GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 197

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 197

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

^ i ^

uu magazine 19

leiden tot staatsabsolutisme, „De ethische norm „de mens rentmeester van God" wordt dan tot de juridische norm „de mens rentmeester van de overheid, van de staat". Brak verwees het begrip „rentmeester" naar het terrein van„de religieus gefundeerde ethiek". Voorts meende hij dat de stelling „eigendom is rentmeesterschap" niet rechtstreeks uit de Bijbel afgeleid kan worden, „want er staat nergens een tekst in de Bijbel, dat de mens rentmeester is van zijn bezit." Slechts in Lucas 16, het verhaal van de onrechtvaardige rentmeester is sprake van het omgaan met aardse goederen. Mevrouw Salomons (PvdA) stelde in haar betoog in de Kamer op 3 maart „Heel vaak hebben de machthebbers in de geschiedenis de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester niet verstaan en zich vrienden gemaakt met behulp van de onrechtvaardige Mammon". Hoe deze geschiedenis wèl moest worden verstaan, legde zij helaas niet uit en jammer genoeg verzuimden andere parlementariërs haar opheldering te vragen. Tot een principieel debat tussen CDA en PvdA over de grondeigendom kwam het op 3 maart niet in de Kamer, wellicht ook omdat mevrouw Salomons bijna letterlijk in termen sprak, zoals deze geformuleerd w a ren in het CDA-rapport; „doelmatig beheer van de grond". „Waaromdat verzetF"wroeg zij zich af. „Maar tegen wie praat u nu?" vroeg Van Dam (AR) „U, hebt het rapport-De Haan ook gelezen, naar ik aanneem. " Onbevangener w a s Lydia van der Heem (PPR); „Wij hebben haast met het brengen van grond in gemeenschapsbanden ". Zowel Van Rossum (SGP) als Verbrugh (GPV) lieten zich wantrouwig uit over de wetsvoorstellen. De belangrijkste politieke kracht achter deze ontwerpen zegt toch onomwonden zich ten doel te stellen de grond in gemeenschapsbanden te brengen (Van Rossum). En Verbrugh haalde Den Uyl aan die in een KRO-radiopraatje op 7 november de beide wetsontwerpen „een eerste stap in die richting" zou hebben genoemd. A n driessen heeft ook w e l die neiging gehad, vertelde Aantjes in z'n VN-interview „Ik heb hem gezegd dat

het niet goed was om die suggestie te wekken''. Inderdaad kan men, nuchter beschouwd, niet volhouden, dat de beide wetsontwerpen, waarover het kabinet struikelde, de progressieve partijen een stap nader bij hun einddoel zouden hebben gebracht. In feite was het conflictpunt alleen maar de vraag of een boer, wiens grond wordt onteigend, nu een paar gulden meer of minder per vierkante meter grond moet hebben. Maar reeds de verdenking van een links politiek doel, kon het kabinet Den Uyl niet overleven. Strijdbijlen begraven Op 16 februari 1974 hield prof. De Haan in Leiden een voordracht, die aldus begon; „Reeds vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog, toen eindelijk de samenwerking tussen socialistische en christendemocratische partijen gestalte begon te krijgen, vormt de grondpolitiek een van die zaken die hen verdeeld houden. Kernprobleem is daarbij helaas nog altijd de waarde van de grond. Ik zeg: helaas nog altijd, omdat nu juist dit probleem, mits ontdaan van emotionele en dogmatische benaderingen, gemakkelijk voor oplossing vatbaar lijkt, waardoor de weg vrij zou kunnen komen voor de dringend noodzakelijke overeenstemming tussen genoemde partijen over de werkelijk grote problemen van de grondpolitiek, namelijk die van een zo optimaal mogelijke beschikkings- en beheersbevoegdheid van de gemeenschap over de grond." Het was bij die gelegenheid ook (een discussie met Vondelingjdatprof. De Haan een regelrecht beroep op christen-democratische partijen en socialisten deed om de strijdbijlen te begraven. Wij leven in een tijd, constateerde hij „ waarin de primaire gemeenschapsfunctie van de grond vrij algemeen wordt erkend, niet alleen door socialistische, maar ook door andere en zeker door christendemocratische partijen. Dat maakt de tijd rijp voor het eindelijk na zoveel jaren bereiken van overeenstemming over de grondpolitiek, mits er van beide zijden de nodige moeite voor wordt gedaan." Die moeite is — zo kan men constateren — behalve door een aantal deskundigen in beide kampen — niet opgebracht. Het denken van velen, zeker in de achterban, bleef beheerst door de tegenstelling privaat-bezit — staatseigendom en wantrouwen jegens elke gedachte

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 197

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's