GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 388

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 388

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magazine 34

prof. dr. J. Tinbergen

drs.H.denHartog

werkloosheid is. dan betekent dat in de gedachtengang van Say. dat de prijs van de arbeid, het loon. te hoog is. Arie Groenevelt was er nog niet in de tijd van Say en zonder al te veel problemen zouden de lonen te drukkenzija Hierdoor dalen de prijzen van de produkten en kan de afzet vergroot worden. De produktie kan weer groeien. Door het automatisch op elkaar inwerken van vraag, prijs en aanbod, het marktmechanisme, wordt het evenwicht in de kringloop weer hersteld. Er kon doodeenvoudig niets misgaan. De crisis van de dertiger jaren was economisch theoretisch onmogelijk. Zo dachten vele economen er over. Behalve de Engelse speculant en schilderijenverzamelaar John Maynard Keynes, die zich later als beloning voor zijn tegen de draad ingaan „iorc/" mocht noemen.

Keynes Waarin verschilde Keynes van zijn illustere voorgangers? De redenering van mensen als Say was dat in tijden van werkloosheid de lonen gedrukt moesten worden. De prijs, de kosten voor de fabrikant, was te hoog. Alleen de ,,kostenfakwr loon" werd in de beschouwing betrokken. Keynes nu ziet het loon niet alleen als kostenfaktor maar ook als hestedingsfaktor. Want de fabrikant betaalt de werknemer en krijgt dit geld weer terug als deze de goederen koopt. Worden de lonen verlaagd, aldus Keynes, dan kunnen de fabrikanten hun goederen helemaal niet meer kwijt en blijven ze met pakhuizen vol zitten. De produktie stagneert. Nee,zegtKeynes, we moeten er voor zorgen dat we de koopkracht juist verhogen. Hoe dan?, zou de vraag van Say hebben kunnen luiden, als hij niet een flinke tijd voor Keynes het aardse voor het eeuwige had verwisseld. We komen bij het tweede verschil. Bij Say ging alles automatisch. Als niemand maar probeerde aan de kringloop te morrelen zou er na regen weer zonneschijn komen. De overheid diende de vingers uit de economische pap te houden. Keynes nu betoogt dat juist voor de overheid een belangrijke taak is weggelegd in het bestrijden van verstoringen. De gehele economenwereld liep rood aan of verbleekte. Honderden jaren was het ,,laissez-faire"-'pï'mcvpt (vrij vertaald het ,,rommel-maar-an-principe") de ordende faktor in het economisch leven geweest, hoe

H.S.Tjan

prof.dr. J . d e Q u a v

paradoxaal dat ook moge klinken. Was iedereen in vroeger tijden op zichzelf aangewezen, nu moest ervia de overheid samenga werkt worden tussen fabrikanten enwerkne^ mers. De overheid kan door b.v. belastingverlaging proberen de koopkrachtige vraag omhoog te stuwen. Ze kan op grote schaal arbeid verschaffen aanwerklozen door wegenbouw of parkaanleg te stimuleren (zoals in Nederland gebeurde met de aanleg van het Amsterdamse Bos) en hiermee de koopkrachtige vraag verhogen. De fabrieken kunnen vervolgens weer op volle toeren gaan draaien. En dan maar hopen dat wanneer het bos klaar is, alle nijvere spitters en planters aan het werk kunnen blijven. Bovendien zal de overheid op grote schaal schulden op zich moeten nemen om iedereen te kunnen betalen. Gevolg: het inflatiespook loopt wild met zijn kettingen te rammelen. Volgens Keynes zou dit allemaal best meevallen, als er maar geproduceerd kon worden. Niet kneuterig en krenterig zijn, en op je geld gaan zitten, maar laten rollen de guldens. Dat houdt de vaart erin. Keynes had, zoals we zagen, oog voor twee kanten van het loon. De bestedingskant en de kostenkant. Twee faktoren die in de economische k ringloop in tegengestelde richting werken en per saldo zou dat kunnen betekenen dat het loon een te verwaarlozen invloed heeft op de omvang van de werkgelegenheid. Bij Say en zijn navolgers speelt alleen de kostenkant een rol en heeft het loon wel invloed op de werkgelegenheid.

Werkloosheid in jaren-30 Ook in Nederland waren de gevolgen van de internationaal om zich heen grijpende krisis

'my

^

tmmED -^':

minister J. Boersma

voelbaar. In de periode van ruwweg 1932 tot 1937 is de omvang van de werkloosheid steeds boven de 300.000 geweest, met als uitschieter 1936 met het recordaantal van 480.000 werklozen. Geregistreerde arbeidsreserve in de periode 1930-1939 (X 1000 manjaren) 1930-100 1931-190 1932-310 1933-350 1934-380 1935-430 1936-480 1937-410 1938-370 1939-300 Bron: Erik Fokke Loonkosten (1976)

Werkloosheid en

Geheel volgens de traditie diende de werkloosheid bestreden te worden door de tering naarde nering te zetten. Dus: lonen zo laag mogelijk om de ondernemers winsten te verschaffen. Zoals te verwachten zonder enig resultaat. De rijen werklozen werden alleen maar langer. De ideëen van Keynes, die zo langzamerhand furore aan het maken waren (de ,.New Deal"van Roosevelt), waaiden ook naarNederland over. De SDAP-leden Hein Vos en Jan Tinbergen (inderdaad, de latere Nobelprijs-winnaar) waren verantwoordelijk voor het ,,Plan van de A rbeid". Men wilde via ,,het beheersen van de uitbreiding van het produktie-apparaal geraken op „de demokratische weg naar een socialistische produktiewijze". Om alvast een start te maken werd de regering aangeraden het lieve sommetje van 200 miljoen gulden op tafel te leggen ter financiering van allerlei openbare werken, waaraan werklozen gezet zouden moeten worden. Een op It richten,, Centraal Conjunctuur Bureau" kreeg de taak toebedeeld de economie in beter vaarwater te loodsen. Voordat het zo ver kwam brak de Tweede Wereldoorlog uit. Pas in 1946 was het dan zo ver. Nederland ging definitief Keynesiaans aan 't opbouwen en het Centraal Plan Bureau werd opgericht. De charmante ideeën over een socialistische

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 388

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's