GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 18

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 18

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magaune 16 hand op hun schouder gelegd, die sterker is dan alle eigenwijze gereformeerden samen." „Tja", reageerde Pharetra-redacteur Mak (thans redacteur van De Groene): „Alleen, zijn de Hervormden pn de Roomsen heus zoveel minder begenadigd dan de Gereformeerden, dat de laatsten zoveel beter in het verzet waren? Waren de Mannenbroeders dan toch het uitverkoren volk? De heer Wybenga meent het wel te weten." Een ingezonden stukkenschrijver in de Aantjesserie in Trouw zoekt ook naar een verklaring. „Door eigen ervaring in de dertiger jaren, nu, bij het lezen van de „brieven van lezers" onder andere ook de bijdrage „De geestelijke achtergrond van Aantjes" door ir. Van der Graaf, kom ik met een gevoel van onbehagen tot de volgende conclusie: In de gereformeerde denkwereld van voor 1940 was de opinievorming niet primair gericht op de bestrijding van het fascisme. Aan het verzet in de jaren '40-'45 namen vele gereformeerde landgenoten deel. Een verzet dat werd gevoed door een stuk nationalistisch denken. Trouw aan het vaderland. Van daaruit alleen kon de opstelling van oud-verzetsstrijder Schakel over Zuid-Afrika verklaard worden."

Beroep op Groen en Kuyper „ Toen het nationaal-socialisme in ons land gestalte kreeg in de N.S.B, werden ook leden onzer kerken door deze beweging bekoord. In zijn brochure „Het Calvinisme, de N.S.B, en de Geref. Kerken" verdedigde de heer Roskam de stelling dat de leiders van de A.R. Partij de erfenis van Groen en Kuyper zouden hebben verloochend. De N.S.B, zou de lijn van Groen en Kuyper voortzetten.. " Aldus begint Th. Delleman een hoofdstuk in het in 1949 verschenen boek „Opdat wij niet vergeten" over de Gereformeerde Kerken in de oorlogsjaren. Veelvuldig is door fascisten van allerlei slag een beroep op Kuyper gedaan. Een van de pijnlijkste keren was ongetwijfeld toen Seyss Inquart in een rede op het Amsterdamse Museumplein op 27 juni 1941 een anti-joodse uitspraak van Kuyper uit de vorige eeuw aanhaalde. Er zijn meer voorbeelden. Begin 1941 verscheen van N.S.B.-zijde een brochure van J. H. H. Wamelinck,,Groe/j van Prinsterer, Dr. Kuyper en Mussert", waarin wordt gesteld: „Op het gebied van de oplossing der sociale vraagstukken loopt één gouden draad van Bilderdijk, Groen en Kuyper, die te onzaliger uur door hem in 1901 werd afgebroken en als „oude plunje" naar de voddenjood werd verwezen, naar Mussert". Het gaat hier met name om de instelling van een corporatieve staat. Van Colijn moest de N.S.B, niets hebben.„Colijn deed niets." Hij wordt aangeduid als„eeA7 steunpilaar van het groot kapitalisme en Nederland uitzuigende joden." Ook Van Weringh geeft in z'n boek verscheidene voorbeelden van een beroep op Kuyper in fascistische en aanverwante lectuur. „Hylkema noemt als antwoord op de vraag of er in ons land vóór hetjaar 1 van het fascisme (namelijk 1922} „oorspronkelijke fascistische gedachtenlij-

Bedreigende rode hand

nen" zijn aan te wijzen, onder meer Abraham Kuyper. Hij noemt hem daarbij in één adem met de pauselijke encyclieken Re rum Nova rum en Quadragesimo Anno." Het boekje van Hylkema doet in het algemeen sterk denken aan Ons Program. Ter gelegenheid van Kuyper's honderdste geboortedag op 19-10-1937 lezen we in het Nationale Dagblad (N.S.B.-uitgave): „In den nieuwen tijd, die komende is, zal men pas ten volle vatten de beteekenis van dezen held Gods. Wie Kuyper's werken leest en wie de consequenties van zijn gedachten benaderen wil, die voelt, dat hij staat op heiligen bodem." In dezelfde geest laat Arnold Meyer van het Zwart Front zich uit, bij dezelfde gelegenheid: „//e?/s de plicht van Zwart Front met de beginselen van Kuyper den nieuwen staat op te bouwen, die. Christelijk als hij zal zijn, de Goddelijke souvereiniteit handhaaft tegenover het parlementaire stelsel, dat op volkssouvereiniteit steunt, en, corporatief als hij zal zijn, de souvereiniteit in eigen kring respecteert en bevordert tegenover de dictatuur van dezen absoluten staat en tegenover het joodsche grootkapitaal." Was dit beroep uit fascistische hoek op Kuyper terecht? Met die vraag houdt zich in het begin van de bezettingstijd ook De Standaard bezig. Op 17 januari 1941 schrijft het blad: „Het is in onze dagen gebruikelijk het streven naar een corporatieve organisatie mede te doen steunen op hetgeen Dr.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 18

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's