GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 8

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 8

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magameó

problemen door velen uit de eigen achterban hoog aangeslagen. De aanhang van de ARP onderscheidde zich voorts door een matige tot grote politieke belangstelling, partij-aktiviteit en een sterke verbondenheid met de partij, en heeft met veel overtuiging op de ARP gestemd. Waarop was dit alles gericht in termen van politiek beleid? Voor betrekkelijk velen op behoud van het bestaande of terugkeer naar vroeger, zij het met enkele uitzonderingen. Zo'n uitzondering betreft de ontwikkelingshulp. De uitgaven daarvoor moesten, volgens verhoudingsgewijs veel antirevolutionairen, omhoog. Het stemmen op de ARP hing zeer nauw samen met het lidmaatschap van een kerkgenootschap van gereformeerde signatuur. Lagere opleidings- en beroepskategorieën waren in de aanhang van de ARP ondervertegenwoordigd. Deze drie profielen grof samengevat: Wat de ARP betreft godsdienstbeleving met een uitgesproken eigen ,,politieke kuituur". Wat de CHU betreft godsdienstbeleving zonder een vergelijkbare politieke kuituur. En wat de KVP aangaat kerklidmaatschap met a.h.w. een automatisme ten aanzien van het stemmen op de KVP, zonder verder principiële doorleving van de partijkeus en zonder eigen politiek gezicht. Dit was de uitgangssituatie, toen het proces van eenwording in gang werd gezet. Tijdens dit proces voltrok zich aan de KVP en de CHU datgene wat al lag opgesloten in het kleurloze profiel dat het onderzoek van 1967 aan het licht had gebracht: de eigen aanhang ging zienderogen verloren. Het aantal KVP-zetels in de Tweede Kamer daalde van 42 in 1967 tot 27 in 1972, het aantal CHU-zetels van 12 tot 7. Het aantal ARP-zetels daalde daarentegen slechts van 15 tot 14, hetgeen in het licht van de vermelde onderzoekresultaten evenmin behoeft te verbazen. De vorming van het CDA fixeert voor een onafzienbare reeks vanjaren op zijn minst de getalsmatige verhouding van de aanhang van de drie partijen in de besturen en op de kandidatenlijsten op

Dit artikel over het CDA is het laatste in een serie van drie, die dr. J. van Putten, lector in de politicologie aan de VU, voor VU-magazine schreef. Het eerste, „CDA: verhaal vol absurditeiten" verscheen in het juni-nummer van 1976; het tweede verscheen in het mei-nummer van dit jaar, vlak voor de verkiezingen. Er stond boven: „Geen tweede kabinet-Den Uyl indien dat afhangt van het CDA" CDA-voorlieden op een fractie-vergadering. Van links naar rechts: Aantjes, Van Agt, Andriessen en Kruisinga

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 8

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's