VU Magazine 1981 - pagina 118

„Democratische" dwaasheid Wij gewaagden van dwaasheden, die in de naam der democratie worden verkondigd. Een ervan is, dat de Regeering niet tot mobilisatie zou liunnen overgaan, dan nadat zij de toestemming van het parlement heeft gevraagd. (..) Ook hier zien wij weer, dat al wat de heer Marchant en zijn vrienden beoogen, het oorlogsgevaar in Europa en in zonderheid voor ons volk verhoogt, zij maken van ons land het terrein van een geweldige krijg. (..) Ons volk moet weerloos worden; het moet, als het ware de uitnodiging aan de wereld zenden, dat, mocht men allicht een oorlog willen voeren, men hier het geschikte terrein heeft —want daarop komt practisch de eenzijdige ontwapening neer. Wonderlijke verblinding.

Vrouwenkiesrecht nadelig voor nazi's en communisten 13 Maart — Een Duits tijdschrift heeft een onderzoek ingesteld naar de werking van het vrouwenkiesrecht in Duitschland (...) Stel dal de vrouwen niet hadden meegestemd, omdat zij het kiesrecht niet bezaten. Dan zou het RK-centrum 14 leden minder hebben geteld; 55 in plaats van 69; en de Duitsch nationalen zouden 6 zetels hebben ingeboet. Daarentegen hadden dan de nazi's negen zetels gewonnen en zouden in plaats van op 107 op 116 leden zijn geklommen. En de communisten hadden het er nog beter afgebracht. In plaats van 77 leden zou hun fractie er 91 hebben geteld. Zonder vrouwenkiesrecht zou de Rijksdag dus heel wat radicaler zijn geweest.

Sir Oswald Mosley breekt met Labour 2 maart — Sir Oswald Mosley heeft volkomen gebroken met de Engelsche A rbeiderspartij. Hij publiceert een oproep tot stichting van een nieuwe politieke partij, „de partij der nationale politiek", die zal ijveren tegen vrijhandelspolitiek en voor behoud van de koopkracht des lands.

108

Wat in Rusland gebeurt zal niet bij de grenzen standhouden 21 maart — Gisteren had in de Westerkerk een interkerkeüjke samenkomst plaats ter voorbereiding van den biddag voor de Russische vervolgden. Deze samenkomst die druk bezocht werd, stond onder leiding van ds. A. G. H. van Hoogenhuyze, Ned. Herv. predikant te Amsterdam. Wij zijn hier bijeen, aldus Spr. — om te getuigen tegen de Russische geloofsvervolging en voor de vrijheid van geloofovertuiging (..) De Russische revolutie wil God onttronen. En van uit Rusland wordt dit Evangeüe van den haar gepredikt. Wie God niet afzweert, wordt gemarteld en gedood.(..) Wij moeten één groot eenheidsfront vormen tegen den vloedgolf van ongeloofstherorieën; wij denken aan ons eigen land en bidden: Spaar ons land en ons volk (...) Met de orde is het in Rusland gedaan, want door de vernietiging van den godsdienst heeft men de menschen beroofd van den rem, die hen nog in toom houdt. Daarom komen wij op voor den godsdienst, orde en zedelijkheid en wij willen bidden voor martelaren en beulen en ons aaneensluiten als een macht tegen de revolutie. Tweede spreker was dr. J. G. Geelkerken, gereformeerd predikant in H.V. te Amsterdam-Zuid. (...) Wat in Rusland gebeurt zal, aldus Spr. niet bij de grenzen

standhouden. De afstand is maar klein en de demonische invloeden zullen in ons volksleven voortwoekeren en zich verbreeden. De kerk in Rusland heeft daar kwalen gehad, en wij laboreeren aan dezelfde kwalen. Dat is onze nood. Want daar en hier heeft vaak de kerk zichzelf gezocht en heeft men vaak te laat den geestelijken strijd gestreden. (..) Als de vloedgolf in het Oosten, ontstoken in de hel, onze grenzen overspoelt, wel, dan zal het enige voor ons zijn ons geloof. (...) Volgende spreker was dr. F. Dijkema, Doopsgezind predikant te Amsterdam. Spr. wijst erop dat de hulpcomite's die zijn opgericht, nog zoo weinig vermogen.(..) Dr. W. G. Harrenstein. Gerefor-

meerd predikant te Amsterdam heeft het diepgetroffen, dat het gebed voor de vervolgden in Rusland in de Gemeente zoo spoedig is verflauwd. Hiervoor is meer dan een oorzaak te noemen. Spr. noemt er twee; 1. dat Rusland ver weg is en dat wij de gedachte krijgen, dat het kwaad wel tot Rusland zal blijven beperkt. (..) Ais dat zoo is, is het een aanklacht; we miskennen daarin de ernst der dingen, die geschieden. Ruslands machten werken ook in ons volk. (..) Als tweede oorzaak noemt spr. het gebrek aan geloof (..) Juist in ons gebed scherpen wij het machtigste wapen tegen de vijanden van Christus,

VARA-AVRO-ruzie om Matthaus-Passion 5 maart — „Het Volk" verneemt dat de A VRO zich gewend heeft tot de VARA met het verzoek om haar den zendtijd af te staan op zaterdag 28 maart, op welken datum in het Amsterdamsche Concertgebouw de „Matthdus Passion" wordt uitgevoerd. De AVRO verklaarde zich bereid den eigen zendtijd op 29 maart aan de VA RA af te staan. De

VARA heeft (..) geantwoord dat zij zulk een ruil pas zou kunnen overwegen, wanneer de A VRO ook op andere gebied een minder onverdraagzame houding jegens de VARA aannam. Waar dit echter niet het geval is, heeft de VA RA onmiddellijk maatregelen genomen om de „Matthaus Passion zelf uit te zenden.

Algra: Lees naast geschiedverhaal de historische roman 9 maart — Zaterdag kwam de Prov. Vereeniging van christelijke onderwijzers en onderwijzeressen in Friesland te Leeuwarden in voorjaarsvergadering bijeen. (..) De heer H. Algra, leraar aan de Chr. Kweekschool te Leeuwarden, refereerde (..) over „ons geschiedenisonderwijs en het oorlogsvraagstuk". Spr. stelt zich op het standpunt, dat de oorlog een gevolg van de zonde is, maar dat het voeren van een oorlog door de Overheid niet altijd als zonde kan worden aangemerkt, en hij is van oordeel dat heel de beschouwing van het geschiedenisonderwijs van dit

standpunt afhankelijk is. De beschouwing van een anti-militarist, die iedere oorlog zonde acht, zal een andere zijn: Bij het geschiedenisonderwijs kan men niet volstaan met de mededehng van de feiten. Zij moeten in eikaars verband gezien worden. Bij de beoordeling van iemand daden hebben we de absolute maatstaf van de geboden Gods aan te leggen, maar ook te rekenen met het milieu en de motieven, die drijfveer waren vooreen bepaalden daad. (..) Bij de bespreking van veldslagen staat niet de schildering van de slag zelf op den voorgrond. Ook het leed van den enkehng

moet worden geschetst, naast de geweldige beslissingen die hij voor een bepaald land of volk bracht. Spr. beveelt daarom naast het geschiedverhaal de historische roman ter lezing aan. Tenslotte weer spr. erop, dat bij den mensch voorzit het recht te doen zegevieren en dat het geschiedenisonderwijs vaak zoo gegeven wordt, dat het recht altijd zegeviert. Evenwel in den oorlog wint vaak het onrecht. Den kinderen moet ook gewezen worden op God, die het eindoordeel eenmaal over de historie zal vellen.

vu-Magazine 10 (1981) 3 (maart)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen