VU Magazine 1985 - pagina 18

Inhaaleffect Nederland heeft de schade ontegenzeggelijk ingehaald. Lang ais sober voorbeeld figurerend onderaan de lijst van alcoholconsumerende landen in Europa, steeg ons land op die ranglijst van een onbeduidende dertiende plaats in 1958 tot een negende 'met stip' in 1976. Spectaculair daarbij is niet zozeer de plaats zelf als wel de snelheid waarmee onze natie dusdoende werd opgestuwd in de vaartdervolkeren: in nog geen twintig jaar tijds bleek ons aller drankgebruik al met 255 procent toegenomen; de snelste stijging die de statistici toen mochten noteren. En inmiddels is de omvang van de alcoholplas die wij Nederlanders gezamenlijk manmoedig in het keelgatgieten verviervoudigd ten opzichte van die in de schraperige jaren vijftig. Deskundigen spreken van een 'inhaaleffect', in de hand gewerkt door de sindsdien onmiskenbaar gestegen welvaart, een flink gegroeide portie vrije tijd, een veranderd bestedingspatroon, de veel ruimere beschikbaarheid van alcoholhoudende dranken en — keerzijde van de welvaartsmedaille — als gevolg van de geconstateerde toename van spanning en onlustgevoelens. Zowel het aantal drinkers als de genuttigde hoeveelheid drank per consument is sterk toegenomen. Zei in '58 achttien procent van de bevolking nog dapper 'nee' tegen een aangeboden alcoholische verfrissing, in '75 telde Nederland nog maar vijfeneenhalf procent standvastige nee-zeggers. Terwijl het drinkend deel der natie in 1958 omgerekend nog maar

zo'n driekwart glas per dag nuttigde, waren dat er in 1975 al drie per dag geworden. Schattingen geven aan dat daar inmiddels alweer een glaasje bijgekomen is. Het betekent bovendien dat het aantal gelegenheden dat men te baat neemt om het glas aan de mond te zetten aanzienlijk is uitgebreid. En zo kon het gebeuren dat de gemiddelde Nederlander, bij voorbeeld in 1978, negen liter pure alcohol achterover sloeg. Gemiddeld. Dus zuigelingen en geheelonthouders meegeteld. Zolang alleen sprake is van 't inhalen van een achterstand zou men nog opgelucht adem kunnen halen. Twee ontwikkelingen in het Nederlandse alcoholgebruik staan een al te voorbarig optimisme daaromtrent echter danig in de weg. Twee categorieën in de bevolking, die voorheen goeddeels waren uitgesloten van overmatig alcoholgebruik — vrouwen en jongeren — liggen inmiddels volop in de race. In de eerste plaats blijken vrouwen hun achterstand op mannen wat dat betreft aardig in te lopen. Trof men bij voorbeeld dertig jaar geleden onder alcoholisten slechts één vrouw op twintig mannen, thans is die verhouding één op drie. Ten tweede is onmiskenbaar waar te nemen dat men op steeds jongere leeftijd gaatdrinken. Veertig procentvan de kinderen tussen twaalf en veertien jaar drinkt al regelmatig, zoals een recent verschenen rapport van de Stictiting voor Wetenschappeliji< Onderzoek van Alcohol- en Druggebruik (SWOAD) meldt, terwijl vijfenzeventig procentvan de jongeren tussen de vijftien en vierentwintig geregeld alcohol gebruikt. Van die laatste categorie drinkt bijna vijf procent dagelijks, waarbij een

je Of heb je II; Drink omdat het zo

lehetzo moeilijk rnodli^'' omdat je hebti ^drinkt? I

Dnnk heeft nufifio'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen