GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 407

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 407

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

llO magazine 9 dan ook, het criterium dat Gamaliel gebruikte om de messiaanse beweging van Jezus te beoordelen, ,,Indien het uit God is, zult gij het niet kunnen vernietigen". (Handelingen 5:39) En wie zou mogen of durven beweren dat wat uit God is niet ernstig genomen hoeft te worden, niet nodig is voor eigen identiteit coram Deo? Voor de ontmoeting met de moslims halen wij twee typerende voorbeelden aan uit onze eigen eeuw, waarbij die dialectiek waar over gesproken is, zich op bijzondere wijze realiseert door de gastvriendschap. Het gaat om Charles de Goucauld en Louis Massignon, die beiden respectievelijk door leden van een Afrikaanse berberstam, de Touaregs in Noord-Afrika, en arabische moslims in Irak, gastvrij werden ontvangen. De gastvriendschap waarmee beiden ontvangen werden is bepalend geworden voor beider ,,bekering", voor hun visie op de ontmoeting met andersgelovigen en het opnieuw verstaan van hun eigen geloof. Massignon vertelt dat hij in 1908 gered door moslimse gasten in Irak ,,weer christen is geworden". ,,In 1908 ben ik via het leren van het Arabisch, de liturgische taal van de Islam, een ,,islamisant interioriste" geworden, tot het christendom bekeerd door het getuigenis van God welke het moslimse geloof impliceert, dat de ongelovige Foucauld zo zeer had bewonderd in zijn gidsen in 1883 in Marokko: het woord gegeven aan de gasten van God." Over Charles de Foucauld vertelt Massignon: ,,Het contact met de islam werd de grote ervaring van zijn leven. Hij dacht een moment eraan zich te bekeren. Vervolgens door een geestelijke verdieping transponeerde en verruimde hij dat mengsel van praktische eenvoud en mystiek die (hem) in de islam had bekoord tot een vroomheid die tegelijkertijd nieuw en authentiek christelijk was, welke hij ,,het verborgen leven van Jezus" heeft genoemd. Bedoeld wordt de dertig jaar die Jezus in het verborgene doorbracht in Nazareth vóór zijn openbaar optreden. Massignon wijst erop dat in het Arabische oosten sinds de tijd van de patriarchen de zin voor de heilige gastvrijheid bewaard is gebleven en men daar weet dat er een goddelijke zegen verbonden is aan het brood dat men breekt met de gast van God. Massignon is na veertig jaar reizen in de islamitische wereld van mening dat als de Islam zijn territoriale, economische en technische verliezen overleefd

Het bezoeken van de zieken

heeft, het is om voor de wereld in het hart van de eenvoudige moslims, dorpsbewoners en nomaden, een massieve, oneindig kostbare reserve van geloof in de goddelijke beloften te bewaren, een geloof dat zich vertaalt in de ontvangst van elke vreemde bezoeker als gast. beeld van God, de engel gezonden naar Abraham in Mamré. Het is deze verborgen God van de gastvrijheid die, aldus Massignon, de moslimse gelovigen aanroepen. ,,Deze God van de nomaden, die wij allen zijn, soms bezocht door de Vreemdeling wandelend in de schaduw der eeuwen; Hij wiens gelaat zich niet laat zien dan op de gezegende uren van de genade, wanneer een bovennatuurlijk schijnsel de mist van onze levens komt doordringen; Hij die- woont in de tenten van Israël, Hij die ook de twee reizigers van Emmaüs herkenden bij het vallen van de avond onder de trekken van die eenzame gast die zijn Naam niet had gezegd. . ."

Theologie der godsdiensten: Inleiding in de verwondering Tot welke conclusie leidt dit overzicht voor ons verstaan van de verhouding van christenen tot de andersgelovige, voor de theologie van de godsdiensten? Dat een houding zoals wij die verdedigen niet leidt tot een simpel syncretisme, dit vaak ,,luie oordeel" om met

Henri Corbin te spreken - moge blijken uit de boeiende respons van moslimse zijde op Charles de Faucauld. 2^er onlangs schreef de bekende Algerijnse moslimse geleerde ,,Ali Merad" het volgende over hem. ,,Jezus navolgen, proberen onder alle omstandigheden te handelen zoals hij het zelf zou hebben gedaan; elk wezen behandelen door in hem ,,niet een mens, maar Jezus te zien" (Eer. Spir., 211). dat is volgens het islamitische geweten de meest welsprekende manier de authenticiteit van de evangelische boodschap te beleven. Vanwege de dialectiek tussen het kennen van Christus en zijn boodschap en het ontwaren van Zijn presentie in de ander, lijkt het ons principieel onjuist van niet-christenen en een nietchristelijke wereld te spreken. Ook kan men zo moeilijk uit de weg met statistieken van christenen en nietchristenen, of het zouden statistieken moeten zijn van vluchtelingen, gevangenen, hongerigen en armen, wier aantal in de laatste decennia overal ter wereld schrikbarend is gestegen. Het gaat steeds weer om die mysterieuze dialectiek tussen de gekende Christus en de als onbekende vreemdeling aanwezige. Hoe is het mogelijk een nieuwe theologie te ontwikkelen na de kruistochten (tegen ketters, joden en moslims), na de slavenhandel, na de moderne kruistochten in de vorm van kolonialisme en imperialisme? Hoe ook een theologie na Auschwitz? Na de offerande, Holocaust van zes miljoen joden. Culminatie punt van een christendommelijke historie via een Constantijn de Grote, die het kruis op de veldtekenen aanbracht, en daarmee het kruis in het tegendeel verkeerde zoals Schwarz-Barth in De laatste der rechtvaardigen op schokkende wijze heeft beschreven in die dialoog tussen Ernie en Golda wanneer zij vraagt ,,zeg me dan waarom de christenen zo'n hekel aan ons hebben? Ze zien er toch vriendelijk uit, als je zonder ster naar ze kijkt." ,.Het is heel mysterieus", mompelde hij in het Jiddisch, ,,Ze weten het zelf niet goed. De christenen zeggen dat ze Christus liefhebben maar ik geloof dat ze hem haten zonder dat ze het zelf weten: daarom nemen ze het ,,kruis" bij het andere eind vast en maken er een zwaard van, en daar slaan ze ons mee 1 Begrijp je, Golda," riep hij plotseling, vreemd opgewonden, ,,Ze nemen het kruis, en ze draaiden het om, mijn God. . . " ,,Die arme Jesuah, als hij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 407

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's