GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 506

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 506

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

MODERNE KOSMOLOGIE EN HET GEKNiUECrE ZELFBEWUSTZIJN et zelfbewustzijn van de mens heeft in de loop der eeuwen al heel wat klappen opgelopen, als gevolg van ontwikkelingen in de wetenschap. Als middelpunt van het universum en 'kroon der schepping' had de mensheid zichzelf een excellente plaats op de eerste rij toebedacht. Maar — hoe paradoxaal! — hoe meer kennis de mens over zichzelf en de ruimte om hem heen vergaarde, des te sterker werd het besef dat de 'homo sapiens' wel eens minder uniek en van aanmerkelijk geringere betekenis zou kunnen zijn, dan verondersteld. Een bijkomende para-, dox lag in de ontdekking dat de verworven kennis tot geeri andere conclusie leidde dan dat de mens in feite maar bitter weinig van zichzelf en zijn omgeving, van zijn ontstaan en de 'zin' daarvan, kan doorgronden. Globaal genomen zijn het vooral drie klappen die het menselijk zelfbewustzijn te verwerken kreeg. De eerste en wellicht hevigste werd toegebracht door Copernicus die halverwege de zestiende eeuw de mens uit het centrum van de kosmos wegrukte met zijn theorie, dat de aarde om de zon wentelt in plaats van andersom. Het gevoel uniek te zijn werd de mens vervolgens ontnomen door Darwin die, enkele eeuwen later, in zijn evolutietheorie de verwantschap met de grotere aapsoorten aannemelijk maakte. En waar de mens dan ten minste nog mocht menen baas in eigen brein te zijn, ontnam Freud hem even later ook die illusie, door zijn ontdekking van de doorslaggevende rol die het onbewuste in 's mensen geest speelt. Dat daarmee ook de 'rede' van het 'verlicht' gedachte menselijke bewustzijn enigszins op losse schroeven kwam te staan lijkt in dit verband meer dan bijzaak. Een nog jonge wetenschap maakt het voor de menselijke hoogmoed wat vernederende karwei voorlopig af. Volgens de laatste inzichten van de kosmologie — want zo heet die jonge loot aan de natuurwetenschappelijke stam —-, zijn de mens en de planeet waarop hij leeft zelfs nog onbeduidender dan tot voor kort werd aangenomen. Geen echt nieuwe klap dus, zeker niet in het licht van Copernicus' ontdekking, maar wel een verheviging van de vorige en als zodanig ontegenzeglijk een nieuwe onttroning. Maar waaruit bestaat deze onttroning precies?

H

osmologie is een wetenschap die — nauw verwant aan de sterrenkunde — met name gericht is op de vraag naar het begin, de ontwikkeling en de toekomst van de kosmos; het heelal of universum dus, zoals dat de mensheid al sinds eeuwen in zijn ban houdt. De vragen die de kosmoloog bezighouden zijn dan ook nauwelijks nieuw te noemen. Wél echter de antwoorden — hoewel vaak theoretisch, soms speculatief van aard — die hij daarop geeft. Aarde, maan, zon, planeten en sterren, hoe dikwijls zijn deze 'hemellichamen' niet gezien als verschijnselen, die, op welke wijze dan ook, de mens ten dienste zouden staan, al bleef de zin ervan voor ons (nog) vaak verborgen. Hoe anders vergaat het de hedendaagse mens die, met enige kennis van de inzichten der moderne kosmologie, op een heldere avond naar de sterrenhemel tuurt. Weten is echter één ding, bevatten een ander. Want, hoe 'verklaarbaar' het heelal door toedoen van astronomie en kosmologie ook wordt, de onvoorstelbaarheid en de gevoelens van menselijke nietigheid zijn er door die exacte wetenschappen alleen maar groter op geworden.

K

418

Duizelingwekkend. Dat is het woord dat de buitenstaander te binnen schiet, die wordt geconfronteerd met de jongste kosmologische theorieën. Of het nu gaat om de miljarden lichtjaren waarmee gejongleerd wordt, of om de thans berekende ouderdom van het heelal dan wel van de aarde, om de 'oersoep' waaruit alle kosmische materie zou zijn ontstaan, of om het voortdurend uitdijen van het heelal, aan het idee in een onpeilbaar diepe afgrond te kijken ontsnapt niemand die zich de ontwikkeling van het universum tracht voor te stellen. Dat gevoel van onwerkelijkheid is niet voorbehouden aan de leek. Ook een deskundige als de Amerikaan Steven Weinberg zegt er mee te kampen wanneer hij het ontstaan van het heelal beschrijft in een boekje dat een bestseller werd('r/2e first three minutes'). Een ongemeen boeiend werkje, pakkend als een spannend jongensboek, waarin de nieuwste kosmologische inzichten zijn verwerkt.

Drie planeten uit ons eigen zonne- of planetenstelsel op een montagefoto: Saturnus met ringenstelsei de rode planeet Man. en Jupiter, bedekt met wolken. De zwarte stip is de schaduw uan een maan

VU-MAGAZINE — DECEMBER '85

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 506

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's