GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 238

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 238

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

WWB HELPT VROUWELIJKE ONDERNEMERS IN DE DERDE WERELD:

'ZELFS ACHTERPOTEN VAN OLIFANTEN KUNNEN NU GELD LENEN' Mary de Bruijn Ontwikkelingsgelden, geïnvesteerd in grootschalige, prestigieuze projecten, hebben vaak niet het gewenste effect. De plaatselijke bevolking wordt er hoe dan ook zelden beter van. Langzamerhand groeit het inzicht dat kleine bedrijfjes veelal efficiënter zijn als middel om de ontwikkeling te stimuleren, werk te scheppen en inkomens en nationale produktie te verhogen. Veel van de kleine bedrijfjes in de Derde Wereld worden door vrouwen gerund. Vrouwen die echter tegelijkertijd nauwelijks voor vol worden aangezien, bijna nooit toegang hebben tot officiële bankkredieten en daarom op geldschieters zijn aangewezen. En dat belemmert zowel de individuele ontwikkeling van vrouwen in de Derde Wereld als de nationale economie aldaar. Sinds 1979 poogt de WWB — een stichting 'To Promote Women's World Banking' — daarin verandering te brengen. Als non-profit organisatie staat de WWB garant voor leningen aan vrouwen die in ontwikkelingslanden zelfstandig aan de slag willen. En dat werkt kennelijk. Zoals in Thailand, waar Mary de Bruijn, ontwikkelingsgeografe van haar vak, begin dit jaar op onderzoek uitging naar de effecten van het gerichte stimuleringsbeleid van de WWB. Een verslag van haar persoonlijke indrukken. "Natuurlijk kunnen vrouwen bijdragen aan de economische groei van ons land, waarom niet?" Voor mij zit de voorzitster van de Thaise afdeling van de WWB, mevrouw Chinda Charuncharoenvejj; klein, energiek en zakelijk, rood kolbertje en zwartzijden rok. "Mrs. Chinda", zo stelt zij zich voor. In Thailand is het gebruik van achternamen nog niet zó lang bekend. Daarom wordt iedereen met de voornaam aangesproken. Gelukkig! Ik kan de juiste uitspraak van haar achternaam maar niet onder de knie krijgen. We zitten in haar kantoor in het achttien verdiepingen tellende hoofdgebouw van de Bangkok Bank. Een verrassend klein en eenvoudig kantoor voor de vice-presidente van deze bank, die met meer dan acht miljoen cliënten de grootste financiële instelling van Thailand is. Maar, voor haar deur zitten wel twee secretaresses die nauwkeurig haar tijdsche216

Mrs. Chinda: "Vrouwen worden in Thailand beschouwd als achterpoten van olifanten" ma bewaken en zorgen dat niet iedereen zomaar binnenstapt. Mrs. Chinda heeft het altijd druk. De algemeen manager van WWB Thailand, Mrs. Niza, hoogleraar sociale wetenschappen aan de Chulalongcorn Universiteit, is ook aanwezig bij het gesprek. En ook zij knikt instemmend op mijn eerste vraag: "Ja, waarom niet?" rs. Chinda vervolgt bedachtzaam: "In Thailand hebben vrouwen altijd al een belangrijke rol gespeeld in de economie. Zij helpen op het land bij het verbouwen van rijst en andere gewassen, verkopen voedsel, hebben een ambachtelijk bedrijfje, werken in de bouw... In de meeste gezinnen beheren de vrouwen de financiën. Maar, hoewel hun economische rol even belangrijk is als die van mannen, worden vrouwen in de Thaise samenleving minder gewaardeerd en tot minder in staat geacht. In Thailand worden vrouwen beschouwd als 'de achterpoten van de olifant'. Hun juiste plaats is achter de man. Zij moeten hem steunen en verzorgen." Deze opvatting speelt mede een rol bij de weigering van de banken om vrouwelijke ondernemers uit de lage inkomensklasse, die een bedrijfje willen starten of uitbreiden, een lening te geven. Zij zijn arm en daarom vormen zij een te groot risico voor de bank; ze hebben geen huis of land waar de bank beslag op kan leggen als de lening niet terugbetaald kan worden. Bovendien zijn ze vrouwen, dat kan, naar de opvatting van de traditionele banken, dus nooit goed gaan. Deze vrouwen zijn daarom aangewezen op geldschieters. Dit 'informeel krediet' wordt in het algemeen gegeven door opkopers van de oogst, grootgrondbezitters, winkeliers en

M

VU-MAGAZINE — JUNI 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 238

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's