GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 477

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 477

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

]ffl magazine 35

of fixeren? (1 zwijgende en soms uitgesproken functie vcm conventioneel onderzoek is het oliën van de machine van het bestaande sociale systeem". Vandaar de nadruk in zulk onderzoek op: het toewerken naar beleidsvoorstellen, ,.policies": de problemen die ontstaan hij het invoeren van nieuwe maatregelen of policies; de effecten van nieuwe maatregelen of policies op verschillende bevolkingscategorieën. Dat is allemaal wel nuttig en belangrijk, maar zo'n benadering stelt de doeleinden en waarden van het systeem zelf niet aan de orde en schiet tekort in het zoeken naar alternatieve ontwikkelingsstrategieën. Zo'n benadering helpt Afrika niet uit de put, waar het nu in zit. Het is meer eenflxeerhenadering dan een ontwikkelingsbenadering, aldus, vrij vertaald, Amin. Tja, na lezing van zo'n verhaal vraag je je af waarje zelf staat en hoe je eigen situatie is. Wij (m'n teamgenoot en ik) trainen studenten en doen onderzoek. Ik zie in deze brief verder even af van het trainingsaspect en of dit bijdraagt aan het reproduceren van een elite in Botswana, en beperk me dus tot het onderzoek. Dat onderzoek wil nagaan hoe de traditionele landbouw hier werkt, met welke economische en ecologische voor- en nadelen, in het wel erg marginale milieu van Botswana (zeer lage regenval, geringe bodemvruchtbaarheid, etc). De bedoeling (of: hoop) is dat er indicaties uit voortkomen voor de planning van de ontwikkeling van de landbouw hier, in een voor de boeren en voor het land als geheel wenselijke richting zonder dat de grenzen in het milieu worden overschreden. Ons onderzoek is daarmee tamelijk ,,technisch", weinig op fundamentele alternatieven voor het globale ontwikkelingsproces zelf gericht - geheel volgens Amin's verwachting. Onze situatie: Botswana heeft gekozen voor een ontwikkelingsstrategie als in de eerste zinnen van deze brief aangeduid, vanuit de ideologie die daar grosso modo bij past (o.a. een sterke afliankelijkheid van export van vlees en diamanten, en een grondpolitiek in kapitalistische richting). Al de opgesomde factoren die bijdragen volgens Amin, tot reproductie van die ideologie, zijn aanwezig- Wij werken in een (universiteits-)instituut voor beleidsgericht onderzoek; welis-

waar onafhankelijk onderzoek (voorzover dat op zich hier mogelijk is gezien het feit dat je eerst toestemming van de regering nodig hebt) maca- toch beleidsgericht. In de praktijk van dit instituut, wil dat totnogtoe zeggen: op concrete beleidsmaatregelen gericht, niet op ontwikkelingsstrategieën in algemene zin. Voor dat wij naar Botswana kwamen, heeft de rector van de universiteit hier, ons verzocht ons werk vooral zo in te richten, dat het ook voor het ministerie van landbouw in Botswana nuttig zou zijn. Ons onderzoek, en zelfs de praktijk van ons Instituut,' bevestigen dus de analyse van Amin. De meeste blanke onderzoekers die ik hier ken, doen ,,conventioneel onderzoek", en de paar zwarte collega's die ik ken, doen dat veelal ook of laten zich er in Canada of Engeland voor olleiden. Hoe vind ik dit alles? Als het acm mij lag, dan zou Botswana misschien een andere ontwikkelingsstrategie volgen - dat als eerste. Maar: het ligt niet aan mij. Daar, waar de huidige ontwikkelingsstrategie vcm belang is voor het thema van ons onderzoek, zal ik niet nalaten zo eerlijk en relevant mogelijk te handelen, gedekt door het feit dat ons Instituut de belangen van de minst geprivilegieerde groepen als een van haar uitgangspunten in het vaandel heeft staan. Maar ondertussen is de keus vcm ons onderzoeksveld, en een deel van de onderzoeksaanpak, bepaald vanuit de door Amin zo gewraakte, systeem-fixerende hoek - daar ontkom ik niet aan, al had ik natuurlijk kunnen weigeren acm dit project deel te nemen. Maar er valt ook best wat positiever te schrijven, en daarvoor grijp ik terug op het verhaal van De Vreede (I). Ook De Vreede begint met de alarmerende krisis in het Afrika van vandaag. Hij ven'olgt dan met een andere vraag dan die van Amin naar de rol vcm socicde wetenschappers daarbij: hij vraagt naar de oorzaken van het probleem. Een rapport over de toekomst vcm Afrika citerend, komt hij daarbij tot de volgende opsomming: • het gevoelige ecosysteem, dat,,f out en zo genadeloos afstraft'' en waarin als onderdeel van de conventionele ontwikkelingsstrategie, zoveel fouten zijn gemaakt:

• de bevolkingsdruk (een factor die nauw verbonden is aan de eerste); • ontoepasbaarheid van ideeën en recepten uit de ontwikkelde landen; • het gebrek cum vrijheid en de sterke afhankelijkheid van Afrika. Die laatste factor is volgens De Vreede de belangrijkste - het is een wat andere formulering van de diagnose van Amin. Amin laat na, de twee eerstgenoemde factoren in de beschouwing op te nemen. Ons onderzoek richt zich juist duidelijk daarop, en kan daardoor wellicht tot ontwikkelingsrelevante inzichten leiden -al richt het zich dan blijkbaar niet op de méést-belangrijke factor. Trouwens, Amin constateert terecht, dat het merendeel der sociale onderzoekers in Afrika zal werken binnen een systeem dat de conventionele ontwikkelingsideologie aanhangt. Zulke onderzoekers (dus ook wij) kunnen volgens hem nuttig werk verrichten indien zij een aantal richtlijnen naleven, die zijn samengesteld door een groep van sociale wetenschappers uit de derde wereld (3). Een paar van die richtlijnen (vrij vertaald) zijn: m ontwikkelingsonderzoek moet bestaande structuren cmalyseren en aangeven welke krachten kunnen bijdragen tot verandering van die structuren (opdat ze de omstandigheden, mogelijkheden, capaciteiten en participatie van de arme massa's helpen verbeteren); • serieus onderzoek naar theorieën over en voor structurele verandering moet sterk worden gestimuleerd; • ontwikkelingsonderzoek moet zich richten op sleutel-problemen, zoals die worden ervaren door de groepen die thans de zwaarste lasten dragen; • onderzoekers moeten proberen die klassen en groepen te bepalen die buiten de bestaande sociale en politieke instellingen vallen, en ze moeten hun studies zo inrichten dat deze groepen bereikt worden en dat die studies voor zulke groepen toegankelijk en bruikbaar zijn. Het lijken me ook best interessante richtlijnen voor onderzoekers in zogenaamde ontwikkelde landen!

1. M. de Vreede, ,, Wij kunnen alleen op onszelf vertrouwen", OVERZICHT, 1979 no 10, juni 1979 2. Samir Amin, C. Atta-Mills, A. Buyra, G. Hamid, T. Mkandawire: ,,Social Science and the Development Crisis in Africa: Problems and Prospects", AFRICA DEVELOPMENT, vol HI no 4, 1989, Dakar, Senegal 1978 3. Workshop on Development Theory, 8-12 aug. 1978; see SAREC-Report R3: 1978. als geciteerd door Amin e.a. (2).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 477

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's