GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 51

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 51

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het team van de interfaculteit Lichamelijke Opvoeding dat de klapschaats (reclits) ontwikkelde Foto Bram de Hollander

bijdragen aan een verbeterde techniek. Uit een eerder onderzoek, dat schaatsers vijf jaar lang volgde, bleek dat een bepaalde technische onvolkomenheid, bijvoorbeeld niet 'diep' genoeg zitten, na al die tijd niet was verdwenen. Men concludeerde dan ook dat de 'kleine kniehoek' (waarmee de houding wordt gemeten) niet van buitenaf te beïnvloeden bleek, en dus waarschijnlijk erfelijk bepaald was.

E

nkele jaren geleden schaatste de Oostduitse Karin Kania voor het eerst de vijfhonderd meter onder de veertig seconden. Een magische grens leek daarmee te zijn doorbroken. Vrouwen schaatsen per ronde toch minstens een seconde langzamer dan mannen; verschillen die op de vijf kilometer behoorlijk kunnen oplopen. Maar Karin Kania lijkt het bewijs van een nieuwe generatie

'De grote massa schaatsers gaat de klapschaats pas gebruiken als Hein Vergeer dat ook doet' vrouwelijke schaatsers die de tijden van de mannen al aardig dicht begint te naderen. Tien jaar geleden was het aantal mannen dat onder de veertig seconden schaatste nog niet zo groot, maar tegenwoordig is een tijd die boven de negenendertig seconden ligt al bijna een aanfluiting. Zowel het mannen- als het vrouwenschaatsen maakt een niet geringe

evolutie door, maar het lijkt alsof de evolutie bij het vrouwenschaatsen relatief sneller gaat. Karin Kania traint nu met de mannen mee omdat de andere vrouwen haar niet meer genoeg concurrentie kunnen bieden. Volgens Ruud de Boer is het zeer wel mogelijk dat de tijden die mannen en de tijden die vrouwen neerzetten elkaar steeds dichter gaan naderen. "We hebben zelf een keer een onderzoek gedaan waarbij we de techniek en de conditie van de vrouwen en de mannen met elkaar vergeleken. Eén van de grote verschillen bleek de hoeveelheid extra vet te zijn die vrouwen met zich meedragen. Voor het normaal fysiologisch functioneren van een vrouwenlichaam is vijftig procent vet voldoende; alles wat daarboven komt is allemaal extra ballast. Voor een deel valt het verschil dus te verklaren uit de andere bouw van het vrouwenlichaam, maar veel vrouwelijke schaatsenrijders dragen soms meer vet met zich mee dan fysiek nodig is. Verder is er, vooral in het verleden, een verschil in training geweest en was bovendien de concurrentie bij de vrouwen nogal zwak." Naast al aanwezige invloeden als weersomstandigheden, training, erfelijke factoren en de bouw van het menselijk lichaam werd recentelijk getracht de prestaties van de schaatsers te verbeteren door de invoering van de klapschaats, ontwikkeld door medewerkers van de Interfaculteit Lichamelijke Opvoeding. Het principe van de klapschaats is betrekkelijk simpel. De schoen is alleen met de voorkant vastgezet op de schaats maar is aan de achterkant los. Bij elke beweging

waarbij de schaatser de voet optilt voor een nieuwe afzet, wordt de schaats niet mee omhoog getrokken, waardoor de enkel minder wordt belast. Zo kan men met de klapschaats meer spieren gebruiken. "Bij de gewone schaats", aldus Ruud de Boer, "moet je de spieren van de kuit uitschakelen omdat je bij gebruik van die spieren met de punt van de schaats in het ijs prikt, en dat veroorzaakt natuurlijk wrijving. Dus schaatsers gebruiken die spieren niet, of heel krampachtig. Met de klapschaats kun je wél de kuitspieren gebruiken. Er zit nog een tweede aspect aan. De hele coördinatie van bijvoorbeeld het lopen is afgestemd op het achtereenvolgens gebruiken van verschillende spieren. Je begint met je heupspieren, vervolgens de kniestrekkers en tenslotte de kuitspieren. Bij schaatsen ontbreekt dus die laatste schakel en dat stuurt de hele coördinatie in de war. Door het aanbrengen van die laatste schakel krijg je dus een natuurlijker beweging.'' De huidige generatie schaatsenrijders voelt nog maar weinig voor de klapschaats. Ruud de Boer verbaast dat niets. "De grote massa schaatsers gaat de klapschaats pas gebruiken als Hein Vergeer dat ook doet. En die zegt, denk ik terecht, ik weet wat ik nu heb en ik ga geen risico's nemen. Momenteel wordt de klapschaats uitgeprobeerd door mensen net onder de top. De tijden zijn nog niet echt sneller, waarschijnlijk omdat het een heel andere coördinatie vereist. Je kunt niet verwachten datje van de ene op de andere dag razendsnel op de klapschaats wegrijdt. Iedereen die de klapschaats gebruikt vindt overigens dat die veel prettiger rijdt en men verwacht dat het een groot succes wordt. Maar daarvoor moet een bekend schaatser eerst een toptijd op de klapschaats neerzetten.''

E

én van de stellingen bij het proefschrift van dr. De Boer luidt: 'Om te voorkomen dat één rijder op één dag twee kruisjes binnenhaalt, dient 'de klapschaats' bij het rijden van de Elfstedentocht te worden verboden'. Een overdreven voorstelling van het succes van de klapschaats of is een dergelijke prestatie werkelijk mogelijk? Ruud de Boer lacht: "Het is in theorie inderdaad mogelijk, maar ik hoorde later pas dat de reglementen van de Elfstedenvereniging dat praktisch verbieden. Als je namelijk op één dag twee keer de Elfstedentocht wilt schaatsen, moet je dat doen binnen éénderde van de tijd die je de eerste keer reed. En dat is zelfs met de klapschaats niet mogelijk!" D

VU-MAGAZINE — FEBRUARI 1987

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 51

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's