GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 446

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 446

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

de praktijk werd het systeem pas in 1935 ingesteld. De beurs beperkte zich echter tot de eerlijke verdeling van lading voor de binnenlandse vaart. Het internationale transport bleef buiten schot, evenals de beurtvaart. Veel schippers zochten een aanvulhng op hun inkomen door in verschillende gemeenten ventvergunningen aan te vragen en op die manier goederen die zij vervoerden, te verkopen. Met name turf werd zo verhandeld. De gemeenten moesten echter streng zijn met het afgeven van vergunningen. Anders zou men elkaar doodconcurreren en zou er weer niemand te eten hebben. Degenen die konden aantonen dat zij al langer een dergelijk beroep uitoefenden, hadden de voorkeur.

V

oor de meeste schippers brak de Tweede Wereldoorlog niet onverwacht uit. Degenen die over de Rijn naar Duitsland voeren, hadden allang gemerkt dat er in het buurland een andere wind woei sinds Hitler aan het bewind was. In de loop van de jaren dertig werd de bevoordeling van de Duitse schippers boven de Nederlandse op de Duitse beurzen steeds duidelijker. En aan de wal, in de cafe's, werd openlijk over oorlog gesproken. De luwte in de handel, die kenmerkend was geweest voor het begin van de vorige oorlog, trad nu echter niet op. De handel was de eerste jaren niet zo slecht. Pas in de laatste jaren kwam de vaart vrijwel stil te liggen. Voor elke schipper en diens familie was de oorlog weer anders. Net als in alle andere beroepen waren er goeden en collaborateurs. Gemeenschappelijk in de herinnering van de binnenschippers bleven de angstige uren toen de Engelsen eenmaal begonnen met het beschieten van schepen, en de verplichte convooien onder bescherming van politieboten die de Duitsers voor sommige wateren invoerden. In de laatste dagen van de oorlog werden veel schepen gevorderd en soms werden schippers gedwongen allerlei gestolen waar uit ons land naar Duitsland te vervoeren. Voor de schippers zelf had dit het afschuwelijke gevolg dat zij ten tijde van de capitulatie van Duitsland in dat land waren, soms in door Russen 36

bevrijd gebied. Enkele schippers zijn daar zelfs tot 1949 vastgehouden. Maar er waren meer schepen zoek na de oorlog. Van de 20.000 binnenschepen die geteld werden voor het uitbreken van de oorlog waren er in de zomer van 1945 nog maar 13.000 over. Niet alleen waren er schepen gezonken, ze werden in de loop van het daaropvolgende jaar ook teruggevonden op talloze, onverwachte plaatsen in Europa. De behoefte aan transportmiddelen was groot direct na de oorlog. Met alle beschikbare middelen, passende en verouderde, werd gevaren. Althans voor zover dat mogelijk was. De Duitsers hadden nogal wat schepen tot zinken gebracht op hun terugtocht, en de vaarwegen moesten veelal eerst vrij gemaakt worden van wrakken. Er was een forse groei van de handel in de tweede helft van de jaren veertig en vijftig. De, met Amerikaanse hulp, herbouwde haven van Rotterdam nam per dag in belangrijkheid toe. Voor de binnenschippers betekende dit dat de Rijnvaart bloeide. Na de oorlog werd het accent verlegd. Niet het vervoer van agrarische, maar van industriële produkten werd het belangrijkste voor de binnenvaart.

W

as het in de eerste jaren na de oorlog zo dat alles wat kon varen werd ingezet, in de loop van de jaren vijftig werd het niet langer alleen de tonnage die telde. Het ging er ook om dat men op verantwoorde wijze snel en goed kon vervoeren. Tussen 1950 en de grote sanering van de binnenvaart die rond 1963 begon, bleef het totaal aantal schepen gelijk - rond de 17.000 - maar het laadvermogen nam met zo'n twintig procent toe. Het zal de buitenstaander aan de wal wellicht verbazen, maar pas in 1956 werd de historische grens gepasseerd, waarbij meer dan de helft van de schepen gemotoriseerd was. Tegelijk met de wederopbouw kwamen voor de binnenschippers echter ook weer de problemen om de hoek kijken. Weliswaar werden in de tweede helft van de jaren vijftig en de jaren zestig talloze schepen gemoderniseerd en profiteerden de schippers zeker mee van de toenemende welvaart. Tegelijkertijd moesten zij echter concurreren tegen de vrachtauto. Het wegvervoer nam een steeds groter deel van de goederenstroom voor zijn rekening. Met name de beurtvaart kon het daar niet tegen opnemen. Met de internationale vaart ging het voorspoedig, VU-MAGAZINE—NOVEMBER 1988

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 446

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's