GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 95

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 95

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

\ff} magazines kaanse instellingen. Rondom 1969 verscheen een reeks studies over de rol van de Chr. Colleges in India onder leiding van prof. dr. Richard Dickinson, met medewerking van vele Indiase deskundigen, waardoor de zeer positieve betekenis van deze colleges werd gedocumenteerd en die de stoot gaf tot het ontstaan van een ,,National board of Chr. Higher Education in India", waarlangs de hulp van buiten wordt gekanaliseerd tot op de huidige dag.* Onder de instanties die in het verleden en tot nu toe het een en ander deden voor christelijke instellingen voor hoger onderwijs in de ,,derde wereld" noemen wij ook met respect de Commissie buitenland van de V.U., de Nuffic (Den Haag) en ICCO (Interkerkelijke Coördinatie Commissie voor Ontwikkelingsprojekten (Utrecht) en de rooms-katholieke organisatie Cebemo (Den Haag). Het werk dat vanuit de nieuwe conferentie voor instellingen voor hoger onderwijs wordt geëntameerd, kan en mag nooit in de plaats treden van wat door bovengenoemde en andere instanties reeds geschiedt, maar zal zich moeten richten op het aanvullen en versterken van wat door andere instanties tot stand gebracht is en wordt.

Behoeften Gesprekken met initiatoren van de nieuwe conferentie, zowel aan de V.U. als in Grand Rapids, als met sleutel-figuren uit het ,,Institute for reformed studies" van Toronto (Canada) hebben mij duidelijk gemaakt dat de intentie van deze conferentiein-wording vooral is in te gaan op de vraag hoe wij elkander kunnen helpen om inhoud te geven aan de hoge pretenties van christelijk hoger onderwijs in de context van de verschillende culturen, waarin deze instellingen fungeren. Wat betekent een christelijke grondslag voor de keuze van themata op het terrein van onderzoek en onderwijs? Wat betekenen onze uitgangspunten voor onze curricula en programma's? Wat betekenen ze voor de benadering van de problemen van de nationale en internationale samenlevingen nu en in de toekomst? Wat betekenen ze voor de keuze van onze prioriteiten? * Zie: ,,The Chr. College and national development" (Madras 1967) en ,,The directory of information for chr. colleges in India (waarin 129 colleges worden besproken (Madras 1966))

Geen dialoog-politiek bepleit de publieke tribune van de Universiteitsraad in 1976.

Wat betekenen ze voor de opbouw van de universitaire gemeenschap waarin wij functioneren. Welke diensten kunnen christelijke instellingen voor hoger onderwijs bieden aan de kerken en samenlevingen, regionaal en mondiaal? In zulk een contact zullen wij merken dat wij in het Westen bijvoorbeeld aan de V.U. of in Grand Rapids of Toronto niets te pochen hebben. Aan welke van deze instellingen is de relatie tussen grondslag en concrete taken van onderwijs en onderzoek bevredigend gelegd? Waar in onze instellingen is de identiteitskrisis van christelijke insteüingen bevredigend tot genezing gekomen? Als de fundamentele vragen aan de orde komen staan we niet met elkaar in relatie als ,,donor"- en ,,receiving agencies", maar juist op dat niveau van de meest fundamentele vragen moeten wij van elkaar leren in ootmoed en bereidheid tot ontvangen. Al deze instellingen hebben vernieuwing nodig. Al deze instellingen zijn zwak en soms machteloos. Het is goed als in een wederzijdse gemeenschap de armoede en onmacht van de ene instelling die van de andere raakt en als wij in de locale en nationale situatie en in onze vriendschap met elkaar meer kanalen mogen worden van de kracht van de Heilige Geest temidden van hen die wij willen dienen. De intentie van zo'n conferentie als in Grand Rapids plaats vond in augustus 1978 is naar het mij voorkomt zeer waardevol en heeft recht op onze sympathie en steun. Het is echter wenselijk om eerst klaarheid te verwerven over de wijze waarop deze in-

tentie verder zal worden uitgewerkt door het ,,steering-committee" dat werd belast met de effectuering ervan. Aangezien het eerste initiatiefis uitgegaan van de Universiteit van Potchefstroom, is het van het begin af aan nodig klare wijn te schenken betreffende de deelname van de P.U. Mijns inziens is deelname van de P.U. niet aanvaardbaar. Ik wil trachten te formuleren waarom niet.

Potchefstroom principieel niet aanvaardbaar Deelname van de Universiteit van Potchefstroom (P.U.) is naar mijn overtuiging principieel onaanvaardbaar om de volgende redenen: 1. De P.U. steunt vanaf het begin de ,,Separate University act" die afgezien van zeer exceptionele gevallen de toelating van studenten beperkt tot één raciale groep in Zuid-Afrika. De bedoeling van deze door de nationale partij in het leven geroepen ,,Act" is dat Afrikaner studenten zich verschillend, separaat zullen voelen van studenten uit andere rassen en dat ze zich superieur zullen voelen boven andere raciale gemeenschappen. De ,,separate university act" vormt de grondslag van het toelatingsbeleid van de P.U. Ook al zou de P.U. op de brief van het steering-committee van de bovengenoemde conferentie antwoorden dat voor bepaalde studierichtingen zwarte studenten worden toegelaten, dan is daarmee het valse fundament van deze act niet verlaten of prijsgegeven, zoals ieder weten kan die weten wil.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 95

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's