GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 190

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 190

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

taald, getiteld; Met de wetenschap als excuus: de rol van psychiaters, antropologen en genetici in Nazi-Duitsland (uitgeverij Anthos). Hij bedreef zijn onderzoek vanuit een verontrusting over de hedendaagse ontwikkelingen in zijn eigen vak. Zo laat hij in zijn boek een kroniek van belangrijke gebeurtenissen niet eindigen in 1945, het einde van de oorlog, maar met de ontdekking van de structuur van hetDNAinl953.

M

et name op dat terrein van de genetische manipulatie vinden volgens een aantal critici heden ten dage ontwikkelingen plaats die Hitler in zijn stoutste dromen nog niet had kunnen bevroeden. De verwachting is bijvoorbeeld dat men ai op korte termijn bij een embryo zal kunnen vaststellen of die drager is van een erfelijk bepaalde afwijking om, indien dat het geval is, tot abortus te kunnen overgaan. Op die manier leiden de gegroeide technische mogelijkheden 'als vanzelf tot het voortbrengen van een 'superieure' mensensoort. Maar achter dat erfelijkheidsonderzoek gaan nog fundamentelere vragen schuil over hoe de wetenschap zich tot de maatschappij en de politiek dient te verhouden, problemen van objectiviteit en van waardenvrijheid of -gebondenheid.

Müller-Hill laat zijn kroniek van belangrijke gebeurtenissen niet eindigen in 1945, maar met de ontdekking van de structuur van het DNA in 1953. Allereerst is echter noodzakelijk een goed beeld te krijgen van de manier waarop genoemde wetenschappelijke medeplichtigheid functioneerde. Het is daarbij niet voor niets dat een geneticus als Müller-Hill zich bezint op de grondslagen van zijn vak, want het was immers de biologie die in het Derde Rijk een ereplaats innam temidden van de andere wetenschappen; het nationaal-socialisme is wel aangeduid als een 'toegepaste biologie'. Een vooraanstaande Duitse hoogleraar heeft de hoofdgedachten van die biopolitiek eens kernachtig uitgedrukt; "ledere boer weet dat als hij de beste exemplaren van zijn vee zou slachten zonder ze te laten voortplanten(), het nageslacht hopeloos zou degenereren. Deze vergissing, die geen boer zou begaan bij

12

zijn dieren en planten, staan wij wel toe bij onszelf.'' De nazi's behoefden over het algemeen maar weinig moeite te doen om de geleerden voor zich te winnen. De theorievorming over de menselijke erfelijkheidsleer was in brede universitaire kring aanvaard en velen herkenden in Hitler een geestverwant. De nazi's hadden niet veel moeite nodig om hun politiek aan de wetenschappers op te dringen; de bereidheid tot het uitvoeren van sterilisatie- en euthanasieprogramma's ten aanzien van 'minderwaardige' individuen, viel samen met reeds lang bestaande verlangens van vakgeleerden. De anatoom Fischer schreef dan ook; "Het is een bijzonder en zeldzaam geluk voor een op zichzelf theoretisch onderzoek, wanneer het in een tijd vaU waarin de algemene wereldbeschouwing er welwillend aan tegemoet komt, ja, waarin zelfs de praktische resultaten direct welkom zijn als basis voor politieke maatregelen." De indruk is hiermee wellicht gewekt dat de politiek goed luisterde naar de wetenschap, of dat beide op z'n minst gelijkwaardige partners waren. Niets is echter minder waar; het fascisme was in essentie wetenschapsvijandig en anti-intellectueel. Wat op de eerste plaats verheerlijkt werd was de heroïsche houding; de onomwonden partijkeuze en het opofferen van individuele belangen ten behoeve van die van de gemeenschap. Wat nu precies dat gemeenschappelijk belang inhield was al gedefinieerd door de Nazileiders; het nadenken daarover kon alleen maar schade berokkenen aan het daadkrachtige handelen.

A

l in Mein Kampf had Hitler geponeerd dat de vorming van kinderen vooral gericht moest zijn op het creëren van een gezond lichaam en van een sterk karakter. Onderwijs op school vond hij minder belangrijk. Want, zoals hij dat uitdrukte, een persoon die minder geschoold is, maar wel een sterk karakter bezit, vol besluitvaardigheid en wilskracht, die is in zijn totaliteit meer waard voor een volk dan een lichamelijk gedegenereerd individu met een zwakke wil en laffe pacifistische ideeën. Evenmin bestond er voor een zelfstandige, vrije ontwikkeling van de wetenschap enige ruimte; de ondergeschiktheid aan politieke doeleinden was totaal. Die politiek kon tot gevolg hebben dat men de wetenschap kapot maakte, bijvoorbeeld doordat alle joden hun universitaire betrekkingen verloren. Toen enkele-geleer-

'Iedere boer weet dat, als hij de beste exemplaren van zijn vee zou slachten zonder ze te laten voortplanten, het nageslacht hopeloos zou degenereren. r Deze vergissing, die geen boer zou begaan, staan wij wel toe bij onszelf.'

