GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 294

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 294

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

dat die niet helemaal onterecht is. Misschien ben ik een enkel keertje te ver doorgeschoten in mijn behoefte om de Middeleeuwen zo eerlijk mogelijk te behandelen. Maar ik vind het ook erg gemakkelijk om als historicus op een grote afstand te gaan zeggen wat men indertijd verkeerd deed en dat dat schandelijk is."

A

an het hof van Albrecht van Beieren kwam Van Oostrom niet alleen uitingen van vergeefse behoudzucht tegen, maar ook aanwijzingen dat er een realistischer en modemer mentaliteit opkwam. Natuurlijk was er Willem van Hildegaersberch, die aan de tafel van de vorst verscheen om in zijn sproken het verval der tijden aan de kaak te stellen. En er was de hofkapelaan Dirc van Delft, die alle zonden zo systematisch mogelijk in schema bracht, zonder dat de hovelingen zich in hun dagelijkse praktijk veel aan zijn denkbeelden gelegen lieten hggen. En de heraut Beieren, die ophitste tot een oorlog tegen Friesland.

'Misschien zal men over twintig jaar zeggen dat de Middeleeuwen er bij mij te goed vanaf komen.' Er was echter ook een figuur die veel modemer aandoet: de dichtende diplomaat Dirc Potter. Deze had een afkeer van dwingende systematiek, was voorstander van redelijkheid in plaats van wraak en geweld, verbreidde een rekkelijke huwelijksmoraal en hield er zelfs humor op na. Hij moet de eerste gelukkige schizofreen zijn geweest, en van de schrijvers die aan het Haagse hof vertoefden lijkt hij de meest sympathieke. Van Oostrom veert op. "Er is mij wel gezegd dat ik zelf het meest op Potter lijk en dat het hoofdstuk over hem daardoor het aardigst is geworden. Dat bevalt me niet zo heel erg, want ik vind Potter eigenlijk de minst sympathieke van allemaal. Niet dat ik nou zo'n vooorstander ben van een kruistocht tegen de Friezen, maar het van alle walletjes eten van Potter, en zijn opportunis16

me, vind ik ook wel een twijfelachtige kant hebben. Dan is de pure vorm van idealisme van de anderen me liever." Men kan zich ook afvragen wat de invloed van de door de auteurs uitgedragen idealen zal zijn geweest en hoe hoog de cultuur er in aanzien stond. Uit de rekeningen blijkt dat de bode die een steur komt brengen een hogere fooi krijgt dan een compleet toneelgezelschap. Dat er soms stevig getafeld werd blijkt uit beschrijvingen die strekken van geroosterde zwanen tot vis in warme gelei. En dan mocht Willem van Hildergaersberch tijdens de maaltijd voor wat gemopper op de achtergrond zorgen. "Zo zal het zeker wel zijn gegaan," erkent Van Oostrom. "Ik denk dat die hovelingen ook wel verbaasd zouden zijn als ze dit boek onder ogen zouden krijgen en zien hoeveel studie er wordt gemaakt van iets wat voor hen maar een klein facet van het leven was. Zeker op doordeweekse dagen zal de graaf het belangrijker gevonden hebben dat hij lekker at, dan dat hij een mooi gedicht hoorde. Aan de andere kant weten we ook dat hij zelf een meilied maakte, terwijl we niet weten of hij ook zelf zou hebben gekookt."

Toch valt dit alles, volgens Van Oostrom, nog mee in vergelijking met wat er aan de buitenlandse hoven gebruikelijk was. Hij vermoedt zelfs dat als de door hem bestudeerde periode uit de Hollandse geschiedenis na de Reformatie was gevallen, in plaats van ervoor, het calvinisme de schuld zou hebben gekregen van bepaalde elementen daaruit. "Bijvoorbeeld van het feit dat er geen ridderromans zijn en dat al de literatuur tot en mèt Potter toch iets moralistisch heeft en iets gedrevens. De excessieve vroomheid en de excessieve wreedheid die Huizinga voor het Bourgondische hof heeft beschreven vind je hier niet zo sterk. Als je hetzelfde verhaal zou houden voor rond zestienhonderd, dan zegt de halve goegemeente: dat is het calvinisme!"

H

et woord van eer wordt geprezen om zijn leesbaarheid. Opvallend zijn de vele modernismen die Van Oostrom zich permitteert en die zijn stijl kleuren. In de hoofse liefde zijn volgens hem "sociale vaardigheden" een vereiste, tegen Friesland vinden "politionele acties" plaats, Dirc van Delft bekleedde aan het hof een "deeltijdfunctie" en Van Hildergaersberch werkte er "free lance". Van Oostrom Maar het zijn niet alleen de maaltij- wijt deze uitdrukkingen aan zijn den die de aandacht van de hovehn- "licht-cabareteske geest". Met begen een enkel keertje van de litera- trekking tot de leesbaarheid is iets tuur zullen hebben afgeleid. Het le- anders wellicht meer van belang. ven aan het hof moet allerminst saai Opvallend is dat de auteur niet prozijn geweest. Men vermaakte zich beert te provoceren door met grote met bootjes op de hofvijver en hield stelligheid zijn beweringen te doen. exotische dieren, zoals leeuwen be- Om te boeien gebruikt hij niet de ren en apen. Soms doen de Haagse methode van de hedendaagse cozeden uit de veertiende eeuw onwil- lumnist, terwijl hij toch heel leeslekeurig decadent aan - een woord baar is. "Daar heb ik ook ontzetdat Van Oostrom zelf, die het beeld tend mijn best op gedaan", verklaart van verval juist wil nuanceren, zorg- hij. "Ik wilde vanwege het vak de vuldig vermijdt. nuances erin houden en me niet laWat te denken van het - wellicht ten verleiden tot klaroengeschal. Teniet geheel betrouwbare - verhaal gelijkertijd besefte ik dat een leek dat er voor het verkrijgen van flu- een beetje houvast wil en niet aan weelzacht perkament speciaal kal- het eind wil horen dat het allemaal veren werden geaborteerd? Of van ook heel anders zou kunnen. Ik heb de soms vergaande gunsten die men er steeds op gespeculeerd dat een de jonkvrouwen verleende? Als één leek het spannend zou vinden om te van hen eens per ongeluk een dia- volgen hoe iemand iets afweegt, als mant in de hofvijver laat vallen, laat het tenminste ergens toe leidt, omAlbrecht de vijver geheel droogleg- dat ik dat zelf ook spannend vind. gen ten einde het kleinood terug te Detectivefilms zijn ook spannend vinden - en niet omdat diamanten om te zien. Dat ze goed aflopen lijdt aan het hof een zeldzaamheid zou- geen twijfel, maar het gaat om de manier waarop." den zijn. VU-MAGAZINE—JULI/AUGUSTUS 1988

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 294

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's