeilijke vraag moet wel aan de orde komen". Juist om op die vraag zicht te krijgen moeten w e terugkeren naar de bijbelse bronnen. Dat is wat gepoogd wordt te doen in het leerhuis. In het verlengde hiervan zullen trouwens allerlei vragen ook op sub-faculteitsniveau telkens weer aan de orde moeten komen. Hij vindt overigens dat het mogelijk moet zijn, dat sub-faculteit A deze vragen anders benadert dan sub-faculteit B. Juist in dat verband acht hij het van belang dat tussen de sub-faculteiten onderling hetgesprekopgang blijft.

Andere richting? Ds. Boonstra gaat m op een vraag van VU-magazine of de werkgroep in zijn nota de ontwikkelingen in een bepaalde richting heeftwillen stimuleren, of, wat ook denkbaar zou zijn, een andere oriëntering m.b.t. de doelstelling heeft willen aangeven. „Ik heb het idee, dat we met de VU in een nieuwe situatie terecht zijn gekomen, die niet kan worden vergeleken met die van vroeger. In het verleden was de gereformeerde gezindte aan de VU tot en met sfeer-bepalend. Er zijn sindsdien twee dingen gebeurd: in de gereformeerde wereld vond een zekere verbreding van visie plaats en in de tweede plaats hebben we aan de VU te maken gehad met het proces van democratisering. Het is voor één groep moeilijk geworden z'n stempel op de universiteit te drukken." ,,lk zie het christelijk karakter van de universiteit niet iets dat zonder meer op een formule kan worden gebracht. We moeten ons in de nieuwe situatie opnieuw gaan bezinnen op de vraag wat het dienen van Goden Zijn wereld betekent. Je zou misschien kunnen zeggen dat we in het verleden met ons idee van wetenschap op een wat smal spoor zijn terechtgekomen. We zullen pas een nieuw élan kunnen vinden, wanneer we een nieuw perspectief hebben. Dat moeten we met elkaar ontdekken In een periode waarin je aan het zoeken en experimenteren bent, moet je niet al te veel in formuleringen vastleggen. Wat mij betreft is de situatie op het ogenblik open; zó vind ik het ook interessant We neigen er gauw toe, zelf te willen vaststellen wat onze doelstelling wel of niet kan hebben. Ik weet niet of dat juist is. leder die hier werkt, zal voor zichzelf en samen met anderen steeds weer de vraag moeten stellen wat het betekent God te dienen en je kunt niet volstaan met de antwoorden die in het verleden zijn gegeven "

Centrale gedachte Het IS m de werkgroep met name de heer Van Andel geweest, die steeds heeft gewezen op„c/e wervende kracht van de centrale gedachte". Ook in de tijd dat instemmen met de doelstelling aan de VU algemeen gebruikelijk was, meende hij, dat er ook mensen met een andere gedachtengang zouden moeten worden benoemd. ,,lk had daar twee motieven voor: in de eerste plaats geloof ik in de inspirerende kracht van de centrale doelstelling; in de tweede plaats zou het mogelijk moeten zijn om iedereen, wat zijn gedachtengang ook is, te betrekken bij die cen-

trale gedachte. Wanneer er mensen zouden zijn die daarvoor geen belangstelling hebben, dan zou ik van hén zeggen, dat ze niet welkom zijn. Men kan over deze centrale gedachte niet in onverschilligheid de schouders ophalen. Maar ik kan het heel goed hebben, dat men er anders over denkt, als men er maar bij betrokken is. In de nota beginnen we dan ook te spreken over een gesprek met mensen. Uit zulke gesprekken moet blijken of men wil meewerken in de richting die door de centrale doelstelling wordt aangegeven. Dat wil zeggen, dat men er op z'n minst belangstelling voor zal moeten hebben; dat men aanvaart, dat deze universiteit een doelstelling heeft. Ik ben dan helemaal niet bang voor kritische geluiden, ook niet wanneer die van studenten komen."

Geen spoken In de nota wordt van een „verwonderde, maar geïnteresseerde buitenstaander" gesproken. Prof. Maurice stelt zich daarbij iemand voor, die misschien niet onmiddellijk persoonlijk de gedrevenheid kent van waaruit aan de VU gepoogd wordt te werken, maar die er toch zo in geïnteresseerd blijkt te zijn dat hij — misschien in eerste instantie wat op een afstand — gaarne mee wil doen. Dat brengt VU-magazine dan weer tot de vraag hoe het standpunt van de werkgroep is over de ai dan niet fictieve figuur die in de „CPN-kwestie" is opgedoken en die de doelstelling van de VU zou willen bestrijden Daarover bestaat nog geen duidelijk geformuleerd standpunt (het moet er binnenkort wel komen). Prof. Maurice wil de mogelijkheid niet uitsluiten, dat er mensen zouden binnenkomen met de bedoeling de universiteit uit te hollen van binnenuit „Je moet in die dingen niet naiefzijn, maar aan de andere kant ook geen spoken zien. Je kunt tegen degenen die de doelstelling zouden willen bestrijden, weinig anders zeggen, dan dat ze niet welkom kunnen zijn aan de VU. Misschien zou je, wanneer zulke gevallen zich eventueel zouden voordoen, de moed moeten hebben om van geval tot geval te beoordelen. Ik ben er nog niet aan toe, deze dingen meer algemeen toe te spitsen op sommige stromingen, waarvan de aanhangers als individu dan, so wie so, als bestrijders van de doelstelling zouden moeten worden aangemerkt. Een mens is zeer gecompliceerd en zelf altijd net iets anders dan de stroming waartoe hij behoort " Na lang wikken en wegen is de werkgroep tot het (eenstemmige) standpunt gekomen dat met de„öaA7-we/verklaring", als een van de voorwaarden voor toetreding tot de besturen van de sub-faculteiten, een goede weg is aangegeven en dat die verklaring niet niks is. Iedereen kan op die verklaring worden aangesproken en vast moet staan, dat alle kantidaatsbestuursleden willen handelen vanuit het welbegrepen karakter van de VU. Prof. Maurice: „De formulering van de dan-wei-verklaring heeft twee spitsen: de mensen die al aan de VU werken zullen hebben duidelijk te maken hoe ze zoeken naar wat het karakter van de universiteit is en het criterium voor iemand die wil gaan mee-besturen is dan, dat hij daaruit wil handelen. Misschien doet hij dat wat op een afstand, misschien als die verwonderde, geïnteresseerde buitenstaander, maar dat moet hij willen " „Met deze verklaring zouden we het moeten durven doen. Het zou dan kunnen gebeuren, dat tot verwondering van velen, wel eens een uitermate verre vreemdeling in een bestuur wordt opgenomen. Maar wanneer er met hem een gesprek is gevoerd, waarin men elkaar geen knollen voor citroenen heeft verkocht, dan vind ik dat je moet aanvaarden dat hij mee gaat doen."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 200

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's