GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 338

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 338

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ARMOEDE EN ARMOEDEBESTRIJDING IN DE 19e EEUW

'JUIST DE MEEST ELLENDIGEN WERDEN AAN ZICHZELF OVERGELATEN' Roeleke Vunderink

Echte armoede bestaat niet meer. Niemand hoeft als het goed is van de honger om te komen en ook een dak boven het hoofd is meestal geen probleem meer. De stijgende welvaart van de laatste tientallen jaren, die onder a n d e r e blijkt uit ons stelsel van sociale zekerheid, is de grootste oorzaak van de afname van armoede. En als men zich soms — terecht — aïvraagt of welvaart niet méér is dan de afwezigheid van armoede, dan is een blik op de schrijnende omstandigheden van de vorige eeuw vaak voldoende om — al is het maar even — tevreden te zijn met een klein beetje welvaart. Staatssecretaris De Graaf van Sociale Zaken maakte onlangs duidelijk dat hij een onderzoek naar de 60 duizend 'echte minima' in het huidige Nederland "niet haalbaar en niet zinvol" vindt. Dat is jammer omdat juist onderzoek naar armoede in vroeger tijden laat zien hoeveel men zo over het dagelijks leven te weten kan komen. Dat bewijzen twee studies van de andragoog L. F. van Loo. Naast een al eerder verschenen studie over armoede en armenzorg, promoveerde hij onlangs aan de Rijksuniversiteit Utrecht op een onderzoek naar 'Armoede en bedeling te Alkmaar.' in de periode 1850 tot 1914. Dat de armoede in de loop van de tijd is afgenomen, valt voor een ieder te constateren. Interessanter is de vraag wie er toendertijd arm waren, hoe men poogde die armoede te bestrijden, en dank zij welke maatregelen er ten slotte een einde kwam aan de meest schrijnende gevallen. Want al is er van 'echte' armoede geen sprake meer, er bestaan nog wel grote verschillen tussen groepen mensen in de samenleving. 'Arm-zijn' heeft dan niet alleen te maken met het ontbreken van financiële middelen, maar ook met de onmogelijkheid ooit nog eens over die middelen te kunnen beschikken. Een betrekkelijk nieuw woord als kansarm illustreert dit goed. Er is vandaag de dag dan ook meer sprake van relatieve armoede dan van echte armoede.

E

en aantal factoren maakte de kans op armoede zo'n honderd tot honderdvijftig jaar geleden zoveel groter dan nu. Allereerst het volledig gemis aan enige sociale verzekering die een waarborg bood tegen het verlies aan inkomen door werkloosheid, ziekte of overlijden. Werkloosheid was een probleem dat bij vlagen voorkwam, en dan meestal ook bepaalde beroepsgroepen trof en niet de arbei296

dende bevolking als geheel. Ook om andere redenen kon het inkomen van de kostwinner wegvallen: door ouderdom, ziekte of overlijden. De overblijvende gezinsleden — meestal vrouw en kinderen — moesten dan zelf maar zien hoe zij zich in leven hielden of waren aangewezen op de goedgevigheid van anderen. Een andere factor die de kans op armoede vergrootte, was het vaak veel te lage loon. Soms kwam dit doordat de werkgever zijn werknemers gewoon onderbetaalde, soms ook doordat het werk seizoengebonden was en er in bepaalde tijden dus te weinig geld binnenkwam. Ook de schommelende prijs van enkele voornaamste levensbehoeften veroorzaakte in veel gevallen armoede. Andere onzekere factoren waren epidemieën die bij tijd en wijle de kop opstaken en de soms zeer strenge winters. Veel van deze factoren golden in principe voor iedereen, maar er waren bepaalde gezinnen die er sneller onder leden dan andere. Een echtpaar zonder kinderen was 'beter af' dan een gezin met kinderen in de onproduktieve leeftijd. Kwamen de kinderen eenmaal op een leeftijd dat zij betaald werk konden verrichten, dan werden ze daar ook direct voor ingeschakeld. Overigens zijn deze ideeën over de oorzaken van armoede iets van de laatste tientallen jaren. Tijdgenoten van degenen die in armoede leefden, dachten dat dit te maken had met luiheid, verkwisting, zondigheid en wil van God, aldus Frank van Loo in zijn "Den arme gegeven...". Het volledige citaat waaraan hij de titel van het boek ontleende, luidt: "Den arme gegeven, is Gode geleend", een verwijzing naar de goede daad die men zou verrichten door armen te steunen.

Machinale produktie in de Twentse textielindustrie

De Amsterdamse Zwarte Bijlsteeg m op de achtergroni de Ronde Lutherse Kerk

VU-MAGAZINE - SEPTEMBER 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 338

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's