GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 405

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 405

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mü magimne?

Het histologisch laboratorium van de VU viert volgende maand z'n 25-ste verjaard^ met onder meer een symposium. 'Onderzoek en onderwijs in de celbiologie: toekomst, heden, verleden', luidt het onderwerp. Niet alleen vakgenoten zijn ui^enodigd; belangstellende buitenstaanders zijn evenzeer welkom. Datum: 22 december; iriaats: Faculteit der Geneeskunde, Van de Boechorststraat 7, Amsterdam-Buitenveldert. Inlichtingen: Histolc^sch Laboratorium. Naar aanleiding van het aanstaande jubileum had VU-magazine een gesprek met dr. J . G. Streefkerk, oud-lector in de histologie. Het ging over ajn vak en in het bijzonder over een onderzoek naar leukemie bij kinderen dat onlangs van start ging.

paalde cellen waardoor ze geen specifieke afweer kurmen vormen tegen bepaalde ziekteverwekkers en daardoor vaak ziek zijn. Ze kunnen bijvoorbeeld lijden aan telkens terugkerende bronchitis of longontsteking.

ziet van een merkteken, van een label. Dat kan met een radio-actieve stof (een isotoop) worden gedaan, maar ook langs chemische weg (fluorescentie, enzym-histochemie). Elk van die methoden heeft z'n voor- en nadelen. Het zou wat ver voeren om die op te sommen. Daarom alleen dit: wanneer Humoraal De specifieke afweer waar het tot dus- gebruik wordt gemaakt van een enzym, ver over ging, wordt bewerkstelligd dat men gerug kan vinden door endoor cellen die direkt het antigeen te zym-kleuring als,,merker", kunnen de lijf gaan. Vandaar de naam van een verschillende processen worden bedergelijke reactie: cellulaire immuun- studeerd niet alleen met een ,,gewoon" licht microscoop, maar ook respons. In het histologisch laboratorium aan met een electronenmicroscoop en dat de VU houdt men zich bezig met af- heeft weer het voordeel datje niet alweer-reacties van een ander type, de leen kunt zien waar de gemerkte cel humorale immuun-respons. ,,Humo- zich bevindt, maar ook of, bijvoorraal' ' wil zeggen dat lichaamsvochten beeld, de stof die men wil aantonen in (bloed en lymfe) een rol spelen. Een de cel zit, of er aan vast; welke ondervreemde stof die zich in ,,opgeloste" delen van de cel een rol spelen bij het vorm in bloed of lymfe bevindt, wordt maken van een stof. niet onschadelijk gemaakt door di- Maar goed, afgezien van deze bijzonrekte en gerichte actie van bepaalde derheid, is het er ook bij de andere cellen, maar wordt versleept naar een technieken om begonnen een antigeen ,,centrum". Dat kan een lymfeklier te kunnen terug vinden in een weefsel. zijn of een ander ,,lymfoid" orgaan. De onderzoeker neemt daartoe een Zo'n orgaan maakt dan specifiek tegen klein stukje weefsel weg uit een ordat antigeen gerichte stoffen (anti- gaan, maakt daarvan een ,,histolostoffen of anti-lichamen) die ook in li- gisch preparaat" (d.w.z. een zeer dun chaamsvochten terecht komen en zich plakje weefsel wordt op een glaasje geheel gericht binden aan het antigeen. legd en door verschillende kleuringen Antigeen en anti-lichaam samen wor- toe te passen kunnen in dit weefsel structuren zichtbaar worden gemaakt) den gemakkelijk afgebroken. en neemt waar. Dankzij de radio-actieDe belangstelling van de VU-histolove of histochemische herkenbaarheid gen gaat vooral uit naar het gebeuren van het antigeen kan hij nauwkeurig in deze lymfoide organen. Wat gebeurt daarin precies wanneer het antigeen is zien waar het is en wat er in het stukje aangekomen en de eigenlijke im- weefsel gebeurt. muun-respons op gang komt? Een vraag die dan in de eerste plaats rijst is: Trucs hoe kun je weten waar een antigeen is Door van zulke technieken gebruik te en waar niet? Want stel dat het anti- maken is het mogelijk onderzoek te geen een eiwit is, hoe kun je dat dan doen naar heel specifieke functies van temidden van miljoenen andere eiwit- bepaalde cellen. Zo kan worden aanten in zo'n orgaan terug vinden? getoond welke cellen er betrokken zijn bij het produceren van anti-stoffen tegen het antigeen; ook kan worden Label Men beschikt over een aantal technie- nagegaan waar zulke cellen vandaan ken die er op neer komen dat men de komen, of ze (en zo ja, met welke) stoffen, in dit geval dus antigeen óf de contact maken met andere cellen en anti-lichamen die daar tegen zijn ge- wat daarvan het gevolg is. Er wordt, vormd, die men wil bestuderen, voor- kortom gebruik gemaakt van een im-

munologisch verschijnsel - namelijk het feit dat men anti-stof kan laten maken tegen één bepaald antigeen - om een ander verschijnsel te bestuderen. Het is in principe mogelijk om antistoffen op te wekken tegen elk eiwit in het (bijvoorbeeld menselijk) Hchaam. Zo'n eiwit is immers een vreemde stof (antigeen) voor een ander organisme, bijvoorbeeld een schaap, een paard of een konijn. Het menselijk antigeen kan worden ingespoten bij een schaap; men kan de gevormde anti-stof isoleren en deze labelen met een merker (isotoop, flourescerende stof, enzym). De herkenbaar gemafte antistof kan zich uitsluitend binden aan het bijbehorende antigeen. Door dit te laten plaats vinden in cellen of weefsels is het antigeen-in-kwestie te herkennen en te bestuderen. Zulke technieken waarbij dus gebruik wordt gemaakt van immunologische trucs (het binden van antigeen en anti-stof) en histochemische methoden (het aantonen van de merker) - heten: immuno-histochemische technieken.

Basisvak Aan de universiteiten wordt histologie onderwezen als een der basisvakken, van de medische wetenschap. Direkte toepasbaarheid van onderzoeksresultaten behoeft voor een beoefenaar van een basisvak geen voorweiarde te zijn. De koppeling met ,,medicijnen" maakt echter, dat histologen zich naast het zuiver vaktechnisch onderzoek - soms ook bezighouden met research naar vragen die in andere sectoren van de medische wetenschap zijn gerezen. Zo werken VU-histologen mee aan het beantwoorden van de vraag welke anti-stoffen kunnen voorkomen in longtumoren, een v r a ^ die leeft bij de afdeling longziekten. Van de kant van de neuro-pathologen kwam de vraag of bepaalde verouderingsverschijnselen gqpaard gaan met vorming van antistoffen in het hersenweefsel. Het volgende voorbeeld van histologische kennis die wordt ingeschakeld bij een probleem dat elders in de medische wetenschap leeft, wordt gevormd door het leukemie-onderzoek waarmee dit verhaal begon. Dr. A. J. P. Veerman, kinderarts-in-opleiding met histologische achtergrond, was al lang in de materie geïnteresseerd. Dankzij het Koningin Wilhelminafonds kan hij de komende jaren, in samenwerking met medewerkers en analistes van het histologisch laboratorium verder aan de slag.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 405

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's