VU Magazine 1978 - pagina 195

m magazine /; verschijnt een ontwerp-raamnota stadsvernieuw i n g met als m o t t o : ,,De buurt: woonplaats, geen doorgangshuis".

Desintegratie Het probleem met stadsvernieuwingsbuurten is, zo staat in die nota te lezen, dat de w o o n - en leefomstandigheden zo slecht zijn, dat wie het zich maar even kan veroorloven, vertrekt. Hetgaat o m een intensief migratieproces, waarbij grotere gezinnen door kleinere worden vervangen. Dat gaat zo snel in een aantal oude buurten, dat in twee, drie jaar tijd zich 35 tot 50 procent van de bevolking vestigt en een bijna even grote stroom vertrekt. Nieuwkomers en achterblijvers bestaan voornamelijk uit mensen met lage inkomens en bejaarden en/ of uit jonge gezinnen en alleenstaanden, die maar kort in de buurt blijven w o n e n . „Ditproces van vestiging en vertrek heeft de laatste Jaren zo diep ingegrepen in de sociale verhoudingen, dat bijna van sociale desintegratie kan worden gesproken", zegt de nota. Om dit proces te keren willen b. en w. de buurten zo vernieuwen, dat het ,,bevolkingsdraagvlak" w o r d t verbreed. Naast kleine huishoudens moeten ook gezinnen met kinderen in de vernieuwde buurten blijvend kunnen w o n e n . ,,Deze keuze maakt het noodzakelijk dat bij vernieuwing van de voorzieningen een voorschot wordt genomen op het toekomstig aanwezige draagvlak. Reeds nu dient deze vernieuwing krachtig te worden aangevat om de zittende en naar nieuwbouw verhuisde bevolking een voorzieningenniveau te bieden, waarop zij recht heeft en dat hen aan de buurt bindt". De vernieuwde buurten moeten als ze klaar zijn, kunnen concurreren met de nieuwbouw in de buitenwijken, daar komt het ongeveer op neer. Een aanwijzing daarvoor is ook het voorzieningenpakket dat men in gedachten heeft: het

moet ongeveer op het niveau komen van dat in de Bijlmermeer, inclusief parkeergarages Wat de huisvesting betreft, willen b. en w. zien te komen tot een verhouding van vijftig procent kleinere w o n i n g e n , vijftig procent grotere w o n i n gen. Gedacht w o r d t aan een gemiddelde oppervlakte per w o n i n g van 110 m^ en aan een dicht heid van zestig tot tachtig woningen per hectare (op het ogenblik is die dichtheid in oude buurten gemiddeld zo'n 140 woningen per hectare). Dat betekent een flinke vermindering van het aanta^ woningen.

Niet alle bewoners De nota zegt dan ook, dat wel w o r d t gestreefd naar verbetering van de huisvestingssituatie van alle huidige bewoners van stadsvernieuwingsbuurten, maar dat niet alle bewoners in die buurten kunnen blijven (of er, na de vernieuwing terugkeren). ,J-let is de taak voor het stadsbestuur om een verantwoord huisvestingsperspectief te

Macht, onmacht en strijdbaar bestuur Stadsvernieuwing is een gebeuren, dat door allerlei takken van wetenschap wordt begeleid. Wie zich ook maar even over het onderwerp oriënteert, stuit op nota's, rapporten, verslagen of zelfs proefschriften, die door geografen, of demografen, of planologen, of stedebouwkundigen, of bestuurskundigen of andere sociale wetenschappers zijn vervaardigd. Een jaar of tien geleden al, ging zich een groep VU-studenten in de bestuurskunde zich met stadssanering bezighouden. De keus voor dat onderwerp had rechtstreeks te maken met de

f

democratiserings-beweging. De I studenten besloten deze buurt ,,maatschappelijke relevantie". j als hun werkterrein te kiezen. van allerlei onderzoek werd sterk Het was het begin van een aantal bepleit. Zo ook binnen de vak- opeenvolgende projectgroegroep bestuurskunde, een tak i pen-stadssanering binnen de van wetenschap die daartoe van i vakgroep-bestuurskunde. Drs. huis uit al de kans biedt. Daar Jan Siersma was - eerst als kwam bij, dat aan het eind van de I student, later als medewerker jaren-zestig het onderwerp i bij al die groepen betrokken. In ,,stadsvernieuwing" actueel be- i een gesprek met VU-magazine gon te worden in de hoofdstad. i schetst hij het verloop van de In de Spaarndammerbuurt zou I activiteiten. een begin worden gemaakt met i Het eerste product van betekenis wijkverbetering; een eerste idee- i verscheen in april '71. Het heette ènschets van de gemeente had ,,Macht en onmacht van een bij de bewoners van die buurt ! buurt, rapport over enkele aspecverontrusting veroorzaakt. De I ten van de besluitvorming inzake

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen