GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 78

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 78

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Franz Liszt: genie of kitsch-componist?

Hoe duivels kan muziek zijn? Misschien was hij één van de grootste piano-virtuozen die ooit heeft geleefd. De roem die hij met zijn concerten oogstte, van Rusland tot Spanje, van Constantinopel tot Schotland, is wellicht nooit meer door een ander musicus geëvanaard. Zodra echter de talrijke composities die Franz Liszt schreef ter sprake komen — het moeten zo'n 700 a 1.200 stukken zijn — ontstaat bijna bij elke muziekkenner en muziekliefhebber een eigenaardig soort verwarring. Er is iets vreemds aan de hand met die muziek van Liszt: is het eigenlijk wel goede of mooie muziek?

Rudi Molengraaf Zelfs het antwoord van uitgesproken 'Lisztomanen' op die vraag is dikwijls halfslachtig, nooit een volledig nee (Liszt is slechte kitsch), of een volmondig ja (Liszt was een genie). Daarbij komt nog dat men zich gem'akkelijk laat afleiden door het woelige, romantische en bovenal, bijzonder lange leven van Liszt — hij leefde van 1811 tot 1886 — en zo de muziek zelf bijna vergeet. Wat kan er gezegd worden van een musicus die demonische gaven gehad moet hebben, die talrijke geëxalteerde liefdesverhoudingen had, die zich inzette voor het werk van zijn schoonzoon Richard Wagner, die zijn toevlucht zocht in de katholieke kerk? Al deze omstandigheden worden in Liszts muziek weerspiegeld, maar de beperktheid én grootheid van de muziek op zich, die komt vrijwel nooit ter sprake. Men houdt het erop dat Liszt, zowel zijn persoon als zijn muziek, volzit met innerlijke tegenstrijdigheden, met hoogtepunten en dieptepunten. Op zijn best doen verschillende hedendaagse muziekcritici de hele kwestie af met On a de nietszeggende opmerking dat Liszt ex- c centriek was, en dat hij in vele opzichten een voorloper is van de klassieke muziek van de twintigste eeuw (Liszt doorbrak als één van de eersten het vaststaande gebruik van grote en kleine tertstoonladders). Maar Liszt is geen van beide: noch een 'voorloper' noch 'excentriek'. Zijn muziek kan begrepen worden als de consequente uitwerking van maar één ideaal dat hem voor ogen stond. Liszt zelf heeft dat ideaal onder woorden gebracht in talrijke brieven en publikaties.

W

anneer we Liszt's streven in één keer "^ zouden willen typeren dan kunnen § we zeggen: hij was een kunstenaar die iets | wilde maken dat veel grootser en hoger is §j dan hijzelf kon bevatten. Kort nadat hij J voor het eerst van zijn leven die andere p duivelskunstenaar, Nicolö Paganini, had Franz Liszt horen spelen, schreef hij in een brief:

72

VU-MAGAZINE -

FEBRUARI 18

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 78

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's