GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 121

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 121

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

T 1 ^ magadne 31 denkt Hofman dat indirekt het geschiedenisprojekt van de Oosterparkwijk in Groningen wel aan zijn doel heeft beantwoord: ,,Onze indruk is, dat het direkte politieke effekt op de wijk gering is. De aktieve bewoners zijn zo druk bezig met de actuele problemen in de wijk en we hebben niet de indruk dat zij uit ons werk nieuwe argumenten of lessen hebben gehaald. Op een indirekte manier is ons werk echter wel degelijk belangrijk geweest. De indruk is dat het de betrokkenheid van de mensen bij de wijk wel heeft versterkt. Er ontstond weer meer een gevoel van trots op de eigen wijk!" De uitgave van het boekje met daarin de geschiedenis van de wijk zal daar zeker toe hebben bijgedragen. Ook in Rotterdam en Amsterdam zijn boekjes voor buurtbewoners en scholen uitgekomen. De belangstelling was enorm groot en de eerste oplage was binnen korte tijd uitverkocht. Zeker heeft ook effekt, dat de resultaten van buurtgeschiedenisonderzoek veelal gebruikt worden in het geschiedenisonderwijs op de lagere scholen. Ons inziens zitten er nog wel wat haken en ogen aan deze vorm van emancipatorische geschiedbeoefening. In de eerste plaats bestaat het gevaar dat het anekdotische karakter van de verhalen over hoe arm. gezellig of rood de wijk was niet wordt overstegen en dat het geheel nostalgies van aard wordt, waarbij dan bovendien de geschiedenis van de wijk geïsoleerd wordt van de maatschappelijke ontwikkelingen die op dat moment zich in de rest van de maatschappij voltrekken. In de tweede plaats, en daar wees Selma Leydesdorff op in de afsluitende lezing van het kongres, is bevrijding meer dan een optelsom van de verlangens en politieke eisen van een aantal individuele mensen. Zij benadrukte het gevaar dat men niet verder komt dan de zelfopvattingen van de groep en dat dit leidt tot ideologiese vertekening van de geschiedenis. Op zoek naar wat voor haar dan het kenmerkende is van onderzoek in dienst van bevrijding - zonder deze nu verder te definiëren - komt zij uiteindelijk uit op de ideologische klassenstrijd. Links onderzoek moet gericht zijn op het verschaffen van een tegenideologie die de strijd zal moeten aanbinden met de heersende ideologie.

Geschiedenis op toneel Een heel andere invalshoek had de lezing van Peter de Baan, regisseur van toneelgroep Sater. Historische on-

derwerpen zien we de laatste jaren steeds meer opduiken in de produkties van het politieke vormrngstheater; Gansch het Raderwerk, over de spoorwegstaking van 1903 door de Nieuwe Komedie, De Overval op het Pakhuis van Proloog, De Juf van de Tsaar Peterstraat door toneelgroep Sater om er maar enkele te noemen. De Baan zag de opkomst van dergelijke stukken met name als een reaktie op een zekere inzinking in het élan van de linkse beweging in het midden van de jaren '70. Door het terughalen van historiese momenten waarop het wél goed ging met die linkse beweging probeert het politieke toneel een bijdrage te leveren aan het weer tot leven wekken van dat élan. Kortom: Geschiedenis op het toneel tot steun en inspiratie van links. Een heel konkreet voorbeeld hiervan is de produktie over arbeidstijdverkorting. Sater plaatste dit aktuele ondeinverp in histories kader door de strijd om de achturige werkdag tijdens de revolutionaire periode van 1917/18 te laten zien. Ook toen waren de reakties van ondememerszijde dat het niet haalbaar was, dat de ekonomie het niet kon verdragen etc. Toch wordtin 1919 de achturige werkdag een feit, zij het voor een periode van een paar jaar. Het op het toneel brengen van de vroeger gevoerde strijd en de veroverde suksessen kan stimulerend werken op de strijd van vandaag, zo meende men. De verbinding tussen heden en verleden wordt hier expliciet gelegd. Veel minder is dat in een ander stuk van Sater, De Juf van de Tsaar Peterstraat, waarin de emotionele ontwikkeling van een schooljuffrouw in de jaren 1917/18 wordt geschetst. Vanuit zichzelf nauwelijks politiek gemotiveerd maakt ze het aardappeloproer van 1917 mee, ziet ze hoe soldaten op demonstrerende mensen schieten. Ze kiest impulsief voor de onderdrukten, zonder daarbij aan een echte politieke meningsvorming toe te komen. Met

haar vriend, die zich nadrukkelijk radikaler opstelt, komt zij in konflikt wanneer zij gevraagd wordt als raadslid voor de SDAP. De juf, nog zoekend naar een duidelijke politieke opstelling, aarzelt. Dan wordt haar vriend doodgeschoten tijdens een demonstratie. De SDAP-wethouder weigert toestemming te geven voor een begrafenis in de buurt uit angst voor politieke onlusten. Op dat moment twijfelt de juf niet langer en keert de Reformistiese koers van de SDAP de rug toe. Van het publiek wordt verwacht dat het zelf de link legt tussen de gespeelde historiese gebeurtenis en de aktueel politieke betekenis ervan. Duidelijk is dat dit niet vanzelf gaat. De toneelgroep moet zorgen voor de mogelijkheden van identifikatie en daarbij moeten bepaalde ,,opwindende gebeurtenissen" uit het verleden, hoe stimulerend die op zichzelf ook kunnen werken, soms bewust worden weggelaten of afgezwakt om de emotionele loop van het verhaal geen geweld aan te doen. Aan de andere kant is de verleiding groot om wanneer je de kracht van links in het verleden wilt laten zien, deze te overdrijven en de revolutionaire romantiek te idealiseren. De Baan wees er dan ook op dat de politieke boodschap die je wilt brengen niet altijd geheel overeenkomt metdehistorischegebeurtenissen waarop je je wilt baseren en dat het gevaar voor simplifikatie of zelfs daadwerkelijke geschiedvervalsing vaak levensgroot aanwezig is. Anderzijds moeten we ons realiseren dat het hier om toneel gaat en dat de werking op het publiek vaak belangrijker is dan de juistheid van historische details. De verhouding tussen geschiedenis en boodschap blijft problematisch, realiseert Peter de Baan zich en hij zou graag meer met historici willen samenwerken, die onderzoek voor de toneelgroep kunnen verzorgen en korrigerend kunnen optreden wanneer met de historische werkelijkheid wat al te gemakkelijk wordt omgesprongen door schrijver, regisseur en spelers.

Anti-militairisme en vrede Kan de brede protestbeweging die zich inzet voor vrede en tegen militairisme en bewapening iets hebben aan historisch onderzoek? Deze vraag was voor de organisatoren belangrijk genoeg om er op het kongres apart aandacht aan te besteden en een onverwacht grote groep kongresgangers bleek hierin geïnteresseerd. Bij de voorbereiding van dit onder-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 121

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's