Nazi-officieren selecteerden de joden al op het spoorwegstation in Auschwitz. Een gevangene (linksonder op de rechterfoto) hielp hen daarbij. Foto's ANP

den hierover bij Hitler hun beklag deden, antwoordde deze; "Ons nationale beleid zal niet herzien of gewijzigd worden, zelfs niet voor wetenschappers. Als het ontslag van joodse wetenschapsmensen de liquidatie betekent van de hedendaagse Duitse wetenschap, doen we het maar een paar jaar zonder wetenschap!" Op een wel zeer directe, lijfelijke manier ondervond prof. Günther, een vooraanstaand bioloog, de geringschatting van de nazi's voor de wetenschap. In 1944 schreef hij, vergeefs om hulp vragend; "Ik moet met het zojuist begonnen en al vergevorderde werk nu ophouden, omdat ik morgenochtend marsvaardig met een compagnie van de Volkssturm moet uitrukken." Voor zover de nazi's desondanks toch een of andere wetenschapstheorie ontwikkelden, doet die verrassend genoeg op een aantal punten zeer modern aan. Het credo dat Hitler hanteerde - "De eenvoudige vraag die aan iedere wetenschappelijke voorafgaat is; wie wil er wat weten, wie wil zich oriënteren op de wereld om hem heen?" - zou net zo goed door hedendaagse critici geformuleerd kunnen zijn. Precies hetzelfde geldt voor de kritiek op de objectiviteitspretenties van de wetenschap, het idee dat door gestandaardiseerde methoden een algemeen geldige, universele kennis bereikt zou kunnen worden. Dat de formuleringen voor een deel geVU-MAGAZINE^ MEI 1987

lijkluidend zijn, wil uiteraard niet zeggen dat elke hedendaagse wetenschapscriticus een verkapte fascist is. Integendeel, dezelfde termen dekken een totaal verschillende lading. In recente decennia stond de wetenschap veelal onder kritiek omdat, onder het mom van objectiviteit en universaliteit een bijvoorbeeld westers, blank of mannelijk vooroordeel schuil ging. In die zin gaat het om kritiek op het vooroordeel en om een pleidooi voor de gelijkberechtiging van verschillende onderzoeksmethoden en van verschillende culturen. Het idee dat het objectiviteitsideaal het pluralisme zou verstikken is exact omgekeerd aan de kritiek van de nazi's. Wat zij juist niet konden aanvaarden was het idee dat 'objectief onderzoek wel eens in conflict zou kunnen komen met de eigen politieke uitgangspunten; een voor de nazi's niet te tolereren vorm van liberalisme en pluralisme. Die zogenaamde objectiviteit van de wetenschap moest daarom vervangen worden door het absolute primaat van het politieke en raciale bewustzijn. De voorschriften van de Partij waren de enige garantie voor de correctheid van het wetenschappelijk onderzoek.

D

eze wetenschapsfilosofie houdt verband met de fascistische opvatting van de natuur als organische eenheid. Veelvormigheid zou af VU-MAGAZINE — MEI 1987

breuk doen aan die eenheid en moest der- Het valt uiteraard niet moeilijk om de onhalve worden bestreden. Tot welke zinnigheid van die tegenstelling aan te tokrankzinnige gevolgen die opvatting ge- nen; de wetenschappelijke opvattingen leid heeft voor wat betreft de structuur van de nazi's waren allesbehalve het revan de universiteit, beschreef Alan D. sultaat van onbevooroordeelde waarneBeyerchen in het boek; Wetenschap in ming, maar waren tot in de kleinste uitNazi-Duitsland: de roep om een Arische hoeken gekleurd door de ideeën over fysica (uitgeverij Aula/het spectrum). Hij 'ras' en 'bloed'. Maar dat ze onlogisch beschrijft daarin hoe bijvoorbeeld de en irrationeel zijn, wil nog niet zeggen opsplitsing van de natuurwetenschappen dat die opvattingen onschadelijk zijn, in meer gespecialiseerde takken, zoals de waarschuwt Beyerchen; "Het is een gefysische chemie en de mathematische fy- vaarlijke vorm van intellectuele arrogansica, uit alle macht bestreden werd. tie te geloven, dat een beweging rationeel Beyerchen; "Het verzet van de Arische consistent moet zijn om politieke macht fysici tegen de opsplitsing van de natuur- te verwerven.'' Éen van de gevolgen was wetenschappen liep parallel met de weer- bijvoorbeeld dat men de invloed van de stand die het nationaal-socialisme toonde theoretische fysica in de universiteit tegen de opdeling van het politieke stelsel trachtte te reduceren. in talrijke politieke partijen. In beide gevallen werd het aanhangen van objectivie effecten van het fascisme op teit beschouwd als steun aan partijzucht, het universitaire leven zijn echverdeeldheid en eigenbelang.'' ter nog relatief onschuldig te Curieus wordt het wanneer men werke- noemen in vergelijking met de effecten lijk tracht een Arische fysica te ontwer- van wetenschap die zich buiten de muren pen. De relativiteitstheorie, ontworpen van de universiteit in dienst stelt van het door de verfoeide joodse internationalist regiem. Met name op het terrein van de en pacifist Albert Einstein, en de quan- psychiatrie, waar de erfelijkheidstheorie tumtheorie werden verworpen, omdat al lang geaccepteerd was, werd driftig die theorieën zouden zijn ontstaan op geëxperimenteerd. In eerste instantie grond van ingewikkelde berekeningen, concludeerde men dat geesteszieken in zónder acht te slaan op experimentele ge- inrichtingen opgesloten en daar aan hun gevens. De jood zou een voorliefde heb- lot overgelaten moesten worden; als de ben voor theorie en abstractie, terwijl de kwaal door de genen wordt veroorzaakt Arische fysicus zich zou houden aan de is er immers in principe geen genezing waarneming. mogelijk. Met de politieke machtsvero-

D

13

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 190

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's