VU Magazine 1979 - pagina 38

magazine 36

Viering aan de VU door S. J. Prins (secretaris Werkgroep Doelstelling)

(ven'olg van pagina 35)

van dit artikel is dat radio en TV bij het post-akademiaal onderwijs nauwelijks een positieve onderwijskundige funktie kunnen vervullen. Deze mening is mede gebaseerd op de ervaringen bij de realisering van het ABL-projekt en het uitgevoerd evaluatieonderzoek. Tenslotte het nut van het ABL-projekt Het ABL-projekt heeft meer dan een miljoen gulden gekost. Het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen heeft ƒ 200.000,-bijgedragen. De rest is door de VU en de NCRV uit eigen middelen betaald. Wat is het nut van een dergelijk projekt? Ten eerste heeft het projekt geleerd dat dergelijke ondernemingen een goede voorbereiding vragen, dat goed gekwalificeerde auteurs van leerboeken dienen te worden aangetrokken, die tijdig hun produkten afleveren. Ten tweede dat een dergelijk projekt staat of valt met een goed projekt-management. Ten derde dat de rol van radio en TV bij de realisering van post-akademiaal onderwijs sterk overschat wordt. Het verdient aanbeveling dat de funktie van radio en TV bij het (post-akademiaal) onderwijs opnieuw doordacht wordt. Ten vierde dat bij het opzetten van dergelijke projekten een goed inzicht in de uit de beroepspraktijk voortvloeiende leerbehoeften van potentiële cursisten noodzakelijk is. Bovenstaande lessen zijn niet alleen van belang voor de opzet van postakademiaal ondei^wijs in ons land maar ook bij de realisering van de Open Universiteit. En tenslotte mag niet vergeten worden dat meer dan 1000 cursisten volgens hun eigen mening in staat zijn gesteld een goede cursus te volgen.

Ruim honderd leden van de V.U.-bevolking hebben 30 november jl. deelgenomen aan de eerste V.U.-viering, samen eten en luisteren. Wat is dat voor een nieuwe activiteit aan de V.U.? En wat is de bedoeling? In de eerste plaats is het voor de V.U. als studie-leefgemeenschap van levensbelang in contact te blijven met de bijbelse openbaring, met de bijbelse leefwereld als bron van inspiratie bij het vormgeven van de dienst aan God en Zijn wereld. De omgang met en het verstaan van de bijbelse openbaring impliceert een kennen dat breder is dan het gangbare rationele kennen dat zo typerend is voor onze dagelijkse werkzaamheden. Het betreft een kennen dat zich eerder manifesteert in de viering dan in de analyse; een wijze van kennen van omgaan met die dingen die in onze cultuur stiefmoederlijk bedeeld wordt. Er is een soort geïsoleerd rationeel bewustzijn ontstaan dat nauwelijks meer in staat is onze ervaringen uit dieper liggende dimensies van het menselijk bestaan te verwerken.

Waar vaak deze ervaringskaders ontbreken is het de hedendaagse mensen amper mogelijk een levende relatie met de bijbelse leefwereld te hebben (al zijn er tekenen van regeneratie bij jongeren). Veel zal in dit opzicht opnieuw ontdekt en ontwikkeld moeten worden. Vragen naar de functie van de verbeelding, naar de waarneming van symbolen, naar overdracht in muziek en poëzie, etc. zijn fundamenteel m.b.t. de omgang met de Bijbel in relatie tot het eigen bestaan als persoon en als groep. Gezocht moet worden, al was het alleen maar om jongere generaties op te vangen, naar vormen waarin de directe ervaring weer een kans krijgt een beleving mogelijk wordt van datgene dat voor het rationele bewustzijn niet meer toegankelijk is. In dit verband moet gedacht worden aan liturgische vormen, in een zeer brede zin van het woord. Gekozen is voor een vieren, een samenzijn, rondom de maaltijd waarbij taal en muziek een grote rol spelen. Een plaats om de gemeenschap met

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen