GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 368

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 368

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

m magazine 14 Vernietiging door O.I. Compagnie van schip dat trachtte handel te drijven in de Molukken.

en overeengekomen werd, dat indien hun schepen kwamen aan Kapitan Hitu maandgeld en statieklederen zouden worden geschonken. Ieder jaar werd dit nagekomen en in die tijd was er geen oproer en bekend werd de naam van Kapitan Hitu van Ambon tot in Portugal toe. Door de koning van Portugal werden hem twee erenamen geschonken, de eerste Kapitan Hitu, de tweede titel Don Jamilu. Na verloop van tijd en met de wil van de verheven God kwamen na hun goede daden, die door de allerbarmhartigste God beloond werden, hun slechte". Entln, oorlog volgde tenslotte op oorlog, zeventig jaar lang. Rijali beschrijft uitvoerig hoe dat toeging. De vier perdana's vaaren de Portugezen tenslotte meer dan zat en dan arriveert er (maart 1599) een Nederlands schip.

Nederlanders ..Het voer de baai van Hitu binnen en de Hituezen vroegen aan hen: ,,Waar komt gij vandaan en wat is de naam van uw land?". En zij antwoordden: ,,Wij /jjn van Holland gekomen en de titel van onze vorst is Prins". De Hituezen zeiden: ,,Mogen wij uw vloot vragen ons te helpen?" Zij zeiden: ,,Waarom /OU het niet mogen. Het is mogelijk, maar laat dat aan de Prins en de grote heren in Holland weten, opdat wij van hen het bevel vernemen, of het wel of niet mag", 'de vier perdana's zeiden: .,Indien het aldus is, breng dan eerst deze boodschap van ons over. Wat zal de wens van de Prins en de hoge heren zijn, moeten wij daarheen of wordt er hierheen afgevaardigd". En met geschenken als bewijs van Ambon zeilden zij terug naar Holland om de boodschap over te brengen aan de grote heren van Holland. Toen de Westmoesson aanbrak, kwamen de kapitein-admiraal Cornells (en) Steven van der Hagen. Zij maakten hun opwachting bij de vier perdana's en sloten een overeenkomst betreffende de beloning en namen een besluit over hetgeen verricht moest worden: een handeling, die niet strookt met de adat, zal door

beide partijen worden nagelaten. Als beloning werd overeengekomen: indien de vesting wordt overwonnen, betalen de Hituezen vierhonderd bahars aan de Nederlander. De vesting en de wapens en de kleurlingen komen toe aan de Hituezen en de blanken aan de Nederlanders. Indien een schip wordt veroverd, moeten veertig bahars worden betaald. Het schip en de wapens en de blanken komen toe aan de Nederlanders, de kleurlingen aan de Hituezen. Daarna gingen zij naar Kota Laha en verkenden de vesting der Portugezen. En zij zeilden terug naar Holland en brachten al de beloften over aan de Prins van Oranje en de grote heren in het land van Maurits. Zes lieden, die graaf genoemd werden, dat waren grote en welgestelde handelaren, vermaard in Holland, waren de eigenaren van de handelsschepen, die naar de benedenwindse landen voeren. En ik vertel zoals het mij is overgeleverd, dat nadat het schip weggezeild was, de kapitein der Portugezen aan de vier perdana's aldus liet zeggen: ,,Kom, laat ons vrede sluiten en de orde herstellen in het land Ambon". Maar de vier perdana's weigerden, omdat zij de overeenkomst met admiraal Steven van der Hagen indachtig waren. Omdat zij die overeenkomst niet wilden verbreken, vochten beide partijen onophoudelijk tot de komst van Furtado. Zo is het nu eenmaal gesteld, als men verdragen sluit". Als in 1604/1605 Steven van der Hagen terugkomt herinneren de perdana's hem aan het verdrag en de Portugezen krijgen te horen ,,Verlaat dit land". Zonder slag of stoot valt het Portugese fort (22 februari 1605) in Nederlandse handen en daarmee begint feitelijk Nederlands koloniale geschiedenis. Uit Rijaii's geschrift krijgt men de indruk dat het niet zozeer de bedoeling van de perdana's was dat nu de Hollanders zich op hun beurt in het fort zouden nestelen. Rijali: ,, Daar na zeiden de admiraals Cornelis Matelief (Cornelis Sebastiaensz) en Steven van der Hagen tot Kapitan Hitu en de vier perdana's: ,,Wat moeten wij

met deze vesting doen?" En Kapitan Hitu en de orang kaya's zeiden: ,,Het beste is indien wij die vesting afbreken en iri zee werpen". De admiraal en Steven van der Hagen zeiden: ,,Het is waar, wat gij zegt, maar wij hebben die vesting genomen zoals wij een man zijn vrouw zouden ontstelen. Als die man dan zijn vrouw komt zoeken, waar is dan de plaats om hem van antwoord te dienen? Die plaats kan geen andere zijn dan de vesting en van daar uit zullen wij hem bestrijden". Kapitan Hitu en de vier perdana's zeiden: ,,Indien het is zoals de admiraals zeggen, staan wij toe dat de Nederlanders de vesting bezetten, maar voer uit, wat door de vesting met de kleurlingen moet worden gedaan. De Nederlanders hebben slechts te bevelen en er op te staan". De admiraal Matelief en Steven van der Hagen zeiden: ,,Wij stemmen toe, indien aldus is gezegd". Daarna werd Frederik Houtman tot gouverneur aangesteld van de vesting Ambon. En de admiraals Matelief en Steven van der Hagen keerden met hun vloot huiswaarts om verslag uit te brengen aan de Prins en de hoge heren in Holland". Het op de Portugezen veroverde fort werd „Victoria" gedoopt en tot op de dag van vandaag is het militair terrein gebleven. Nu zijn er soldaten van het Pattimura bataljon van de TNI in gelegerd. In het begin was alles nog koek en ei tussen de Hollanders en de Ambonezen. Wel vormde de kruidnagel prijs al snel een teer punt, maat fhet wat onderhandelen kwam men er aanvankelijk nog wel uit. Rijali rapporteert hoe dat toeging:

kruidnagelen ,,Eens op zekere keer twistten het gehele land Ambon en de kimelaha met de Nederlanders over de prijs der kruidnagelen, zij gingen met hen loven en bieden. Aldus zeiden de kimelaha en alle orang kaya's: ,,Wij vragen honderd per bahar". En de gouverneur zei: ,,Zestig is de prijs per bahar". En de orang kaya's zeiden: ,,Geef tachtig".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 368

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's