GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 72

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 72

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

I/U magazine 26

Dr. Roelf Haan:

Het zeegat uit! „Het zeegat uit! Dat is Gods wil. Wij zullen de aarde bebouwen, de wereld bevolken, en niet bij elkander blijven zitten om elkaar op te eten. Elkander opeten, soms nog erger dan de kannibalen doen. Want deze eten tenminste nog alleen vreemden op, maar wij eten, in sociale zin, elkander, ja onze naaste betrekkingen op ". Ons land lijdt immers aan overbevolking, en dus aan toenemende malaise, zo schreef in 1908 dr. J. van Lonkhuijzen, in zijn boek ,, Argentinië, een belangrijk land, ook voor Nederlanders". Natuurlijk wijst het zeegat eerst naar ,,onze Indische koloniën", die soulaas voor het probleem zouden kunnen bieden; maar dat is toch eigenlijk alleen een land voor administrateurs en vooral militairen. Het meest ideale emigratieland zou Zuid-Afrika zijn, ware het niet verknoeid door ,,de rampzalige Engelse oorlog": ,, voorshands schijnt daar, behalve misschien voor arbeid in de mijnen, en dat geschiedt daar door de kaffers, voor de werkman en de kleine landbouwer nog geen toekomst". Het is juist omgekeerd; er is emigratie uit Zuid-Afrika, met name naar Argentinië, waar de regering in 1905 aan 250 Zuidafrikaanse families—,,meestal zeer degelijke mannen, waaronder oudleden van het parlement van Transvaal of Kaapkolonie" — vrijwel gratis larvd aan bood in een van de meest zuidelijke provincies, Chubut. Tot op heden vormen zij een belangrijk deel van de kleine Argentijnse Gereformeerde Kerken (waaruit bij voorl)eeld ds. Viviers, een van mijn collega-docenten aan de oecumenische protestantse theologische faculteit van Buenos Aires, afkomstig is; en het is altijd plezierig dat, wanneer je buitenlandse versie van het Spaans nog niet geheel aan de vereisten voldoet, je hier en daar ook nog baie goed met het Nederlands terecht kan). Het Zuid-Afrika van na de Boerenoorlog valt dus af. Noord-Amerika? Hoewel het zich zeker ook voor onze landaard als geschikt kolonisatiegebied leent, zegt de schrijver, keert men daar nog altijd in menigte van terug. ,,Bovendienis Noord-Amerika allengs geen nieuw land meer". Er kleven natuurlijk aan Argentinië allerlei bezwaren: zo bij voorbeeld het feit dat de bevolking in meerderheid van het Romaanse ras is; maar dit kan in de toekomst verkeren, zie bij voor-

beeld naar Canada; voorlopig kan men zich echter uitstekend bij de reeds bestaande Germaanse kolonies aansluiten. Het grote voordeel van Argentinië is dat het wel degelijk eenniewHTandis. Een weinig historische opmerking. Zeker, de Pampa, „ was eenmaal het wijde trekveld der Pampa-Indianen": maar deze zijn nu ,,ten onder gebracht";,, veilig kunt ge thans de Pampa doorkruisen". Helemaal maagdelijk zijn nu nog uitgestrekte gebieden in het noorden van het land. „ Daar groeien ondoordringbare bossen, afgewisseld met schone weidevelden. Over het geheel zijn deze wildernissen echter nog weinig doorzocht. Hier hebben nog de Indiaan, de slang, de tijgeren de puma hun onbetwist gebied". Ook de meer centraal gelegen provincie Entre Rios is ,,nog ten dele bezet (!) door Indianen". Het boek valt op door de typische immigrantenmentaliteit die ds. Van Lonkhuijzen predikt — en die nog zozeer het nationale bewustzijn in het huidige Argentinië bepaalt. Wel maakt hij gewag van de „Argentijnse materialistische geest", maar dan uitsluitend in verband met de „Romaanse landaard";aan Hollandse kant kan eerlijkheid en degelijkheid, en bovenal Godsvrucht worden ingebracht. Toch ontbreekt de kritiek op de kolonisatie niet geheel. Over de grote moord op de Pampa-Indianen die in 1875 aanving merkt de auteur op:,. Van ernstige pogingen om hen te christianiseren en te cultiveren was geen sprake geweest. Evenmin werd de vraag gesteld of het, trots de (vaak overdreven voorgestelde) wildheid der bewoners, toch niet een soort roof was, ais men hen verjoeg en hun iandals particulier bezit verdeelde. Generaal Roca voerde de veldtocht tegen de Indianen, waarbij zij in een oorlog van bijna 5 jaren zo goed als uilgeroeid werden. (..) Honderden vrouwen en kinderen werden op de markt te Buenos A ires openbaar afgestaan aan wie ze wilde hebhen'. Dr. Van Lonkhuijzen, geretormeerd predikant te Aarlanderveen, kwam naar Argentinië om ten behoeve van de naar schatting vijf a zes duizend Nederlanders enige regeling te brengen \'!\„de ongeordende toestanden op kerk- enschoolgebied". Maar hij vatte zijn taak ruim op. en schreef een verslag van 189

bladzijden, dat een boeiend gesch reven historisch document-blijkt te zijn, bedoeld toentertijd als voorlichting voor de aan lager wal geraakte,, werkman"oi,,landbouwer" uit het in malaise verkerende Nederland. Dit is een interessant facet. Het boek geeft een duidelijk bewijs van de op deze pagina reeds eerder verdedigde stelling (voor marxisten geen nieuws) dat wat wij ontwikkeling noemen in de gekoloniseerde periferielanden, in feite, om met de socioloog Frank te spreken, de ontwikkeling is geweest van de onderontwikkeling. Buenos Aires was in 1908 een toonbeeld van welvaart. ,,Ge ziel de werkman naar zijn werk gaan in nette, zwarte kledij: met veerkrachtige stap en welgedaan uiterlijk. Hier is dan ook niets te bespeuren van die brede schare bedelaars, mannen en vrouwen en kinderen, in lompen gehuld, en vaak met mismaakte ledenmaien de laatste herinnering van een kwijnend Europa, die ge op reis medenaamt. Bedelaars zijn er niet in de straten van Buenos A ires". De zeventig jaren economische geschiedenis sindsdien hebben de rollen grondig omgedraaid. Het 13-jarige meisje dat de dominee bij zijn bezoeken in Buenos Aires tot tolk diende heeft het geschrift niet als dank toegestuurd gekregen, ik zal de eigenaar van het door mij gelezen exemplaar suggereren het haar 70 jaar na dato maar eens uit te lenen, en haar vragen wat zij denkt van hel — weinig gereformeerde — politieke advies dat erin vervat is. Het wordt door de immigrantenkinderen nog steeds nagekomen en is een van de belangrijkste verklaringen voorde ontwrichting van de Argentijnse natievorming. Daar het politieke bedrijfin Latijns-Amerika nu eenmaal een familie-zaak is waarin overwegend corruptie en persoonlijke voordelen gelden, doet, zo luidt de raadgeving, de Europeaan,, wijs er zich buiten te houden; dan heeft hij er weinig last van".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 72

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's