VU Magazine 1977 - pagina 380

VÜ magazine 26

,,Veldarbeid voor kinderen een genoegen en een ontspanning''

wijs-inspecteurs. maar hun adviezen lopen nogal uiteen. Verdere stappen worden niet ondernomen. In '78 wordt de nieuwe wet op het lager onderwijs in de Kamer behandeld. In de wet komt een artikel voor. waarin aan de gemeenteraden de bevoegdheid wordt gegeven het werken van kinderen beneden de twaalf te verbieden. Dat artikel moet ,,het verderfelijk schoolverzuim" tegengaan. Er is van een curieuze omkering van het normale patroon sprake: er wordt geen onderwijsbepaling opgenomen in een arbeidsbeschermende wet, maar een arbeidsbeschermende bepaling in een onderwijswet. In de Kamer wordt een amendement ingediend om de bewuste bepaling te schrappen. Het is niet de taak van de gemeentebesturen om wijziging te brengen in bestaande wetten. Kappeyne betoogt, dat de situatie van gemeente tot gemeente zeer kan verschillen. De door hem voorgestelde regeling kan wellicht een basis zijn voor een meer algemene wetgeving in de toekomst. Wanneer in 1881 door het ministerie van binnenlandse zaken bij de provincies wordt geïnformeerd in hoeveel gemeenten verordeningen bestaan en er dus gebruik is gemaakt van hun bevoegdheid, blijken het er een goede veertig te zijn. Een paar jaar later zijn het er 140.

Modderman In de ^Thier van 1879 valt het ministerie-Kappeyne van de Coppello. Er komt een extra-parlementair kabinet-Van Lynden van Sandenburg voor in de plaats met mr. A. E. J. Modderman op justitie. Bij de begrotingsbehandeling van justitie voor het jaar 1881-'82 wordt de minister vanuit de Kamer gevraagd wanneer uitbreiding en herziening van de wet-Van Houten te verwachten is. De minister heeft al een ontwerp klaar liggen, waarop vooral door mr. Kerdijk invloed is uitgeoefend. Het kan. wat Modderman betreft. half-'82 in werking treden. December '81 gaat het ontwerp-Modderman naar de Raad

van State. Dit college maakt de langzamerhand klassieke opmerking over leerplicht en arbeidsbescherming, (ook Modderman brengt die twee in zijn ontwerp met elkaar in verband): ,, Wil men met eenige kans van slagen een poging doen om de bestaande wet op den kinderarbeid door eene volledigere te vervangen, (zal) men (. . .) moeten afzien van het denkbeeld om te trachten de twee in 1874 zorgvuldig van elkander gescheidene beginselen van leerplicht en beperking van kinderarbeid thans weer met elkander in verband te brengen". Modderman haalt ,,alles wat zelfs in de verste verte een greep in onze onderwijswetgeving zou kunnen schijnen" weer uit zijn ontwerp. Hij houdt echter hardnekkig vast aan een ander punt: de inspectie. Hij wil die in handen geven van een apart corps van inspecteurs. De Raad van State vreest, dat een dergelijk ,,zeer streng toezicht" wrevel bij de bevpiking zou kunnen oproepen. Bovendien is het duur. In het ontwerp-Modderman is niets te vinden over bescherming van vrouwen. Wel wordt veldarbeid in principe verboden, wel wordt ook aan kinderen boven de twaalf bescherming geboden. Ook Modderman leunt fors op buitenlandse voorbeelden, al zijn die meer gevarieerd dan de voornamelijk Britse waarnaar in '76 werd gekeken. Uit de Kamer wordt Modderman verweten, dat hij vrijwel niets aan eigen onderzoek, d.w.z. naar de situatie in eigen land, had gedaan.

Gemoedsbezwaren Februari 1883 valt het ministerie-Van Lynden. Het ontwerp-Modderman komt niet in openbare behandeling in de Kamer. De nieuwe ministerie van justitie mr. M. W. baron du Tour van Bellinchave trekt het in. ,,De verdediging van vele daarin vervatte bepalingen" wil hij niet voor z"n rekening nemen. De bezwaren van Du Tour hebben vooral betrekking op de uitbreiding van het verbod van kinderarbeid tot veldarbeid en op de manier

waarop de inspectie was geregeld. Du Tour komt met een eigen ontwerp, waarin hij rekening heeft willen houden met de wensen van de Tweede Kamer. Vooraf heeft hij (in december '83) een brief gestuurd aan de commissarissen des konings met de vragen over wat naar hun mening schadelijke arbeid is voor kinderen tussen de twaalf en zestien jaar; welke werktijden voor deze kinderen maximaal kunnen worden aangehouden en van hoe laat tot hoe laat er het best kan worden gewerkt. Ook de antwoorden op deze enquête zijn niet meer terug te vinden. 20 December 1884 gaat het ontwerp voor advies naar de Raad van State. Weer maakt de Raad - het verhaal wordt eentonig - bezwaar tegen de opgenomen onderwijsbepalingen. tegen ,,eene zijdelingsche invoering van den leerplicht". ,,Zoolang velen in den lande gemoedsbezwaren koesteren tegen het openbaar onderwijs, en toch alleen dat onderwijs op vele plaatsen voor de kinderen openstaat, zou het voorgestelde moeten geacht worden inbreuk te maken op het recht der ouders om voor hunne kinderen het onderwijs te kiezen dat zij verlangen", zo meent de Raad van State. Du Tour schrapt.

Genoegen en ontspanning Met deze (en enkele andere) wijzigingen gaat het ontwerp op 12 april '85 naar de Tweede Kamer. Een belangrijk verschil met dat van Modderman is, dat Du Tour de marechaussee en de gewone politie wil belasten met de controle. 9 Oktober komt uit de Tweede Kamer het voorlopig verslag. Ook daar leeft de gedachte dat je schoolbezoek niet moet bevorderen met een wetsontwerp als dit. Veel leden vinden het verbod op veldarbeid veel te ver gaan. Veel ouders zullen met hun kinderen geen raad weten en verder is veldarbeid voor kinderen een genoegen en een ontspanning. Veel leden blijken toch voor een aparte inspectie te zijn. Men vindt bovendien, dat indiening van een diepingrijpend

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen