GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 129

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 129

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

de idee in stelling dat, aldus Heldring, mens en wereld helemaal niet zo redelijk, maakbaar, kneedbaar en veranderbaar zijn als de Franse revolutionairen uit die tijd veronderstelden. Het was niet zozeer verandering als zodanig die deze afwijzende reactie opriep bij conservatieven van het eerste uur, zoals Edmund Burke, maar het 'verlichte geloof' in een abrupte en radicale verandering die een breuk in de historische continuïteit zou betekenen. Er schuilt iets tweeslachtigs in die redenering: of men gelooft als conservatief niet in de mogelijkheid van een radicale verandering van mens en wereld en kan derhalve ontspannen blijven toezien hoe het pogen der 'verlichte geesten' mislukt, óf men vreest dat die breuk in de historische continuïteit wel degelijk mogelijk is en stelt zich, vanuit een conservatieve optiek, daartegen te weer. Het tweede geval weerspreekt echter het eerste.

c 0)

dl

o I ra c o cc.

Zonde Het scepticisme aangaande het menselijke vermogen tot verbetering van zichzelf en de wereld, dat zich als conservatisme verder ontwikkelde, is in feite nauw verwant aan het christendom, zo betoogt Heldring: aan beide geestesstromingen ligt de idee van de zonde ten grondslag. Het betekent voor hem echter niet dat iedere christen daarmee automatisch conservatief zou moeten zijn. En dat ook het omgekeerde niet steeds opgaat weet iedereen uit eigen ervaring. Dat het 'pure' conservatisme pessimistischer is dan het progressieve geloof in de vooruitgang, zal niet verbazen. Maar het is ook pessimistischer dan het christendom, aldus Heldring: het christendom houdt ons immers nog steeds de hoop op Verlossing — het Eeuwige Leven — voor, "al is het een hoop die niet op aarde vervuld zal worden." Tegen de achtergrond van de progressieve boodschap die een koninkrijk op aarde, en van het christendom dat er één in de hemelen belooft, vormt het 'pure' conservatisme in feite een weinig attractief alternatief. Heldring: "Een niet-christelijk conservatisme — dat wil zeggen: aanvaarding van het menselijk tekort zónder geloof in de Verlossing — is geen gemakkelijke filosofie. Wie niet in het eeuwige leven gelooft aanvaardt eigenlijk () het leven als een 'ondermijdelijke nederlaag' omdat het met de dood eindigt." Heldring, die zichzelf als zo'n nietchristelijk conservatief beschouwt, maakt er overigens geen geheim van dat het christendom naar zijn mening

VU-Magazine 14 (1985) 3 maart 1985

Ronald Reagan: „eigen interpretaties van goed en kwaad

"on the way out" is. De oorzaak daarvan ziet hij in het verschijnsel dat men binnen die godsdienst de aandacht heeft verlegd van het hierna- naar het hiernumaals, als gevolg waarvan dat christendom overwegend in het vaarwater van het progressieve denken is terechtgekomen. "Het lijkt wel of () het christendom nu meer geïnteresseerd is in foute maatschappelijke structuren dan in de zondige zwakke mens met zijn problemen", aldus Heldring. Hij wil daarbij niet verhelen dat zijn sympathie veeleer ligt bij het andere soort christendom "dat nog oog heeft voor de noden van de enkeling", te meer daar het conservatisme — al is het dan niet per definitie christelijk — juist met dat type christendom affiniteit heeft, door de erkenning van het menselijk tekort. Het zal Heldring wellicht een troost zijn, dat het christelijke denken dat hij propageert, helemaal niet on the way out is. Integendeel. Die conservatief getinte, zich 'evangelisch' noemende vorm van christendom is juist weer sterk in opkomst. Zo zelfs, dat anderen

diezelfde ontwikkeling met zorg bezien. Het waarom kan bij voorbeeld duidelijk worden uit een analyse van het in Amerika sterk gegroeide neoconservatisme, dat zijn wortels vindt in het religieus-fundamentalisme; een vorm van christelijk geloven en denken dat in dat land in feite nooit is weggeweest. Wedergeboorte Zo'n analyse is te vinden in de bijdrage van VU-hoogleraar August J. Fry aan de bundel 'Neo-conservatism; it's emergence in the USA and Europe', dat in de serie 'European contributions to American Studies' vorig jaar bij de VU-uitgeverij verscheen. Fry, Amerikaan van origine, heeft ais vakgebied de Amerikaanse en Engelse letterkunde, maar is ook theologisch geschoold. Hij beschrijft in de bewuste bijdrage de relatie tussen het in omvang weer toenemende fundamentalisme en het neo-conservatisme. Het Amerikaanse (politieke) conservatisme zit diep ingebakken, zo luidt zijn voornaamste stelling, en is bovendien onmiskenbaar godsdien-

107

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 129

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's