GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 466

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 466

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

maar in beide gevallen blijft de wetenschappelijke benadering toch een tikkeltje aan de buitenkant. Aan die medische benadering worden zekere grenzen opgelegd. Men kan er niet helemaal 'inkomen'. Dat moet men, naar mijn mening, vooral ook bij de psychiatrie, in het oog houden. De medische wetenschap heeft vooral met levende lichamen te maken -zij is delicaat -; met een lijk exerceer je makkelijker. Een mens behandelen is iets anders dan kikkers snijden. Wat de geest betreft: het is natuurlijk prachtig dat men het geestelijke in de mens wetenschappelijk benadert, dat men daar heel wat vanaf kan weten. Ik geloof ook graag dat in sommige opzichten het geestelijke te beïnvloeden is door bepaalde medicijnen. Maar het is niet de volledige benadering en het is ook niet de totale be-

Prof.mr. Isaac Arend Diepenhorst (71) studeerde theologie en rechten aan de Vrije Universiteit, waar hij in 1943 promoveerde en in 1945 werd benoemd tot hoogleraar in het strafrecht en het strafprocesrecht. Prof. Diepenhorst, bekend om zijn veelzijdigheid en welsprekendheid, was in zijn 39jaar lange hoogleraarsloopbaan driemaal rector magnificus van de VU. Van zijn talrijke maatschappelijke activiteiten springen met name zijn politieke functies in het oog: hij was lid van de Eerste en de Tweede Kamer en minister van Onderwijs en Wetenschappen in de kabinetten Cals en Zijlstra. Daarnaast was hij onder meer voorzitter van de Onderwijsraad, lid van de Academische Raad en van verscheidene andere adviesorganen. Hoewel Diepenhorst als hoogleraar in 1984 afscheid nam, is hij op tal van terreinen actief en nog altijd een veel gevraagd spreker. "Er zijn studentenverenigingen genoeg die nog wel eens een fossiel uit de voortijd willen horen." Interview: Gert J. Peelen Foto: Bram de Hollander

heersing. Ik verdedig dat niet als deskundige, maar als mondige patient. Voor een samenleving is het van groot belang te weten uit welke motieven de medische wetenschap voortkomt en hoe zij met het menselijk lichaam en de menselijke geest omspringt. Want daar loert opnieuw het gevaar van eenzijdigheid. Men kan, uit een soort principiële gemakzucht, doen alsof men zich nóóit met

Neem defilantropie,vooral zoals men die vroeger verstond, de huidige ontwikkeling van het maatschappelijk werk, de dusgeheten zorgzaamheid van de maatschappij, los van wat de politieke partijen daar op dit moment van maken. Daar zijn óók bepaalde waarden ontwikkeld, daar heeft men óók bepaalde kanten van de menselijke geest ontdekt die in de weten-

'Men kan doen alsof men zich nóóit met geboorte en dood mag bemoeien. Dat vind ik kortzichtig en gemakzuchtig.' de geboorte en nóóit met de dood mag bemoeien. Vanuit deze beperking wordt dan over abortus en euthanasie gesproken alsof er zich geen beklemmende crisisituaties voordoen. Men ontwijkt de eigenlijke problematiek, voorwendend dat ze niet bestaat. Dat vind ik kortzichtig en gemakzuchtig. Als het gaat om zaken van leven en dood mag men niet meer uitsluitend vanuit de wetenschap redeneren, maar moeten zekere immateriële waarden mede in het zoeken naar de oplossing worden verwerkt. Anders is het hek van de dam en krijgt men alleriei afschuwelijke excessen.

D

e universiteit bestrijkt maar een bepaalde sector van het bestaan. Daar heeft men -in heden én verleden -geregeld te weinig oog voor gehad. Een en ander is begrijpelijk. Wetenschap heeft aantrekkelijkheid en brengt grote gaven, in de mens aanwezig, tot ontwikkeling. Maar wat zien we nu? Men vergeet helemaal dat er ook nog andere terreinen van het leven zijn, minstens zo belangrijk.

schap niet aan de orde komen. Of neem de literatuur. Er zijn tal van schrijvers, al dan niet bekend, die heel diep geboord hebben en die op lagen van het menselijk leven zijn gestoten waar de wetenschap behalve bij sommige zeer begaafde vertegenwoordigers heel weinig weet van had. Een goed voorbeeld vormt Shakespeare. Wat hij aanroerde geeft nu nog stof aan de literaire faculteiten op zodanige wijze dat ze er bij lange niet op uitgesmdeerd zijn. Shakespeare schiep een wereld op zichzelf, die uitzonderlijke grootsheid bezit. Het aardige is dat hij ook veel over het leven zegt. Maar met zoals sommige professoren die -buiten hun vakgebied tredend -plotseling de vinger opheffen en aan iedereen het jongste gericht aanzeggen. Wat Shakespeare vertelt over de maatschappij, over onderlinge haat van groepen en over de menselijke hartstocht is vele malen indrukwekkender dan de vermaning die een of andere sociologische, soms zelfs theologische professor over de wereld meent te moeten uitspreken!

9 23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 466

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's