GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 341

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 341

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wi magadne 31

De naam „ontwikkelingsland" is voor Zaire te optimistisch

den kunnen bijdragen en hoe doen ze dat nu?" Zulke vragen worden door de studenten gesteld. Sommigen schrijven opmerkelijk moedige scripties, vol ideeën. Ze ontwerpen plannen voor ontwikkelingsprojecten. De doyen houdt hen voor, zo actueel mogelijk de Bijbel te interpreteren. Ik hoorde van hem een treffende toespraak over de bezetene uit Marcus 5, die de naam „ Legio" had. De spreker wees eerst aan hoeveel duivelse geesten er zijn in de traditionele Afrikaanse, maar ook in de huidige Europees-Amerikaanse maatschappij. Daardoor is de mens die hun slaaf is, slechts een nummer („legio). Bij Jezus (her)krijgtde mens zijn identiteit, zijn naam. Een menswaardig bestaan kan alleen beginnen bij Hem. Hij gunt het ons. Maar vraagt ons dan, van de weeromstuit het egoïsme kwijt te wülen waarmee wij onszelf handhaven, want dit gaat ten koste van de paria's van de wereldsamenleving. Men ziet dat aan de Gadarenen die Jezus vragen weg te gaan, omdat de genezing van een medemens hen hun zwijnen heeft gekost. Alleen wie bereid is zich te geven, achter Jezus en voor zijn naaste, kiest voor Gods shaloom. ,, Wat belet ons de Bijbel zo te laten spreken en bij Amos in de leer te gaan? Waar moet de redding van de wereld anders vandaan komen dan van de kerk? Alleen zij weet van liefde, vrede en gerechtigheid". In het nagesprek zegt een van de studenten: „ Wij willen wel. Het gaat ons niet om de durf. Het kan me niets schelen dat ik nooit „dignitaire in de Or dre de Leopard" zal worden. Maar is het mogelijk tegen de maatschappij te spreken als er allereerst in de kerk zelf zoveel mis is? De kerk hier is een afschaduwing van wat er plaatsvindt in de staat". Dat laatste is waar. In de Roomskatholieke kerk minder, maar ia de Protestantse kerk treft men dezelfde ellende aan als in de staat. Ook hier het langzame tempo. Verleden jaar studeerde de eerste vrouw aan de faculteit af, ze komt in wanhoop bij me omdat ze nog steeds geen werk heeft, ondanks toezeggingen

de leiding te krijgen van het vrouwenwerk. Zij zit al bijna een jaar te ,,attendre". Enkelingen trekken aan de touwtjes. De president van de kerk liet zich in de maand mei tot bisschop kronen om zo levenslang de macht in handen te kunnen houden. Dezelfde kerkvorst beschuldigde de faculteit van discriminatie omdat er „alleen professoren vanuit de Bas-Zaire benoemd worden". Het was niet moeilijk hem te weerleggen, maar het tekent de situatie van wantrouwen. De vroomheid is van bedenkelijk allooi. Met de studenten hebben we ons vergaapt aan een plaat die door het evangelisatiedepartement van de kerk verspreid werd en opgehangen in de collegezaal. De plaat vertoont twee poppetjes, elk op een weg. De ene is de .„chrétien affermi", de andere de „chrétienfaible". De weg van de chrétien affermi leidt naar het ene „doel (but)": DIEU. Dat gaat via de volgende „moyens": Bible, Prières, Argent, Santé, Diplóme, Bonheur, Paix, Sécuritéen Travail. De weg van de chrétien faible leidt naar de „buts": Argent, Richesse, Santé, Diplöme, Bonheur, Paix, Popularité, Sécurité, Protection, Repos, Joie, Ciel, Vie Eternelle — via de moyens: Dieu, Jésus-Christ, SaintEsprit, Bible, Prières, Missionaire, Pasteur, Professeur, Dons, Féticheurs, Sectaire. Wie dit abacadabra begrijpt, moet het zeggen. Zulke theologie wordt officieel gepropageerd. Ik was dankbaar als „professeur" onderaan in deze hiërarchie van genademiddelen een bescheiden plaatsje te hebben, na de zendelingen en na de dominee. Fraai is ook hoe de „buts" van de „chrétien faible" samenvallen met de „moyens" van de „chrétien affermi". Dit soort christelijkheid kan uiteraard niet op tegen de maatschappelijke uitdagingen. Het blijft bij welsprekend piëtisme, dat de lieve Heer laat zorgen voor een hiernamaals waarin alles beter zal zijn. Als ik de indruk heb gewekt dat wij onze handen maar moeten aftrekken van zo'n land en kerk, héast ik mij dat recht

te zetten. Trouwens, ook al zouden er in het geheel geen resultaten zijn, dan nog is er het gebod en de belofte van de Heer in wiens dictionaire het woord „onmogelijk" niet voorkomt. Nog altijd geldt het versje van Allard Pierson: Werk — mijmer niet Werk — wat ook 't loon moog wezen gestrooid is 't zaad. Wie zal de vruchten lezen? Hij die de blanke velden ziet. In dat opzicht heb ik respect voor de honderden ouderwetse zendelingen die maar uitgetrokken zijn, zonder te weten waar ze komen zouden. Maar er zijn wel degelijk resultaten. Als wij bedenken dat in 1978 herdacht zal worden dat honderd, pas honderd jaar geleden de eerste Protestantse zendeling dit land binnenkwam, is er zelfs verbluffend veel bereikt. En dat gaat door. Er zijn lichtpunten, uitvalspoorten. Waarom kunnen wij uiteindelijk toch met vertrouwen vooruitzien?

Studenten Allereerst om de studenten. Hun beleefdheid, harteÜjkheid en oprechtheid lopen merkwaardig parallel aan hun kritische instelling. Alles wordt nog gewaardeerd, alle bezit is een geschenk. Bij hen spreekt niets vanzelf, ook het kleinste is belangrijk. Het lijkt onnatuurlijk-vroom te schrijven dat zij (op de grens) leven van genade — maar het is wéér en daarom zeg ik het toch. Het leidt hen tot een grote mildheid. Ook tegenover de Europeanen, van wie ze toch terdege weten welke geschiedenis deze in Afrika geschreven hebben. Bovendien is hun manier van reageren interessant. Laat ik er iets van vertellen. Ik gaf onder meer kerkgeschiedenis. Soms was dit moeilijk, zij bleken niet altijd voldoende geïnteresseerd in de akribie van feiten, jaartallen en namen (zullen daarin evenwel niet zoveel verschillen van de gemiddelde VU-theoloog). Maar ik heb veel geleerd van hxm voortdurend vragen naar achtergronden, verbanden, het belang van het verleden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 341

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's