GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 264

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 264

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een levend laboratorium Zelfs de meest vurige pleitbezorger van een verregaande mate van kuisheid had niet durven hopen dat het ooit nog eens mogelijk zou zijn de menselijke voortplanting te bewerkstelligen zónder de daartoe geëigende seksuele handeling te verrichten. Dank zij de niet aflatende bemoeienis van artsen en onderzoekers met het voortbestaan van de menselijke soort zijn nu de mogelijkheden geschapen voor de bevruchting van de eicel door de zaadcel buiten het menselijk lichaam. Wie de mogelijke gevolgen van deze technische ontwikkeling eens rustig op zich laat inwerken zal niet alleen moeten vrezen voor een nieuwe kuisheidsmoraal, maar ook voor heel wat ernstiger ingrepen in het voortplantingsproces. De angstwekkende science fictionbeelden die sommigen ons voorschotelen zijn gelukkig nog heel ver weg. De techniek schrijdt echter steeds verder voort, zónder dat van te voren goed is nagedacht over de implicaties daarvan. Dat kan leiden tot merkwaardige uitspraken, zoals die van de Utrechtse gynaecoloog prof. Haspels. Hij meent dat het voor een ethische bezinning op de techniek van de reageerbuisbaby te laat is, omdat de ontwikkelingen naar zijn mening niet meer zijn tegen te houden. Dergelijke opvattingen over de autonome ontwikkeling van de techniek leven bij meer artsen. Bij een recent gehouden symposium over de medische en ethische aspecten van de 'in vitro fertilisatie' — de medisch gezien correctere naam dan 'reageerbuisbaby' — in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam bleek dat overduidelijk. De ethici die het 'waagden' enkele vraagtekens bij deze techniek te plaatsen, kregen, volgens Het Parool, een "kwade zaal tegenover zich ". Toch zou het niet juist zijn déze artsen te verwijten dat zij vinden dat wat kan, ook moet. Een dergelijke ontwikkeling is immers al veel eerder in gang gezet. Als we ons beperken tot de gezondheidszorg en met name tot dat deel dat betrekking heeft op de voortplanting, dan is de zogeheten medicalisering al veel langer een feit. In een aantal gevallen is een behandeling, in eerste instantie bedoeld voor probleemgevallen, een standaardbehandeling geworden die iedereen geacht wordt te ondergaan.

Nu-of-nooit Een bevalling bij voorbeeld, geschiedt volgens een onderzoek uit 1983 in 65 procent van alle gevallen in een ziekenhuis (al dan niet poliklinisch). In 1970 was dat cijfer nog maar 43 procent. Is er in die dertien jaar zoveel misgegaan bij thuisbevallingen? In vier tot zes procent van alle gevallen ging er inderdaad iets fout met het kind, variërend van een lichte afwijking tot de dood, maar dit cijfer daalt de laatste jaren. Deze daling, die de stijging van het aantal ziekenhuisbevallingen nauwelijks kan verklaren, heeft waarschijnlijk met een betere opsporing en controle van de r/s/cogevallen te maken. Door middel van een vruchtwaterpunctie in de zestiende tot de twintigste week van de zwangerschap kunnen enkele van de ruim 2.000 erfelijke ziekten worden ontdekt. Een punctie geeft altijd een risico van één procent op een spontane abortus, zodat deze ingreep zeker niet zonder reden mag gebeuren. In twee procent van de onderzochte gevallen is er met 218

Echoscopie: een zinvol plaatje ?

de ongeboren vrucht inderdaad iets mis. Meestal volgt dan een (late) abortus. De punctie wordt verricht bij zwangere vrouwen als hun ziektegeschiedenis of die van hun partner daartoe aanleiding geeft, of als zij een bepaalde leeftijd hebben bereikt. Was het vroeger voor een vrouw van veertig geen enkel probleem een kind te krijgen, nü krijgen veel vrouwen als zij de dertig eenmaal zijn gepasseerd, een 'nu-of-nooit'-gevoeï. De leeftijd waarop men in de medische wereld een risicogeval wordt, is de laatste jaren flink gedaald. Het Downsyndroom waaraan hun ongeboren kind mogelijk kan lijden, heeft ten dele met leeftijd, maar óók met andere, deels nog onbekende faktoren te maken. Een ander controlemiddel is de echoscopie, waarbij via geluidsgolven het ongeboren kind zichtbaar wordt gemaakt op een monitor. In het VU-ziekenhuis gebeurt deze controle al bij iedere zwarigere vrouw. Het is mogelijk om te zien hoe het kind zich ontwikkelt, of bepaalde ziektes aanwezig zijn en of het kind op de goede manier in de baarmoeder ligt. Is dat laatste niet het geval, bij voorbeeld omdat de placenta vóór ligt, dan kan een keizersnede nodig zijn. Problematisch aan de echoscoop is dat er wel veel op de monitor te zien valt, maar dat de informatie vooralsnog vaak op verschillende wijzen valt te interpreteren. Ook wil het beeld zich tijdens de zwangerschap nog wel eens wijzigen, zodat er in dat geval voor niets paniek is gezaaid. vu-Magazine 14 (1984) 6 juni 1985

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 264

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's