VU Magazine 1977 - pagina 293

nuigaTJme 27

runH

JAARSANfl.

N°. 1374

DE STANDAARD -B I t<x 6 p«(cta 90 Cot; TOM AsMierdVD , 1 ^ . — P H M » ftf poM / MC. Enkele NutBiMn } C«« BM bM HOTMI

W rwtovPMti»M J. K. U U TT.

Buitenland schrijft slecht over ons In de Neue Preusische Zeitung is een reeks artikelen verschenen over ons land die uitblinkt door degelijkheid. Eindelijk. Meestal is het niet veel soeps dat het buitenland over ons te melden heeft. De Standaard signaleert de artikelen en begint een beschouwing er over als volgt: , ,We zijn weder in het reis-seizoen en ook onder onze lezers zijn er, die, hetzij binnen-, hetzij buitenlands, korter of langer zich eenigen tijd uit hun gewone omgeving verwijderen om straks, gesterkt en verfrischt, weder tot hun werkkring terug te keeren. Meer dan een zal zich wellicht dien tijd tevens ten nutte maken, om te zien hoe het elders gesteld is, waar andere toestanden heerschen en voor het geval mochten wij enkele middelen noemen die gewoonlijk onmisbaar zijn, wil men over een vreemd land een juist oordeel vellen. Wij doen dit naar aanleiding van de uitnemende beschouwingen, die in de laatsten tijd van buiten af over ons land verschenen zijn. Wij waren anders reeds gewoon geraakt aan de caricaturen die in den vreemde voor photografien van ons land en van onze toestanden werden uitgegeven; aaa de oppervlakkige, spottende wijze waarop de Engelschman, Duitscher of Franschman die hier doortrok of zich anderhalven dag ophield,,,Holland en den Hollander" hoogstens als eene ,,rariteit" uit vroeger

dagen nog de bezichtiging waardig keurde. Times, Kölnische Zeitung en Figaro leverden liefst in den tijd waarin ,,bladvulling" noodig was, jaarlijks dergelijke bijdragen tot de kennis (?) van het land. waarvoor de volkeren wier organen zij zijn, voor twee eeuwen te zamen . . . sidderden. Niet dat men op dat verschil wees van toen en thans; dat men vroeg: waar de oud-Hoilandsche degelijkheid, vrijheidszin en vroomheid bij zoovelen gebleven was; dat men lachte

»wi tittdtiiiwn to OiM pef r^gü.

om onze aanmatiging, in het Europeesch congres eene plaats te verlangen waar we zóó droef het karakter onzer vaderen en de ervaringen van het verlede n verloochenden niet deze vergelijkingen of boetpredikingen (hoe wilt ge ze noemen?) ergerden ons.(. . .) Neen, dat juist de vreemdeling slechts de oppervlakte van ons volksleven gadesloeg, de grondslagen niet onderzocht, dat hij nooit ernstig, altijd spottend ons voorbij ging, dit verried in den beoordelaar te weinig bevoegdheid, bovenal te weinig zelfkennis dan dat we anders dan met weerzin zijne ,,Brieven u i t - of liever over - Holland" telkens weder ter zijde leggen.

Maatregelen tegen smaak- en kleurmiddelen In Duitsland wil men paal en perk stellen aan de steeds toenemende ,,vervalsching" van levensmiddelen. De raad voor landbouw heeft een memorie ingediend waarin ondermeer het volgende wordt onthuld: alleen al in Berlijn wordt op een totaal van 36,5 miljoen liter melk, 3 tot,4 miljoen liter water bijgemengd. Meel wordt vermengd met o.m. gips, krijt en marmergruis. In het brooddeeg bevindt zich gewQonlyk ahiiiLof kaUövater om de witte kleur van het brood te bevorderen en verder ook jalappenwortel om de verstoppende werking van aluin tegen te gaan. Bedorven koffie bevat gewoonlijk chichorei en rogge. ,,Met welke

bestanddelen de boter vermengd wordt, is bekend: voorts moeten smout, vet en gekookte aardappelen de quantiteit vergrooten". ,,Tot het maken van worst moet allerlei afval en stijfselmeel dienen. De schoone kleur der servelaatworst krijgt men vaak door arsenicumhoudende stoffen. Tal van z.g. wijnsoorten worden saamgesteld uit: water, aardappelen, gerstemeel, suiker, gist, wijnzuur,^ maluwbloesem^ wortels van viooltjes, vlierbloesem, tannine, wijnsteen, rozijnen, frambozensap, hop, tamarinde, melassesiroop, glycerine en druivenbloesem. Echter geen droppel natuurlijke wijn."

Wat speelde zich in de jaren die vooraf gingen aan de oprichting van de VU, honderd jaar geleden, zoal af? Net als de vorige maand ook nu weer een greep uit de Standaard. Ditmaal juli/augustus 1877

Lijfstraffen bij Marine moeten worden afgeschaft Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend waarin wordt voorgesteld de lijfstraffen bij de marine af te schaffen. ,,Zijn deze straffen op zich zelve reeds kwalijk overeen te brengen met den stand onzer beschaving en de beginselen van onze tegenwoordige strafwetgeving, meer en meer ook heeft zich de overtuiging gevestigd dat de afschaffing niet alleen geen overwegend bezwaar biedt, maar ook in het belang eener goede marine dringend vereischt wordt. De deskundigen zijn bijna eenstemmig dat zonder die afschaffing eene afdoende en duurzame verbetering van het personeel der zeemacht niet te verwachten is, dat deze, zoowel, wat het gehalte der mindere schepelingen als van het kader betreft, door het voortbestaan dier straffen wordt belemmerd. De afkeer tegen die straffen openbaart zich bovendien bij hare uitvoering soms zoo sterk, ook buiten boord en in de publieke opinie^ zoowel hier te lande als elders, dat die uitvoering voor hen die verplicht zijn haar te gelasten of te verrichten, dikwijls in hooge mate pijnlijk i s "

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen