GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 278

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 278

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

den in die richting wijzen. In het reisverslag van Freud van zijn vakantie met Minna in Italië, zou tussen de regels door te lezen vallen dat die twee een verhouding hadden. De reactie van veel Freud-adepten op de 'ontdekking' van Swales was er voor een deel een van ongeloof: als dit werkelijk zo gebeurd was hadden zij het moeten weten. Een andere reactie had te maken met de waarde die aan een dergelijke theorie moest worden gehecht. Stel dat Swales gelijk had, wat dan nog? Had alles uit Freuds persoonlijk leven dan direct betrekking op zijn werk als zenuwarts?

E

en nieuwe generatie volgelingen van Freud staat eveneens wat kritischer tegenover de inzichten van de theorie van de psychoanalyse. Een van hen is Jeffrey M. Masson, die voorbestemd was te zijner tijd de directeur van de Freud Archieven, dr. Kurt Eissler op te volgen. Masson had daarom vrij toegang tot de archieven, en omdat hij op goede voet stond met Freuds dochter Anna, mocht hij ook persoonlijke brieven van en aan Freud inzien. Met name de brieven aan zijn vriend Wilhelm Fliess (door ingrijpen van anderen niet vernietigd, zoals Freuds bedoeling was), waren voor Masson zeer informatief. In deze brieven gaf Freud namelijk blijk van meer onzekerheid over zijn eigen gelijk dan voordien werd aangenomen. Vaak blijkt het ook Fliess te zijn die Freud over de drempel heen helpt, of in een ander geval, hem juist op een verkeerd spoor zet. Een jaar geleden verscheen de volledige uitgave van alle brieven van Freud aan Fliess, geredigeerd door Masson. Al eerder had hij in een ander boek delen van de brieven openbaar gemaakt. Omdat hij niet voorwaardelijk achter Freud bleef staan, werd hij uiteindelijk ontslagen. Uit de brie-

ven trok vooral het geval Emma Eckstein grote aandacht. De reden daarvan was dat Freud zich volledig liet leiden door een enorme blunder van Fliess en deze zelfs nog dekte toen een fatale afloop dreigde. Emma Eckstein was een patiënte van Freud die leed aan een maagaandoening en bovendien last had van menstruatieklachten. Volgens een theorie van Freud, hem ingegeven door Fliess, stonden de geslachtsorganen in directe verbinding met de neus. Een neusoperatie zou haar van haar menstruatiepijnen af kunnen helpen. De operatie werd uitgevoerd door Fliess, een erkend chirurg. De patiënte wilde echter niet herstellen, de bloedingen hielden aan en ze had veel pijn. Ruim een maand na de operatie schrijft Freud een brief aan Fliess waarin hij verhaalt van een nader onderzoek naar de aanhoudende pijnen bij Emma Eckstein: ,,ik zal je een verslag geven waarvan je waarschijnlijk net zo zult schrikken als ik deed". Freud schakelde namelijk een andere arts in, Rosannes. "We troffen elkaar op het middaguur. Er waren nog steeds lichte neus- en mondbloedingen; de stank was vreselijk. Rosannes reinigde het gebied rond de wondopening, verwijderde enkele vastgeplakte bloedklonters en plotseling trok hij aan een soort draad, hij bleef trekken en voor een van ons er erg in had was er minstens een halve meter gaas uit de holte verwijderd. Het volgende moment kwam er een bloedgolf. De patiënte werd bleek, haar ogen puilden uit, en haar polsslag hield op. Meteen daarna echter stopte hij nieuw jodiumgaas in de holte, en de bloeding stopte. Die had ongeveer een halve minuut geduurd, maar dat was genoeg om het arme schepsel, dat we inmiddels gestrekt neergelegd hadden, onherkenbaar te maken. In de tussentijd — dat wil zeggen later — gebeurde er nog iets. Op het mo-

ment dat de vreemde substantie naar buiten kwam en mij alles duidelijk werd, onmiddellijk waarna ik geconfronteerd werd met de aanblik van de patiënte, werd ik misselijk. Nadat zij verbonden was vluchtte ik naar de kamer ernaast, dronk een fles water, en voelde me ellendig. Toen gaf de brave Frau Doktor me een glaasje cognac, en kwam ik weer tot mijzelf." Het merkwaardige van het geval is nu dat Freud niet ontzettend kwaad wordt op zijn vriend omdat hij zo'n grote fout heeft gemaakt door verbandgaas te laten zitten, maar zich juist grote zorgen maakt dat Fliess het zich niet al te veel aantrekt. Het enige verwijt dat Freud maakt gaat in de richting van dokter Rosannes, die wat voorzichtiger te werk had moeten gaan met het verwijderen van het verbandgaas! Zo werd niet alleen een volstrekt overbodige operatie verricht, maar het leven van de patiënte ook nog eens door een medische fout in gevaar gebracht. Het is dan ook niet zo vreemd dat men op grond van dit soort gegevens (die lange tijd zijn achtergehouden) wat meer vragen stelt bij de wetenschappelijke erfenis van Freud.

D

at wordt dan ook steeds meer gedaan de laatste tijd. Niet alleen door psychoanalytici die wat meer hun eigen opvattingen willen volgen in plaats van slaafs die van Freud, of door modieuze wetenschappers die in Freuds persoonlijk leven de sleutel tot alle theorie trachten te vinden, maar ook door de zogenaamde 'harde' wetenschappers die nu eindelijk wel eens de 'bewijzen' op tafel willen zien voor wat Freud beweerde. Dat laatste was de inzet van wat het Studium Generale van de VU onlangs aanduidde als Psychoanalyse debat. Met elkaar discussieerden dr. G. E. Russelman, natuurkundige en filosoof, die in 1983 promoveerde op een proefschrift getiteld Van James Watt tot Sigmund Freud, de opDr. G. E. Russelman: Freudianen krijgen tien jaar de tijd om te bewijzen dat de theorie van Freud juist komst van het stuwmodel van zelfexpressie, is en de Amsterdamse psychiater dr. A. H. van Dantzig. De voorzitter dr. A. Mooij, als zenuwarts verbonden aan het Pieter Baan Centrum in Utrecht, maakte enkele inleidende opmerkingen. De aard van de psychoanalyse maakt deze kwetsbaar, zo stelde hij. Want wat wordt onder psychoanalyse sinds Freud verstaan? Allereerst een methode van onderzoek naar psychische processen. Ten tweede een behandelingsvorm van neurotische stoornissen, en ten derde een reeks van opvattingen over het psychische functioneren van mensen. Omdat deze drie zaken samenhangen — de behandelingsvorm is tegelijk de methode van onderzoek, de methode weerspiegelt de theoretische opvattingen en die laatste bieden weer een leidraad bij de behandeling — is de psychoanalyse zo kwetsbaar. Een veelvuldig gehoord verwijt in dit verband is, dat de psychoanalyse niet wetenschappelijk is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 278

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's